3.1.De curator vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
ten aanzien van [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv.2] en [ged.conv./eis.reconv.3]
1) voor recht verklaart dat [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv.2] en [ged.conv./eis.reconv.3] zich schuldig hebben gemaakt aan onbehoorlijk bestuur in de zin van artikel 2:248 lid 1 BW en dat dit onbehoorlijke bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement van [gefailleerde vennootschap] ,
2) [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv.2] en [ged.conv./eis.reconv.3] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan de curator van het tekort in het faillissement van [gefailleerde vennootschap] , nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
3) [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv.2] en [ged.conv./eis.reconv.3] hoofdelijk veroordeelt bij wege van voorschot op het onder 2 gevorderde bedrag tot betaling aan de curator van € 150.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
subsidiair en meer subsidiair
4) voor recht verklaart dat [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv.2] en [ged.conv./eis.reconv.3] hun taak als bestuurder van [gefailleerde vennootschap] in de zin van artikel 2:9 BW onbehoorlijk hebben vervuld, althans onrechtmatig hebben gehandeld in de zin van artikel 6:162 BW, en dientengevolge hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door [gefailleerde vennootschap] , althans de faillissementsboedel, geleden schade,
5) [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv.2] en [ged.conv./eis.reconv.3] op grond van artikel 2:9 BW althans artikel 6:162 BW hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan de curator van € 264.421,36 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening,
bij een verwijzing naar de schadestaat
6) [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv.2] en [ged.conv./eis.reconv.3] hoofdelijk veroordeelt bij wege van voorschot op het onder 5 gevorderde bedrag tot betaling aan de curator van € 150.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
ten aanzien van [ged.conv.4] en [ged.conv.5]
7) voor recht verklaart dat [ged.conv.4] en [ged.conv.5] onrechtmatig hebben gehandeld jegens [gefailleerde vennootschap] door inbreuk te maken op haar auteursrechten en dientengevolge hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door [gefailleerde vennootschap] geleden schade,
8) beveelt dat [ged.conv.4] en [ged.conv.5] ieder voor zich en gezamenlijk met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis iedere inbreuk op de auteursrechten van [gefailleerde vennootschap] staken en gestaakt houden, waaronder het verwijderen van de inbreuk makende tijdschriften [tijdschrift1] jaargang 38, nummer 2, 2019 en de [tijdschrift2] ! nummer 38 januari/februari 2019 en de afzonderlijke artikelen geschreven door de werknemers en stagiaires tussen 1 januari en 15 maart 2019 van de website www.elfvoetbal.nl of van enige andere website,
9) beveelt dat [ged.conv.4] en [ged.conv.5] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan de curator een schriftelijke opgave, geaccordeerd door een onafhankelijke accountant, overleggen, met aanhechting van kopieën van relevante bescheiden op basis waarvan de juistheid van de gedane opgave kan worden gecontroleerd, van:
a) het totale aantal geproduceerde en verkochte tijdschriften van [tijdschrift1] (jaargang 38), nummer 2, 2019) en [tijdschrift2] ! (nummer 38 januari/februari 2019), inclusief een specificatie van de verkoopprijs en de kosten in euro’s (exclusief btw) alsmede de totale omzet die [ged.conv.4] en [ged.conv.5] daarmee hebben behaald, met kopieën van de relevante facturen,
b) het totaaloverzicht van door werknemers van [gefailleerde vennootschap] en door de onder haar leiding en toezicht werkende stagiaires geschreven artikelen welke online op de websites www.elfvoetbal.nl en www. [tijdschrift2] !.nl zijn gepubliceerd tussen 1 januari 2019 en 15 maart 2019,
c) de bruto en netto winst die [ged.conv.4] en [ged.conv.5] ten gevolge van de inbreuk hebben genoten en de berekeningswijze daarvan,
10) [ged.conv.4] en [ged.conv.5] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan de curator van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere overtreding van het onder 8 en 9 verzochte en voor iedere dag of deel daarvan dat [ged.conv.4] en [ged.conv.5] met de gehele of gedeeltelijke nakoming hiervan in gebreke blijven met een maximum van € 100.000,00,
11) [ged.conv.4] en [ged.conv.5] hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan de curator van € 15.000,00 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente althans de gewone wettelijke rente vanaf 31 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening,
12) [ged.conv.4] en [ged.conv.5] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van winstafdracht zoals op te maken uit de opgave zoals gevorderd onder 9 en te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de datum dat de winst daadwerkelijk is genoten, althans vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
13) [ged.conv.4] en [ged.conv.5] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de volledige proceskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1019h Rv voor het gedeelte van deze procedure dat betrekking heeft op de inbreuk op de auteursrechten van [gefailleerde vennootschap] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
ten aanzien van [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv.2] en [ged.conv./eis.reconv.3]
14) [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv.2] en [ged.conv./eis.reconv.3] hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten waaronder de beslagkosten te vermeerderen met wettelijke rente en nakosten.