ECLI:NL:RBGEL:2021:5763

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 oktober 2021
Publicatiedatum
28 oktober 2021
Zaaknummer
05/075231-95
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van ongewenst verklaarde vreemdeling met betrekking tot repatriëring en verlofmogelijkheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 8 oktober 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ongewenst verklaarde vreemdeling, geboren in Marokko, die momenteel verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum. De rechtbank heeft de maatregel met één jaar verlengd, na een eerdere beslissing van 29 november 2019 waarbij de terbeschikkingstelling voor het laatst was verlengd. De officier van justitie had op 3 mei 2021 gevorderd om de maatregel opnieuw te verlengen, gezien het hoge recidiverisico en de huidige situatie van de betrokkene, die klem zit tussen twee botsende systemen zonder mogelijkheid voor transmuraal verlof. Tijdens de zitting op 24 september 2021 zijn verschillende deskundigen gehoord, evenals de betrokkene en zijn raadsman, mr. N.A. Heidanus. De rechtbank heeft in haar beoordeling verwezen naar de noodzaak van de verlenging van de maatregel ter bescherming van de veiligheid van anderen, gezien het gevaar dat de betrokkene kan vormen. De rechtbank heeft ook aandacht gevraagd voor de voortgang van het verloftraject en het repatriëringstraject, en de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en een van de rechters buiten staat waren om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/075231-95
Datum uitspraak: 8 oktober 2021
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

geboren op [geboortedag] 1972 te [geboorteplaats] (Marokko),
thans verblijvende bij FPC Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht in Balkbrug.
Raadsman: mr. N.A. Heidanus, advocaat te Groningen.

Procedure

Betrokkene is op 24 september 1996 bij vonnis van de rechtbank te Arnhem veroordeeld tot (onder meer) terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege ter zake van verkrachting. Deze maatregel is ingegaan op 8 juni 1997.
Bij beslissing van de rechtbank Gelderland van 27 mei 2016 is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd. Op 1 maart 2019 heeft deze rechtbank bevolen dat de verpleging van overheidswege wordt hervat. Bij beslissing van 29 november 2019 is de maatregel voor het laatst verlengd.
Bij vordering van 3 mei 2021, bij de griffie van deze rechtbank ingekomen op dezelfde dag, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd met één jaar.
Bij tussenbeslissing van de rechtbank Gelderland van 16 juli 2021 is het onderzoek heropend en aan de officier van justitie opdracht gegeven tot het laten onderzoeken van de mogelijkheid van transmuraal verlof.
Van het CTP Veldzicht is een brief ingekomen van 2 september 2021.

Het onderzoek ter terechtzitting

Ter zitting van 24 september 2021 zijn gehoord:
- betrokkene;
- de raadsman mr. N.A. Heidanus;
- deskundige dhr. B. de Nooij, hoofd behandeling;
- deskundige dhr. P. de Jong, maatschappelijk werker en adviseur repatriëring; en
- de officier van justitie, mr. G. van Roermund.
Met uitzondering van de officier van justitie is iedereen op hun verzoek via een Skype-verbinding gehoord.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering toegelicht en daarin volhard.
Meer in het bijzonder heeft de officier van justitie aangevoerd dat betrokkene, zoals de rechtbank in de tussenbeslissing heeft opgemerkt, klem zit tussen twee botsende systemen. Het gevolg daarvan is dat thans geen transmuraal verlof mogelijk is. Er is nog sprake van een stoornis, het recidiverisico wordt ingeschat als hoog bij weg vallen van de terbeschikkingstelling en in geval van repatriëring van betrokkene zal het recidiverisico verder oplopen. Hiermee is voldaan aan de formele eisen voor het verlengen van de maatregel. Gelet hierop dient de maatregel met één jaar te worden verlengd, zodat dan de stand van zaken opnieuw kan worden bekeken.

Het standpunt van betrokkene

De raadsman van betrokkene heeft het woord gevoerd en gepleit voor een verlenging van de maatregel terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Hiertoe is aangevoerd dat inmiddels toestemming is verleend voor begeleid verlof. Betrokkene kan weer verloven praktiseren en hiermee een voorzichtige start maken. Hij onderkent dat transmuraal verlof thans nog niet kan worden ingezet. Betrokkene kan door middel van begeleid verlof eerst weer wennen aan de samenleving en de uitzichtloze situatie minder uitzichtloos maken. Het begeleid verlof hoeft niet lang te duren en er moet concreet en voortvarend worden toegewerkt naar de transmurale fase. Ook in de transmurale fase kunnen begeleide verloven worden gereguleerd. Dat geeft betrokkene meer vrijheid. De voortgang van het dossier moet kritisch worden bewaakt en gelet op artikel 5 van het EVRM moet hard gewerkt worden om de uitzichtloze situatie te minimaliseren. Het Openbaar Ministerie moet de voortgang kritisch toetsen. De raadsman verzoekt de rechtbank uitdrukkelijk aandacht te schenken in haar beslissing aan het belang dat bij het volgende verzoek tot verlenging van de terbeschikkingstelling een duidelijk rapport wordt gemaakt, waarin opgenomen wordt de mogelijkheden van transmuraal verlof en van een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling.

De beoordeling

De rechtbank verwijst naar haar tussenbeslissing van 16 juli 2021 (ECLI:NL:RBGEL:2021:4172). Daarbij is het onderzoek heropend en is om nadere informatie gevraagd over de aanvraag voor transmuraal verlof, met inachtneming van de beperkingen die voortvloeien uit de vreemdelingenrechtelijke status van betrokkene, en het repatriëringsonderzoek in Marokko. Deze onderwerpen zijn vervolgens op de tweede terechtzitting besproken.
Het verlof
De beslissing op de aanvraag begeleid verlof is aangehouden door het Adviescollege verloftoetsing (verder: Avt) omdat men nadere informatie wilde over de huidige seksualiteitsbeleving van betrokkene en over het risico op onttrekking in het licht van betrokkenes status als ongewenst verklaard vreemdeling. De kliniek heeft recent het Avt van deze informatie voorzien.
Hieruit kan wel blijken dat een aanvraag voor transmuraal verlof bij het Avt voorlopig een brug te ver is, zo begrijpt de rechtbank uit deze brief en de toelichting ter zitting van deskundige De Nooij.
Vooralsnog moet worden volstaan met begeleid verlof, zo de machtiging door de minister van Justitie en Veiligheid inderdaad wordt verleend. Het nadeel is dat het verlof niet verder kan gaan dan enkel begeleid verlof vanwege het ontbreken van een verblijfstitel voor betrokkene. De stap naar onbegeleid verlof kan hierdoor niet worden gezet, wat de stap naar transmuraal verlof bemoeilijkt. Alleen met voltooid begeleid verlof kan normaliter transmuraal verlof worden aangevraagd. Door het doorlopen van de begeleide verloven maakt betrokkene hopelijk meer kans op transmuraal verlof. De aanvraag van transmuraal verlof wordt in ieder geval, naar verwachting binnen één jaar, ingediend zo heeft deskundige De Nooij ter zitting aangegeven.
Het repatriëringsonderzoek
Ter zitting heeft deskundige De Jong nader toegelicht dat hij in juli 2021 in Marokko opnieuw met de directeur van een particulier psychiatrisch ziekenhuis heeft gesproken over casus zoals die van betrokkene. In november 2021 wordt in samenwerking met deze particuliere kliniek in Marokko verder gesproken over de vraag of een constructieve samenwerking tot stand kan worden gebracht. Er moet worden gekeken naar de investering van FPC Veldzicht en die van de betreffende kliniek. De directeur van deze kliniek ziet dat personen zoals betrokkene langduriger begeleid moet worden en is bereid mee te denken over wat in Nederland wordt gezien als beschermd wonen en hoe dat in Marokko vormgegeven kan worden. Er moeten diensten worden ingekocht in Marokko bij (behandelaars in) dit particulier psychiatrisch ziekenhuis, ziekenhuizen van de Staat bieden geen perspectief voor ambulante begeleiding. Dit zou de eerste keer worden dat op een dergelijke manier wordt samengewerkt. Vervolgens moet afgewacht worden of het ministerie van Justitie en Veiligheid bereid is meer geld hierin te investeren bij repatriëring van betrokkene.
Wat betreft betrokkene geeft de kliniek in haar brief van 2 september 2021 aan dat het nog steeds het plan is om hem zo goed als mogelijk is in te bedden in de samenleving in Marokko. Hierbij onderkent de kliniek dat er dan een aantal zorgpunten zijn en dat de kans op herhaling van een vermogensdelict en/of seksueel delict groot is in Marokko, nu de benodigde structurele begeleiding van betrokkene met een blijvende inname van medicatie, zoals deze mogelijk is in Nederland, daar niet geboden kan worden.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd in verband met een veroordeling voor een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Uit het advies van de kliniek van 6 april 2021 en de toelichting hierop ter terechtzitting van 2 juli 2021 blijkt dat de stoornis van verdachte en het gevaar dat hieruit voortvloeit geacht worden aanwezig te zijn. Bij het wegvallen van de maatregel wordt het recidiverisico op lange termijn als hoog ingeschat.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereist. De maatregel zal worden verlengd met een periode van 1 (één) jaar.
Bij de volgende verlenging wil de rechtbank graag geïnformeerd worden over de voortgang van het verloftraject zoals dit nu wordt vormgegeven via begeleid verlof en eventueel transmuraal verlof en daarbij verzoekt zij ook de mogelijkheid tot voorwaardelijke beëindiging te betrekken. Daarnaast wil de rechtbank ook geïnformeerd worden over het repatriëringstraject en de voortgang van de procedure over de verblijfstitel van betrokkene bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

De beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met
1 (één) jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. F.J.H. Hovens, als voorzitter, mr. M.E. Snijders en
mr. W. Bruins, als rechters in tegenwoordigheid van mr. C.F. Brouwer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 oktober 2021.
mr. F.J.H. Hovens en mr. M.E. Snijders zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.