ECLI:NL:RBGEL:2021:5791
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Werkgeversaansprakelijkheid en gezondheidsschade door blootstelling aan gevaarlijke stoffen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, heeft de kantonrechter op 6 oktober 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser en de besloten vennootschap Draad Nijmegen B.V. De eiser, vertegenwoordigd door de gemachtigden mr. D. van Doorn en mr. W.A. van Veen, vorderde schadevergoeding op basis van werkgeversaansprakelijkheid wegens blootstelling aan gevaarlijke stoffen tijdens haar werkzaamheden bij Smit Draad. De gedaagde partij, Smit Draad, werd vertegenwoordigd door mr. L.F. Dröge en mr. E.S. Oudshoorn.
De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een tussenvonnis van 17 juli 2020 en diverse akten van beide partijen. De eiser stelde dat zij gezondheidsschade had opgelopen door blootstelling aan gevaarlijke stoffen, waaronder COPD en astma, en dat er een causaal verband bestond tussen haar klachten en de werkzaamheden bij Smit Draad. De kantonrechter oordeelde dat de eiser onvoldoende bewijs had geleverd om de gestelde gezondheidsklachten en het causaal verband met de werkzaamheden te onderbouwen. De rechter concludeerde dat de eiser niet had aangetoond dat zij was blootgesteld aan schadelijke stoffen boven de toegestane grenswaarden en dat haar rookverleden een significante factor was in haar gezondheidsklachten.
Uiteindelijk wees de kantonrechter de vorderingen van de eiser af en veroordeelde haar in de proceskosten aan de zijde van Smit Draad, begroot op € 1.492,00. Dit vonnis werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter E.W. de Groot.