In deze zaak, die zich afspeelt in de context van internationale paardenhandel, heeft eiseres, een Amerikaanse partij, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die als verkoper van de paarden wordt beschouwd. Eiseres vordert dat gedaagde rekening en verantwoording aflegt over de financiële afwikkeling van de aankoop van de paarden Donchalant, Colditz en Escape Z. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen koopovereenkomst of overeenkomst van opdracht tussen eiseres en gedaagde bestaat, en dat gedaagde niet als bemiddelaar heeft opgetreden. De rechtbank heeft de vordering tot afleggen van rekening en verantwoording op basis van artikel 7:403 BW afgewezen, omdat eiseres niet voldoende feiten heeft aangedragen die de rechtsverhouding tussen haar en gedaagde onderbouwen. Echter, de rechtbank heeft wel geoordeeld dat eiseres recht heeft op inzage in bepaalde bescheiden op basis van artikel 843a Rv, omdat deze bescheiden relevant zijn voor haar rechtspositie ten opzichte van een derde partij, Wolver Hollow Corp. De rechtbank heeft gedaagde veroordeeld om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de gevraagde bescheiden aan eiseres te verstrekken, met een dwangsom voor elke dag dat hij in gebreke blijft. De proceskosten zijn toegewezen aan eiseres, met uitzondering van de kosten in het incident, die voor gedaagde zijn.