2.4.Op 25 januari 2021 vindt er een gesprek plaats tussen [collega re-integratietraject] ), op dat moment een collega van [eiser] die in een re-integratietraject zit, [hr-adviseur] , HR-adviseur Pro Persona, [zorgmanager] ), zorgmanager 1-2 & 3-4 en KVBO Pro Persona, en [eiser] . Bij dit gesprek leest [eiser] namens een zestal andere collega’s een brief voor. Hierin is onder meer het volgende opgenomen.
Ik werk al 11,5 jaar met [collega re-integratietraject] samen en ken haar intussen dus goed. Namens mijzelf maar ook namens mijn collega’s wil ik dit voorlezen. Dit als mentale ondersteuning voor onze collega, omdat wij het gevoel hebben dat onze werkgever niet op een positieve manier achter onze collega staat. Daarom willen wij onze kant en ons gezichtspunt hierbij uitlichten. (…) Afgelopen mei heeft [collega re-integratietraject] een herseninfarct gehad. Intussen is ze aan het re-integreren na haar ziekte. Waar ik mee wil beginnen, is dat wij in alle jaren dat (in ieder geval ik) hier werk, nooit eerder heb mee gemaakt dat een re-integratie project verloopt zoals nu bij [collega re-integratietraject] . We hebben het van dichtbij gevolgd en de afgelopen periode voelt als die in een verbeter traject, in plaats van het herstellen na ziekte.(…) Mijn inziens zou de voornaamste zorg van een werkgever moeten zijn dat een collega van bijna 62 jaar op een gezonde wijze (mentaal en fysiek) haar laatste jaren naar haar pensioen zou moeten kunnen werken. Ik vind dat onze werkgever dit op een positieve manier zou horen te begeleiden maar mijn vertrouwen hierin is ernstig aangetast na alles wat er de laatste periode gebeurd.
[collega re-integratietraject] heeft een plan gekregen met betrekking tot haar werkzaamheden op triade 1-2. Triade 1-2 is een afdeling met veel fysieke zorg en is met vlagen best zwaar, ook voor mij als jonge fitte vrouw.
In het plan staat beschreven dat [collega re-integratietraject] 7 cliënten moet verzorgen. 4 cliënten in de zware zorg, en 3
lichte zorg. Ik zal in het kort uitleggen hoe een avonddienst op triade 1-2 eruit ziet. Op triade 2
verblijven momenteel 13 cliënten. 4 cliënten worden hiervan beschouwd als zware zorg. 5 van deze
cliënten hebben lichte zorg en 4 cliënten zijn zelfstandig of behoeven alleen aansturing (zeggen dat
ze zich moeten om kleden bijv). Dit houd in dat [collega re-integratietraject] 7 cliënten moet verzorgen terwijl 9 cliënten hulp behoeven. Mijn inziens zijn dit vreemde verhoudingen. Dat betekend namelijk dat als ik late dienst heb met [collega re-integratietraject] zij 7 cliënten moet verzorgen (waarvan alle 4 de zware) en ik zelf nog 2 lichte cliënten. (…) Normaal als ik zou werken verdelen wij de 4 zware cliënten dat niet alle zware zorg op 1 iemand terecht komt, want dit zou ik zelf ook zeker niet prettig vinden. Ik hoop jullie hiermee te doen inzien dat het opgestelde plan buiten proporties is en mocht dit niet zo zijn, zou ik jullie hierbij graag willen uitnodigen om een late dienst te komen draaien en de zorg te verlenen zoals deze staat beschreven in het plan van [collega re-integratietraject] .
Verder werken wij op de afdeling met het principe SRH. Dit betekend dat wij niet meer uitgaan van
problemen maar van het positieve uitgaan, kijken waar de krachten van onze cliënten liggen. Ik vind
dat dit ook het uitgangspunt moet zijn van onze werkgever richting zijn personeel. Waar liggen de
krachten en hoe kunnen wij mentaal en fysiek gezond onze werkzaamheden verrichten. Echter voelt
het nu voor mij en ook voor mijn betrokken collega’s of [collega re-integratietraject] doelgericht de grond wordt
ingestampt. Ik ken [collega re-integratietraject] nu jaren en heb haar nooit eerder zo emotioneel gezien als de laatste tijd
he geval is, omdat ze onder grote druk staat. [collega re-integratietraject] heeft veel meegemaakt, haar eigen ziekte, de
ziekte en het overlijden van haar zusje (…)We vragen ons af of ook daar oog voor is.(…) Ik vind het onrechtvaardig. Nooit eerder heb ik meegemaakt dat er zoveel gevraagd wordt in een reintegratietraject na ziekte, het werk en het terugkoppelen tot de kleinste dingen. Ik heb enorme plaatsvervangende schaamte bij het lezen van een mail, dat er een punt wordt gemaakt dat [collega re-integratietraject] na een drukke dienst aangeeft de volgende dag een verslag van haar werkzaamheden te sturen om 12.00 uur, die zij om 12.10 uur opstuurt. (…) Wat betreft de loonsanctie, ook wij hebben wat huiswerk gedaan: Een kantonrechter oordeelt dat een werkgever tot loonsanctie mag overgaan op het deel van het loon voor werkzaamheden waar de werknemer wel toe in staat is maar deze weigert te verrichten. Ons inziens is [collega re-integratietraject] welwillend alle werkzaamheden uit te voeren, al vanaf het moment dat zij weer is begonnen met werken. Dit heeft dus niets te maken met het weigeren uit te voeren van werkzaamheden die zij wel kan verrichten en loonsanctie lijkt hierin een zeer onrechtvaardige actie. Waar de feedback vandaan komt dat [collega re-integratietraject] taken die zij zou moeten uitvoeren weigert te verrichten vragen wij ons dan ook af want zowel ik als mijn collega’s waarmee ik dit op papier gezet heb, is nooit om feedback gevraagd. Mij in het bijzonder is eenmalig om feedback gevraagd waarin ik aangaf dat [collega re-integratietraject] weer functioneert op niveau die je kan verwachten van iemand van bijna 62 jaar, en daarna nooit meer. (…) Wat betreft het lopen op alarmen, dit is namelijk ook een punt van discussie. [collega re-integratietraject] heeft lichamelijke problemen, is bijna 62 jaar. Wij als team, die altijd hecht is geweest en altijd behulpzaam naar elkaar, kijken altijd naar een eerlijke verdeling van taken. Afgelopen jaren zijn er meerdere collega’s met pensioen gegaan. Nooit eerder lieten wij collega’s van in de 60 op alarmen rennen. Dit nemen wij als jongere collega’s op ons. Ook nooit eerder is hier een punt van gemaakt. Op het moment van een incident op de groep zal [collega re-integratietraject] er altijd staan en mij of andere collega’s te hulp schieten, daar hebben wij vertrouwen in. (…) Want voor onze collega’s staat elkaars gezondheid voorop. En dit zou ook voor onze werkgever moeten tellen.
Verder wil ik afsluiten met een krantenartikel die op 18 november 2017 in de Gelderlander heeft
gestaan. Hierin staat: sinds het management nieuwe stijl durft niemand nog binnen deze
grootschalige instelling nog openlijk kritiek te uiten over de gang van zaken. Er heerst sinds de komst
van de high potentials (de talentvolle leidinggevenden) een angst- en afrekencultuur. onderling
wantrouwen is aan de orde van de dag en dit leid tot een oplopend ziekteverzuim, onvrede op het
werk en medische klachten door het werk. Mijn collega’s en ik willen bij deze opstaan en onze
mening wel uiten omdat mijn collega’s, het vertrouwen in mijn collega’s en hun mentale en fysieke
gezondheid prioriteit nummer 1 is. Wij moeten voor elkaar zorgen. Mijn vertrouwen dat de
werkgever als eerste zorg draagt voor zijn personeel, heeft een grote deuk opgelopen en dat vind ik
echt ontzettend jammer, verdrietig maar ook zorgwekkend en ik wil dan ook afsluiten dat ik op dit
moment vooral schaamte voel. Mijn collega’s, [collega re-integratietraject] en ook ikzelf doen elke dag met liefde ons
werk voor onze cliënten en wij staan elk dag voor hen maar ook voor elkaar klaar. En dat is het aller
belangrijkste.