Op 11 oktober 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die zich verzette tegen het ontslag van zijn bewindvoerder, [belanghebbende], door de rechter. De verzoeker was niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen. De rechter had laten weten niet te zullen verschijnen. De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker in zijn verzoek tot wraking kon worden ontvangen, omdat er nog geen einduitspraak was gedaan in de zaak van verzoeker. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De beoordeling van de onpartijdigheid gebeurt aan de hand van zowel een subjectieve als een objectieve toets. De wrakingskamer concludeerde dat verzoeker geen feiten of omstandigheden had aangedragen die duiden op subjectieve partijdigheid van de rechter. De beslissing van de rechter om verzoeker niet te horen werd als een procesbeslissing beschouwd, die in beginsel geen grond voor wraking vormt. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af, omdat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.