3.1.[eiser] vordert - na vermindering van eis - bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Ferro te veroordelen om:
primair
- aan [eiser] een bedrag van € 6.500,- bruto, verminderd met het reeds betaalde, ter zake
het achterstallige salaris inclusief overige emolumenten over de maanden juli en augustus 2021 te voldoen, althans een bedrag in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging, tevens te vermeerderen met de wettelijke rente over het achterstallige salaris en de wettelijke verhoging van verzuim tot aan de dag der algehele voldoening;
- aan [eiser] de (gecorrigeerde) loonstroken te verstrekken over de maanden juni,
juli en augustus 2021 binnen twee weken na het te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van € 100,- per dag dan wel een in billijkheid te bepalen bedrag, voor iedere dag dat Ferro in de nakoming hiervan geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft;
- aan [eiser] maandelijks het loon voor het einde van de desbetreffende maand te betalen tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd;
- de waarde van de autovergoeding zoals afgesproken in artikel 6 van de arbeidsovereenkomst uit te betalen binnen twee weken na het te wijzen vonnis;
- over te gaan tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 700,-, althans een bedrag in goede justitie te bepalen;
met veroordeling van Ferro in de kosten en nakosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente over de volledige proceskosten indien Ferro deze kosten niet heeft voldaan binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis;
- aan [eiser] een bedrag van € 6.500,- bruto, minus het reeds betaalde, ter zake het achterstallige salaris inclusief overige emolumenten over de maanden juli en augustus 2021 te voldoen, althans een bedrag in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging, tevens te vermeerderen met de wettelijke rente over het achterstallige salaris en de wettelijke verhoging van verzuim tot aan de dag der algehele voldoening;
- aan [eiser] de (gecorrigeerde) loonstroken te verstrekken over de maanden juni, juli en augustus 2021 binnen twee weken na het te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van € 100,- per dag dan wel een in billijkheid te bepalen bedrag, voor iedere dag dat Ferro in de nakoming hiervan geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft;
- aan [eiser] maandelijks het loon voor het einde van de desbetreffende maand te betalen tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd;
- binnen twee weken na het te wijzen vonnis [eiser] in de gelegenheid te stellen een auto uit te kiezen conform artikel 6 van de arbeidsovereenkomst waarbij geldt dat x en y (bijvoorbeeld op eigen naam) op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag, althans een in billijkheid te bepalen bedrag, voor iedere dag dat Ferro in de nakoming hiervan geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft;
- over te gaan tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 700,-, althans een bedrag in goede justitie te bepalen;
met veroordeling van Ferro in de kosten en nakosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente over de volledige proceskosten indien Ferro deze kosten niet heeft voldaan binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis.