Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
ECLI:NL:HR:2014:470). Daarbij geldt dat in zijn algemeenheid niet valt aan te geven of één verkeersovertreding voldoende kan zijn voor bewezenverklaring van schuld zoals bedoeld in artikel 6 WVW. Voorts kan niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer worden afgeleid dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks20 november 2020 te Babberich in de gemeente Zevenaar, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (motorfiets(dienstvoertuig), komende uit de richting Babberich en
/ofgaande in de richting Lobith, daarmede rijdende over de weg, Aerdtseweg/N811
onoplettend en/of onachtzaamheeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
/ofeen brede ploegschaar, die achter dat landbouwvoertuig uitstak, voortbewoog, had waargenomen en
/of
in strijd met het gestelde onder “punt 7 gedragscode bestuurder van voertuigen” van de Brancherichtlijn Politie 2018 (verzie 06 d.d. 20-2-2019), zonder dat daartoe voldoende noodzaak bestond en/of
/ofverkeerstekens 1990-, op het gezien zijn, verdachte rijrichting links van die weg (de Aerdtseweg/N811) gelegen fiets/bromfietspad, tegen het verkeer in te rijden, ten einde een significante tijdswinst te behalen en
/of
wist althanskon weten dat op dat tijdstip zich veel fietsverkeer van naar school gaande jongeren op die weg (dat fiets/bromfietspad) kon bevinden,
/of
heeft gelet en/ofis blijven letten op het zich op voormeld fiets/bromfietspad zich bevindende en hem, verdachte tegemoetkomende verkeer en
/of
eenanderen (genaamd [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.