Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 november 2020
- de spreekaantekeningen van Finish
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling, gehouden op 26 april 2021
2.De feiten
Koper
Verkoper(…)
(…)
(…)
(…)
Q loods.
(…)
(…)
(…)
€ 15.000,00 voldaan aan Careca.
Earn out regeling
afte zien om het resultaat onderling te verdelen op basis van een 50/50 verhouding, zoals in de koopovereenkomst afgesproken. De reden hiervoor is dat het resultaat 2018 te sterk afwijkt hetgeen als uitgangspunt voor de overeenkomst is genomen. Deze overeenkomst vervangt derhalve de vorige overeenkomst. (…)”
[naam 2], in deze handelend namens Handelsonderneming [naam 2] BV, [naam 2] , en als privé persoon, verder te noemen Partij 1,
[naam 1], in deze handelend namens Careca holding BV, Q Loods VOF Nederland, Q loods VOF België en als privé persoon, verder te noemen Partij 2,
[naam 3], in deze handelend namens Finish Profiles Beheer BV, [naam 3] , Q loods BV, verder te noemen Partij 3,(…)
3.Het geschil
€ 11.163,25 ter zake van de claim van [naam 6] en € 27.419,74 ter zake van ‘overige claims'. Finish baseert deze vorderingen op de artikelen 3.7 t/m 3.9 van de koopovereenkomst.
4.De beoordeling
Q loods in België zijn niet gestimuleerd, aldus Finish. Beantwoording van de vraag of op deze punten sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de op Careca rustende verplichtingen kan naar het oordeel van de rechtbank in het midden blijven. Zelfs indien, al dan niet na bewijslevering, komt vast te staan dat sprake is van een tekortkoming aan de zijde van Careca, zoals Finish stelt en Careca gemotiveerd betwist, strandt de vordering omdat niet aan het voor ontbinding benodigde vereiste van verzuim is voldaan. Immers, niet is gebleken dat Finish in gesprek is gegaan met Careca over de vermeende tekortkomingen of dat zij haar een brief of een e-mail heeft gestuurd waarin Careca op de tekortkomingen is gewezen. Anders dan Finish stelt, volgt uit de door haar overgelegde
e-mail- en whatsappberichten niet dat Finish niet tevreden was over de door Careca uitgevoerde werkzaamheden en daarover heeft geklaagd. Uit deze berichten kan hoogstens afgeleid worden dat Careca aan Finish verantwoording heeft moeten afleggen, maar niet dat zij haar taken onbehoorlijk heeft vervuld. Dit betekent dat Careca nooit in gebreke is gesteld of is gewezen op niet correcte nakoming van de managementovereenkomst. Het gevolg hiervan is dat Careca op dit punt niet in verzuim is komen te verkeren.
Q loods zou gaan vervullen ook niet vreemd. Verder is niet gesteld of gebleken dat Careca contact heeft gehad met klanten of leveranciers van Q loods of dat zij daadwerkelijk concurrerende activiteiten heeft verricht. Gelet op het voorgaande heeft Finish op dit punt niet voldaan aan de stelplicht dat Careca tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen.
1 februari 2019, waarin is bepaald dat de lopende claim van [naam 4] buiten de overeenkomst valt en dat deze voor rekening van Careca komt. Zoals de rechtbank hiervoor onder 4.10 heeft overwogen is, anders dan Careca heeft betoogd, deze bepaling niet komen te vervallen. In principe betekent dit dat Careca op basis van de koopovereenkomst is gehouden de met de claim van [naam 4] gemoeide kosten aan Finish te betalen. De rechtbank is echter van oordeel dat de redelijkheid en billijkheid in dit geval met zich mee brengen dat Finish geen nakoming van voornoemde garantiebepaling kan verlangen en overweegt daartoe als volgt.
Q loods gemaakte proceskosten. Dit alles brengt met zich mee dat geen grond bestaat voor toewijzing van de vordering onder II c.
3.540,00(1,0 punt × tarief € 1.770,00)