ECLI:NL:RBGEL:2021:5845

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 augustus 2021
Publicatiedatum
2 november 2021
Zaaknummer
C/05/390998 / KG ZA 21-255
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan verkoop van gezamenlijke woning in kort geding

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N. van de Gevel, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, met wie zij een affectieve relatie heeft gehad. De partijen zijn gezamenlijk eigenaar van een woning, waarop een hypotheekschuld rust. Eiseres vordert dat gedaagde meewerkt aan de verkoop van de woning, omdat er een achterstand is in de hypotheekbetalingen. Gedaagde woont nog in de woning en heeft in het verleden niet meegewerkt aan de verkoop. Tijdens de mondelinge behandeling heeft gedaagde aangegeven ook bereid te zijn om de woning te verkopen, maar heeft hij verweer gevoerd tegen de termijn die eiseres heeft gesteld voor het maken van foto’s van de woning.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, ondanks de goede intenties van gedaagde, er aanleiding is om gedaagde te veroordelen tot medewerking aan de verkoop. De rechter heeft bepaald dat gedaagde binnen een week na betekening van het vonnis zijn medewerking moet verlenen aan de verkoopopdracht aan de makelaar. Ook is bepaald dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als de vereiste handtekening van gedaagde voor de verkoopopdracht, indien hij in gebreke blijft. Daarnaast is gedaagde veroordeeld om binnen twee weken na verzoek van de makelaar medewerking te verlenen aan het maken van foto’s van de woning en aan bezichtigingen door potentiële kopers.

De rechter heeft ook een dwangsom opgelegd voor het geval gedaagde niet aan de veroordelingen voldoet. De vorderingen van eiseres zijn grotendeels toegewezen, met uitzondering van de uitvoerbaarverklaring van het vonnis op de minuut. De proceskosten zijn gecompenseerd, gezien de affectieve relatie tussen partijen. Het vonnis is uitgesproken op 10 augustus 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/390998 / KG ZA 21-255
Vonnis in kort geding van 10 augustus 2021
in de zaak van
[eiseres]
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. N. van de Gevel te Doetinchem,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 23 juli 2021 met producties I. tot en met VI.
  • de brief van 3 augustus 2021 van de zijde van [eiseres] met bijgevoegd producties VII. en VIII.
  • de mondelinge behandeling, gehouden op 5 augustus 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben met elkaar een affectieve relatie gehad.
2.2.
Partijen zijn gezamenlijk, ieder voor de onverdeelde helft, eigenaar van de woning aan de [adres] , [woonplaats] (hierna: de woning). Op de woning rust een hypotheekschuld van € 251.149,87 bij ING Bank N.V. (hierna: ING), waarvoor partijen hoofdelijk aansprakelijk zijn.
2.3.
In 2020 en 2021 heeft ING partijen meermaals aangeschreven vanwege de ontstane achterstand op de aflossing van de hypotheek.
2.4.
Bij brief van 7 juni 2021 heeft (de advocaat van) [eiseres] [gedaagde] verzocht om mee te werken aan overname dan wel verkoop van de woning.
2.5.
[gedaagde] woont tot op heden in de woning.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut:
[gedaagde] te veroordelen om binnen een week na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan het verstrekken van de overeenkomst van opdracht tot bemiddeling bij verkoop van de woning aan [makelaar] en te bepalen dat wanneer [gedaagde] hieraan niet zal voldoen, dit vonnis in de plaats zal treden van de noodzakelijke toestemming of wilsverklaring van [gedaagde] voor het sluiten van die overeenkomst met de genoemde makelaar;
[gedaagde] te veroordelen om binnen een week na een daartoe strekkend verzoek van de onder A. genoemde makelaar zijn medewerking te verlenen aan het maken van foto’s van het in- en exterieur van de woning, teneinde deze te plaatsen op de gebruikelijke verkoopsites en verkoopkrantjes;
[gedaagde] te veroordelen om binnen een week na een daartoe strekkend verzoek van de onder A. genoemde makelaar zijn medewerking te verlenen aan het toelaten van de makelaar en potentiële kopers die samen met de makelaar de woning willen bezichtigen;
te bepalen dat de onder A. genoemde makelaar partijen zal adviseren over de minimumprijs en de vraag- en laatprijs van de woning;
[gedaagde] te veroordelen om, nadat een bod op de woning is uitgebracht dat boven de door de makelaar geadviseerde minimumprijs ligt en de onder A. genoemde makelaar adviseert dit bod te accepteren, binnen een week nadat [eiseres] hiertoe heeft verzocht over te gaan tot acceptatie van dat bod en ondertekening van de verkoopovereenkomst;
te bepalen dat indien [gedaagde] niet aan de onder E. genoemde veroordeling voldoet, het vonnis in de plaats treedt van de acceptatie door [gedaagde] en van de voor de verkoopovereenkomst en de overdracht van de woning benodigde wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde] ;
[gedaagde] te veroordelen de woning te ontruimen en te verlaten uiterlijk twee weken voorafgaande aan de overdrachtsdatum van de woning aan een derde;
[gedaagde] te veroordelen aan [eiseres] een dwangsom te voldoen van € 300,00 per dag voor iedere dag dat hij na betekening van dit vonnis niet aan punt B., C., en G. van dit petitum voldoet, totdat een totaal van € 15.000,00 is bereikt;
I. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[gedaagde] voert deels verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] laten weten dat hij ook graag tot verkoop van de woning wenst over te gaan en dat hij in dit verband al contact heeft opgenomen met [makelaar] , de makelaar die (ook) [eiseres] wenst in te schakelen om de woning in de verkoop te zetten. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om ondanks de goede intentie van [gedaagde] daartoe strekkende veroordelingen te geven omdat het in het verleden niet tot medewerking aan de uitvoering door [gedaagde] is gekomen, zoals ook ter zitting is besproken. [gedaagde] heeft, behoudens voor zover hierna nog aan de orde komt, geen verweer gevoerd tegen de vorderingen. Aangezien [gedaagde] ook tot verkoop van de woning via [makelaar] wenst over te gaan zal hij worden veroordeeld om binnen een week na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan het verstrekken van de overeenkomst van opdracht tot bemiddeling bij verkoop van de woning aan de makelaar. Voor zover [gedaagde] zijn medewerking aan het verstrekken van de verkoopopdracht aan de makelaar toch onthoudt, zal op grond van artikel 3:300 lid 1 BW worden bepaald dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als de vereiste medewerking en handtekening voor het verstrekken van de verkoopopdracht aan de makelaar, een en ander overeenkomstig de strekking van het tweede deel van de vordering onder A.
4.2.
Met betrekking tot de vordering onder B., inhoudende het op verzoek van de makelaar meewerken aan het maken van foto’s van het in- en exterieur van de woning, heeft [gedaagde] ter zitting aangevoerd dat hij meer tijd nodig heeft dan de gevorderde termijn van één week teneinde de woning presentabel te maken voor de verkoop. [gedaagde] heeft in dit verband toegelicht dat de woning op dit moment helemaal vol staat met spullen die ofwel moeten worden verkocht ofwel moeten worden afgevoerd naar de stort en dat de 36 meter diepe tuin die bij de woning hoort geheel overgroeid is en nodig moet worden gesnoeid. Deze werkzaamheden dienen plaats te vinden voordat de woning kan worden gefotografeerd voor de verkoop en de makelaar potentiële kopers kan rondleiden, aldus [gedaagde] . De voorzieningenrechter ziet gelet op de door [gedaagde] ter zitting gegeven toelichting aanleiding om [gedaagde] een termijn van twee weken te gunnen om de woning en de bijbehorende tuin op orde te krijgen alvorens hij na een daartoe strekkend verzoek van de makelaar zijn medewerking dient te verlenen aan het maken van foto’s van het in- en exterieur van de woning. De vordering onder B. zal dan ook met inachtneming van het voorgaande worden toegewezen. In het verlengde hiervan zal [gedaagde] worden veroordeeld om binnen een week na een daartoe strekkend verzoek van de makelaar mee te werken aan het toelaten van de makelaar en potentiële kopers die samen met de makelaar de woning willen bezichtigen. De in dit verband (onder H.) gevorderde dwangsom zal met betrekking tot het gevorderde onder B. en C. worden toegewezen.
4.3.
Voorts bestaat aanleiding om te bepalen dat de makelaar partijen zal adviseren over de minimumprijs en de vraag- en laatprijs van de woning. Ook zal [gedaagde] worden veroordeeld een bod dat boven de geadviseerde minimumprijs ligt, waarvan de makelaar adviseert het te accepteren, binnen een week nadat [eiseres] dat heeft verzocht te accepteren en tot ondertekening van de (ver)koopovereenkomst over te gaan. De vorderingen onder D. en E. zullen dan ook worden toegewezen. Voor zover [gedaagde] zijn medewerking aan de acceptatie van het bod en het ondertekenen van de (ver)koopovereenkomst onthoudt, zal op grond van artikel 3:300 lid 1 BW worden bepaald dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als de acceptatie van dat bod en de vereiste medewerking en handtekening van [gedaagde] voor het sluiten van de (ver)koopovereenkomst, een en ander overeenkomstig de strekking van de vordering onder F. [eiseres] heeft verder gevorderd dat het vonnis in de plaats treedt van de voor de overdracht van de woning benodigde wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde] maar zij heeft niet gevorderd [gedaagde] te veroordelen mee te werken aan de notariële overdracht van de woning zodat dit deel van de vordering onder F. niet kan worden toegewezen. Van [gedaagde] mag overigens worden verwacht dat hij vrijwillig zal meewerken aan het passeren van de leveringsakte.
4.4.
Tot slot zal [gedaagde] worden veroordeeld de woning uiterlijk een twee weken voorafgaande aan de overdracht van de woning aan een derde te verlaten en te ontruimen. Voor de door [eiseres] met betrekking tot de ontruiming (onder H.) gevorderde dwangsom bestaat geen aanleiding nu er geen reden is om aan te nemen dat [gedaagde] niet vrijwillig aan deze veroordeling zal voldoen. Bovendien kan [eiseres] gelet op het bepaalde in de artikelen 556 lid 1 en 557 Rv zo nodig de veroordeling tot ontruiming ten uitvoer leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie. [eiseres] zal hiertoe gemachtigd worden.
4.5.
De door [eiseres] gevorderde uitvoerbaarverklaring van het vonnis op de minuut zal worden afgewezen, nu [eiseres] niet de minuut maar een grosse van dit vonnis zal ontvangen en daarom in zoverre geen belang heeft bij haar verzoek.
4.6.
[eiseres] heeft veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten gevorderd. De voorzieningenrechter ziet in hetgeen [eiseres] heeft aangevoerd echter onvoldoende aanwijzingen om af te wijken van het uitgangspunt dat wanneer partijen een affectieve relatie hebben gehad en het geschil uit de afwikkeling van die relatie voortvloeit, de proceskosten worden gecompenseerd.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen een week na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan het verstrekken van de overeenkomst van opdracht tot bemiddeling bij verkoop van de woning aan [makelaar] ,
5.2.
bepaalt dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als de vereiste medewerking en handtekening voor de verstrekking van de verkoopopdracht aan [makelaar] , indien [gedaagde] in gebreke blijft aan het onder 5.1. van dit vonnis bepaalde te voldoen,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee weken na een daartoe strekkend verzoek van [makelaar] zijn medewerking te verlenen aan het maken van foto’s van het in- en exterieur van de woning, teneinde deze foto’s te plaatsen op de gebruikelijke verkoopsites en verkoopkrantjes,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] om binnen een week na een daartoe strekkend verzoek van [makelaar] zijn medewerking te verlenen aan het toelaten van de makelaar en potentiële kopers die samen met de makelaar de woning willen bezichtigen,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 300,00 voor iedere dag dat hij niet aan de in 5.3. en 5.4. uitgesproken veroordelingen voldoet, tot een maximum van € 15.000,00 is bereikt,
5.6.
bepaalt dat [makelaar] partijen zal adviseren over de minimumprijs en de vraag- en laatprijs van de woning,
5.7.
veroordeelt [gedaagde] om, nadat een bod op de woning is uitgebracht dat boven de geadviseerde minimumprijs ligt en [makelaar] adviseert dit bod te accepteren, binnen een week nadat [eiseres] dat heeft verzocht over te gaan tot acceptatie van dat bod en ondertekening van de (ver)koopovereenkomst,
5.8.
bepaalt dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als de acceptatie van het bod en de vereiste medewerking en handtekening van [gedaagde] voor het sluiten van de (ver)koopovereenkomst, indien [gedaagde] in gebreke blijft aan het onder 5.7. van dit vonnis bepaalde te voldoen,
5.9.
veroordeelt [gedaagde] om uiterlijk twee weken voorafgaande aan de overdrachtsdatum van de woning aan een derde, de woning te ontruimen en te verlaten,
5.10.
machtigt [eiseres] om met behulp van de sterke arm van justitie en politie de tenuitvoerlegging van dit vonnis te bewerkstelligen, indien [gedaagde] in gebreke blijft aan het onder 5.9. van dit vonnis bepaalde te voldoen,
5.11.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.12.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.13.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2021.