ECLI:NL:RBGEL:2021:4878

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 september 2021
Publicatiedatum
14 september 2021
Zaaknummer
C/05/378817 / HZ ZA 20-418
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Ö. Sari
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erfdienstbaarheid en gebruik van buurweg tussen buren met betrekking tot zakelijke doeleinden en privacy-inbreuk door cameratoezicht

In deze zaak, uitgesproken op 15 september 2021 door de Rechtbank Gelderland, gaat het om een geschil tussen buren over het gebruik van een pad dat als buurweg is bestemd. De eisers in conventie, [eis.conv./gedn.reconv.], stellen dat het pad niet voor zakelijke doeleinden mag worden gebruikt en dat de klanten van de nagelsalon van de gedaagden, [gedn.conv./eis.reconv.], geen gebruik mogen maken van het pad. De rechtbank oordeelt dat het gebruik van het pad niet beperkt is tot bewoners en hun bezoekers, maar ook zakelijke bezoekers, zoals klanten van de nagelsalon, mogen het pad gebruiken. De eisers kunnen niet aantonen dat zij onrechtmatig worden gehinderd door het gebruik van het pad door deze klanten.

In reconventie vorderen de gedaagden dat het pad een breedte van ten minste 1,75 meter moet hebben en dat de eisers een camera die op het pad gericht is, moeten verwijderen. De rechtbank oordeelt dat de eisers geen recht hebben op een breedte van 1,75 meter, omdat dit niet in de akte van vestiging van de erfdienstbaarheid is opgenomen. De rechtbank oordeelt ook dat de camera een inbreuk op de privacy van de gedaagden vormt en gelast de eisers om deze camera te verwijderen. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/378817 / HZ ZA 20-418
Vonnis van 15 september 2021
in de zaak van

1.[eis.conv./ged.reconv.1] ,

wonende te [plaats] ,
2.
[eis.conv./ged.reconv.2],
wonende te [plaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. A.J. Meijer te Doetinchem,
tegen

1.[ged.conv./eis.reconv.1] ,

wonende te [plaats] ,
2.
[ged.conv./eis.reconv.2 1],
wonende te [plaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. J. Zandberg te Nijmegen.
Partijen zullen hierna gezamenlijk [eis.conv./gedn.reconv.] en [gedn.conv./eis.reconv.] genoemd worden en afzonderlijk worden partijen bij naam en voorletters genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 31 maart 2021
  • de nagekomen producties van de zijde van [gedn.conv./eis.reconv.]
1.2.
Op 13 juli 2021 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Door de griffier zijn van het verhandelde ter zitting aantekeningen gemaakt.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eis.conv./gedn.reconv.] en [gedn.conv./eis.reconv.] zijn buren van elkaar.
2.2.
[eis.conv./gedn.reconv.] zijn eigenaar en bewoner van de woning aan de [adres1] te [plaats] . [gedn.conv./eis.reconv.] zijn bewoner van de woning aan de [adres2] te [plaats] , waarvan [ged.conv./eis.reconv.2 2] de eigenaar is volgens de akte van levering van 1 maart 2013.
2.3.
Over het perceel van [eis.conv./gedn.reconv.] loopt een pad (hierna: het pad) vanaf de openbare weg aan de [straat] tot aan de achterzijde van het perceel van [eis.conv./gedn.reconv.] , waarna het pad zich splitst zodat het doorloopt langs de achterzijde van het perceel van [eis.conv./gedn.reconv.] (nummer [adres1] ), maar ook langs de percelen gelegen aan de [adres+nummers 3] aan de rechterzijde en nummer [adres+nummer 4] aan de linkerzijde.
2.4.
Ten behoeve van het perceel aan de [adres+nummer 4] is een erfdienstbaarheid van voetpad gevestigd die loopt over het pad ten laste van het perceel van [eis.conv./gedn.reconv.] In de akte van levering van 5 mei 1976 van de woning aan de [adres+nummer 4] is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
Voorts verklaarden partijen bij deze ten behoeve van het bij deze gekochte als heersend erf en ten laste van het aan verkoopster verblijvende gedeelte van voormeld nummer [kad.nummer] als lijdend erf te vestigen de erfdienstbaarheid van voetpad over een strook grond ter breedte van één meter vijf en zeventig centimeter, lopende vanaf de [straat] met het hart over het midden tussen de op het lijdend erf staande panden, plaatselijk gemerkt [adres+nummers 3] en in het verlengde daarvan tot aan de kadastrale achtergrens naar het heersende erf, zulks om te voet, met een fiets aan de hand, kruiwagen of ander klein voertuig te kunnen komen van en gaan naar de [straat] . (…)”
2.5.
In de koopakte van 23 juni 1978 waarbij de woning van [eis.conv./gedn.reconv.] aan voormalige eigenaren werd geleverd is ten aanzien van het pad het volgende opgenomen:
“(…)
8. De koper verklaart het langs de noord-oost en zuid-oost grens van het bij deze verkochte onroerend goed gelegen pad, te bestemmen tot buurweg als bedoeld in artikel 719, derde boek van het burgerlijk wetboek. (…)”
2.6.
In de akte van levering van de woning aan [ged.conv./eis.reconv.2 2] van 1 maart 2013 is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
Vestiging erfdienstbaarheid
(…)
-
ten behoeve van het perceel kadastraal bekend gemeente [kad.gegevens] (het bij deze akte gekochte), een erfdienstbaarheid van pad ten laste van de kadastrale percelen gemeente [kad.gegevens] (…); De erfdienstbaarheid houdt het recht in om te voet, met aan de hand gevoerde rijwielen, motoren, scooters, kinderwagens en al dan niet beladen kruiwagens en dergelijke te komen van en te gaan naar de openbare weg [straat] te [plaats] op de thans bestaande wijze;
(…)”
2.7.
In de akte van levering van de woning aan [eis.conv./gedn.reconv.] van 16 januari 2015 is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
OMSCHRIJVING ERFDIENSTBAARHEDEN(…)
Ten aanzien van met betrekking tot het verkochte bestaande bijzondere lasten (…)
I.
een akte van levering ingevolge koop (betreffende aankoop [adres+nummer 4] ) verleden voor (…), op vijf mei negentienhonderd zes en zeventig, (…), waarin onder meer woordelijk staat vermeld:
“ Voorts verklaarden partijen bij deze ten behoeve van het bij deze gekochte als
heersend erf en ten laste van het aan verkoopster verblijvende gedeelte van
voormeld nummer [kad.nummer] als lijdend erf te vestigen de erfdienstbaarheid van
voetpad over een strook grond ter breedte van één meter vijf en zeventig
centimeter, lopende vanaf de [straat] met het hart over het midden tussen
de op het lijdend erf staande panden, plaatselijk gemerkt [adres+nummers 3]
en in het verlengde daarvan tot aan de kadastrale achtergrens naar het
heersende erf, zulks om te voet, met een fiets aan de hand, kruiwagen of ander
klein voertuig te kunnen komen van en gaan naar de [straat] .”
II. gemelde akte waarbij verkoper het verkochte in eigendom verkreeg, akte de dato
drie en twintig juni negentienhonderd acht en zeventig, waarin onder meer
woordelijk staat vermeld:
“ 8. De koper verklaart het langs de noord-oost en zuid-oost grens van het bij deze
verkochte onroerend goed gelegen pad, te bestemmen tot buurweg als bedoeld in
artikel 719, derde boek van het Burgerlijk Wetboek.” (…)
2.8.
[gedn.conv./eis.reconv.] exploiteren sinds augustus 2018 een nagelsalon aan huis, in de achtertuin.
2.9.
In de voortuin van [gedn.conv./eis.reconv.] staat een bord met onder meer de tekst:
“(…) [tekst] ”.
2.10.
[eis.conv./gedn.reconv.] hebben [gedn.conv./eis.reconv.] gesommeerd het gebruik van het pad door de klanten van de nagelsalon te staken. [gedn.conv./eis.reconv.] hebben geen gehoor gegeven aan de sommatie van [eis.conv./gedn.reconv.]

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eis.conv./gedn.reconv.] vorderen bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
I. voor recht te verklaren dat het pad niet voor zakelijke doeleinden mag worden gebruikt en het [gedn.conv./eis.reconv.] niet is toegestaan om klanten van de nagelsalon gebruik te laten maken van het pad, althans zich daarop te begeven om de nagelsalon via de achtertuin van [gedn.conv./eis.reconv.] te bereiken;
II. [gedn.conv./eis.reconv.] te gebieden om ervoor te zorgen dat de klanten van de nagelsalon zich ook daadwerkelijk niet meer op het perceel van [eis.conv./gedn.reconv.] begeven en daarbij te bepalen dat [gedn.conv./eis.reconv.] een direct opeisbare en niet gemaximeerde dwangsom verbeuren van € 250,00 voor iedere overtreding van dit gebod;
III. [gedn.conv./eis.reconv.] te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen het salaris van de advocaat, verschotten en nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekenening van dit vonnis en dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis.
3.2.
[eis.conv./gedn.reconv.] leggen het volgende aan de vorderingen ten grondslag. Het pad betreft een buurweg in de zin van artikel 719 Oud BW. Een buurweg heeft als bestemming om de buren in staat te stellen om hun percelen via de achterzijde van de woningen te bereiken. Dit betekent volgens [eis.conv./gedn.reconv.] dat alleen bewoners en bezoekers zoals vrienden en familie van de bewoners gebruik mogen maken van het pad en dat het pad niet door zakelijke bezoekers, zoals de klanten van [gedn.conv./eis.reconv.] , gebruikt mag worden. Het zakelijke gebruik van het pad door [gedn.conv./eis.reconv.] is in strijd met de bestemming van de buurweg. [eis.conv./gedn.reconv.] ervaren hinder en dit levert een inbreuk op het eigendomsrecht van [eis.conv./gedn.reconv.] op. Dit is onrechtmatig, aldus [eis.conv./gedn.reconv.]
3.3.
[gedn.conv./eis.reconv.] voeren tot hun verweer dat het gebruik van het pad niet beperkt is tot de bewoners en bezoekers van de woningen. Nu een buurweg ook gebruikt mag worden door bezoek, valt zakelijk bezoek ook daaronder, aldus [gedn.conv./eis.reconv.] Bovendien is het zakelijke gebruik door [gedn.conv./eis.reconv.] beperkt tot maximaal 10 klanten per week zodat van hinder geen sprake kan zijn volgens [gedn.conv./eis.reconv.]
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedn.conv./eis.reconv.] vorderen bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
I. verklaring voor recht dat het pad een breedte moet hebben van tenminste 1,75 meter en dat [eis.conv./gedn.reconv.] door het pad te versmallen, onrechtmatig jegens [gedn.conv./eis.reconv.] hebben gehandeld;
II. dat [eis.conv./gedn.reconv.] worden gelast binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het pad weer terug te brengen tot de oorspronkelijke breedte van 1,75 meter en de verwijderde bestrating terug aan te brengen, bij gebreke waarvan [eis.conv./gedn.reconv.] een dwangsom verbeuren van € 250,00 per dag dat zij het pad niet voldoende verbreed hebben, met een maximum van € 10.000,00;
III. verklaring voor recht dat [eis.conv./gedn.reconv.] onrechtmatig handelen jegens [gedn.conv./eis.reconv.] door een camera te plaatsen die zicht biedt op het pad;
IV. dat [eis.conv./gedn.reconv.] worden gelast de door hun geplaatste camera die zicht houdt op het pad binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te verwijderen en verwijderd te houden en [eis.conv./gedn.reconv.] te verbieden een andere camera te plaatsen, voor zover deze zicht zou kunnen bieden op het pad, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,00 per keer en per dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 10.000,00;
V. veroordeling van [eis.conv./gedn.reconv.] in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de betekening van het vonnis.
3.6.
[gedn.conv./eis.reconv.] leggen het volgende aan de vorderingen ten grondslag. Uit de akte van de vestgiging van erfdienstbaarheid ten gunste van de woning [adres+nummer 4] blijkt dat het pad een breedte had van 1,75 meter. De erfdienstbaardheid wordt ook genoemd in de koopakte van [ged.conv./eis.reconv.2 2] , dus dat betekent dat [gedn.conv./eis.reconv.] eveneens recht hebben op een breedte van 1,75 meter. [eis.conv./gedn.reconv.] hebben in de loop der tijd de bestrating van het pad verwijderd en een zelfde bestrating als in de voortuin aangelegd. Door de aangepaste bestrating door [eis.conv./gedn.reconv.] is niet meer goed te zien waar het pad precies loopt. Voorts hebben [eis.conv./gedn.reconv.] een coniferenhaag die langs het pad stond verwijderd en langs het pad een schutting en in de achtertuin een overkapping geplaatst. Door de nieuwe schutting en de overkapping van [eis.conv./gedn.reconv.] is het pad smaller geworden dan 1,75 meter en dit is in strijd met de erfdienstbaarheid. Voorts hebben [eis.conv./gedn.reconv.] een beveiligingscamera geplaatst boven het pad zodat [gedn.conv./eis.reconv.] , maar ook de bezoekers van [gedn.conv./eis.reconv.] worden gefilmd wanneer zij gebruik maken van het pad en dit is onrechtmatig nu dit een inbreuk op hun privacy oplevert, aldus [gedn.conv./eis.reconv.]
3.7.
[eis.conv./gedn.reconv.] voeren het volgende tot hun verweer. In de koopakte van [ged.conv./eis.reconv.2 2] is geen breedte van het pad opgenomen. Op grond van de akte en het feit dat het pad tot buurweg is benoemd, mogen [gedn.conv./eis.reconv.] gebruik maken van het pad om te komen van en te gaan naar de openbare weg, maar niet meer dan dat. Bovendien is het pad niet smaller geworden door de aanpassing van de bestrating en plaatsing van een nieuwe schutting en overkapping door [eis.conv./gedn.reconv.] Met betrekking tot de camera hebben [eis.conv./gedn.reconv.] aangevoerd dat zij het recht hebben om hun eigendommen te beschermen. Door het intensievere gebruik van het pad door klanten van [gedn.conv./eis.reconv.] hebben [eis.conv./gedn.reconv.] geen zicht meer op wie er gebruik maken van het pad en hier hebben [eis.conv./gedn.reconv.] wel belang bij omdat een auto van [eis.conv./gedn.reconv.] al eens is beschadigd, maar zij niet meer kunnen achterhalen door wie dit is gebeurd omdat er toen nog geen camera was.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
Gebruik van het pad
4.1.
Tussen partijen staat vast dat het pad tot buurweg is bestemd bij notariële akte van 23 juni 1978 als bedoeld in artikel 719 (oud) BW. Art. 719 BW (oud) luidt als volgt:
“Voetpaden, dreven of wegen aan verscheiden geburen gemeen, en welke hun tot eenen uitweg dienen, kunnen niet dan met gemeene toestemming worden verlegd, vernietigd of tot een ander gebruik gebezigd, dan waartoe dezelve zijn bestemd geweest.”Het betreft dus een voetpad, dreef of weg die voor meerdere buren als weg dient, waarvan [eis.conv./gedn.reconv.] terecht stellen dat het gebruik op de minst hinderlijke wijze dient te geschieden.
4.2.
Partijen verschillen van mening over het toegestane gebruik van de buurweg. In de akte van 23 juni 1978 waarbij het pad tot buurweg is bestemd, is geen omschrijving van het gebruik dan wel partijbedoeling opgenomen zodat het toegestane gebruik niet uit die bewoordingen afgeleid kan worden. In dat geval dient gekeken te worden of er andere aanknopingspunten zijn waaruit de partijbedoeling en de omvang van het gebruik tot dan toe blijken. In dat kader is van belang dat op het pad ook een erfdienstbaarheid is gevestigd en dat niet in geschil is dat het gebruik daarvan niet anders is geweest dan het gebruik van de buurweg. Zowel uit de bewoordingen van de erfdienstbaarheid van voetpad in de akte van
5 mei 1976 en het aldaar beschreven gebruik, als uit de bewoordingen van de erfdienstbaarheid van pad in de akte van 1 maart 2013, kan afgeleid worden dat zowel de partijbedoeling als de omvang van het gebruik tot dan toe, niet meer en niet minder was dan om te voet, al dan niet met aan de hand gevoerde rijwielen of andere kleine (gemotoriseerde) voertuigen, van en naar de openbare weg aan de [straat] te gaan vanuit de woningen die aan de achterzijde grenzen aan het pad. Bovendien is dit ook het beschreven gebruik van het pad door partijen zelf in deze procedure. Het gaat derhalve om een toegangspad dan wel een uitweg naar de openbare weg ten behoeve van enkele percelen, waaronder het perceel van [gedn.conv./eis.reconv.]
4.3.
In tegenstelling tot het door [eis.conv./gedn.reconv.] aangevoerde in deze procedure is het gebruik van dit pad om toegang te krijgen tot het perceel van [gedn.conv./eis.reconv.] niet beperkt tot [gedn.conv./eis.reconv.] zelf. Uit de tekst van de akte noch uit de daarin opgenomen partijbedoeling blijkt van een beperking ten aanzien van de gebruikers dan wel de intensiteit van het gebruik van de buurweg. Van belang is in dat geval verder de bestemming van het perceel ten gunste waarvan de buurweg dient. Het perceel van [gedn.conv./eis.reconv.] heeft een woonbestemming. Bij een woonbestemming valt onder het normale gebruik dat naast de bewoners, familie en overig bezoek, ook derden die van en naar de woning van [gedn.conv./eis.reconv.] wensen te gaan vanaf de openbare weg, gebruik mogen maken van het pad. Een dergelijk gebruik past immers bij de woonbestemming van het perceel. Bovendien hebben [eis.conv./gedn.reconv.] ter zitting ook erkend dat, weliswaar sporadisch, eigen bezoekers, maar ook bezoekers van nummer 18 en van [gedn.conv./eis.reconv.] gebruik maken van het pad en dat zij hiermee akkoord zijn. Hieruit blijkt dat dit het gangbare gebruik is van het pad. Dit kan dus ook zakelijk bezoek betreffen, want van enige beperking ten aanzien van het soort bezoek is niet gebleken. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat naast [gedn.conv./eis.reconv.] , het bezoek van [gedn.conv./eis.reconv.] - dat niet is beperkt tot niet-zakelijke bezoekers, maar ook de klanten van de nagelsalon omvat - gebruik mogen van het pad om de woning van [gedn.conv./eis.reconv.] te bereiken.
4.4.
Vervolgens wordt toegekomen aan de stelling van [eis.conv./gedn.reconv.] dat zij onrechtmatig gehinderd worden in het woongenot dan wel schade oplopen door de klanten van [gedn.conv./eis.reconv.] [eis.conv./gedn.reconv.] hebben deze stelling echter, ook na uitvoerig daarnaar gevraagd te zijn ter zitting, niet nader kunnen onderbouwen. Nog daargelaten dat [gedn.conv./eis.reconv.] gemotiveerd hebben aangevoerd dat maximaal 10 klanten per week, doorgaans één tot twee klanten per dag, gebruik maken van het pad, hetgeen [eis.conv./gedn.reconv.] niet hebben bestreden, hebben zij onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die maken dat de aard, de ernst en de duur van de gestelde overlast zodanig is dat sprake is van onrechtmatige hinder in de zin van artikel 5:37 BW juncto 6:162 BW. Dat de andere bezoekers bekende gezichten zijn terwijl de klanten van [gedn.conv./eis.reconv.] niet bekend zijn is niet voldoende om te spreken van onrechtmatige hinder en om [gedn.conv./eis.reconv.] een verbod op te leggen. Voorts kan het wel zo zijn dat de auto van [eis.conv./gedn.reconv.] op enig moment beschadigd is, maar door wie de auto van [eis.conv./gedn.reconv.] is beschadigd is in het geheel niet vast komen te staan zodat dit op geen enkele manier [gedn.conv./eis.reconv.] tegengeworpen kan worden. [eis.conv./gedn.reconv.] hebben nog gesteld te vrezen voor een precedentwerking, maar waar deze vrees op is gebaseerd is niet gemotiveerd en niet onderbouwd door [eis.conv./gedn.reconv.] zodat de opmerkingen van [eis.conv./gedn.reconv.] hieromtrent worden gepasseerd. De vordering van [eis.conv./gedn.reconv.] ten aanzien van een verklaring voor recht dat het pad niet voor zakelijke doeleinden gebruikt mag worden en dat het [gedn.conv./eis.reconv.] niet is toegestaan om klanten van de nagelsalon gebruik te laten maken van het pad zal derhalve worden afgewezen.
4.5.
Het voorgaande brengt mee dat de vordering tot een gebod voor [gedn.conv./eis.reconv.] om ervoor te zorgen dat de klanten van de nagelsalon zich niet op de buurweg begeven eveneens zal worden afgewezen.
4.6.
[eis.conv./gedn.reconv.] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedn.conv./eis.reconv.] in conventie worden begroot op:
- griffierecht € 304,00
- salaris advocaat €
1.126,00(2,0 punt × tarief € 563,00)
Totaal € 1.430,00
4.7.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
in reconventie
Breedte pad
4.8.
Vast staat dat in de koopakte van [gedn.conv./eis.reconv.] ten behoeve van het perceel van [gedn.conv./eis.reconv.] en ten laste van het perceel van [eis.conv./gedn.reconv.] een erfdienstbaarheid van pad is gevestigd, inhoudende om te voet, met aan de hand gevoerde al dan niet motorisch voortbewogen vervoermiddelen te komen van en te gaan naar de openbare weg. Partijen twisten over de vraag hoe breed het pad moet zijn en -in het verlengde daarvan- of met het plaatsen van een nieuwe schutting en een overbouw op het lijdende perceel van [eis.conv./gedn.reconv.] een versmalling van het pad is ontstaan en dat daarmee in strijd wordt gehandeld met de erfdienstbaarheid.
4.9.
Op grond van artikel 5:73 lid 1 BW worden de inhoud en wijze van uitoefening van een erfdienstbaarheid bepaald door de akte van vestiging. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad komt het bij die uitleg aan op de in de notariële akte tot uitdrukking gebrachte partijbedoelingen. Die partijbedoelingen moeten worden afgeleid uit de in de akte gebezigde bewoordingen, uit te leggen naar objectieve maatstaven in het licht van de gehele inhoud van de akte (HR 19 april 2013, NJ 2013, 240).
4.10.
Op basis van de in de akte geciteerde beschrijving van erfdienstbaarheid (2.6) dient te worden beoordeeld of in voldoende mate de partijbedoeling bij de vestiging van erfdienstbaarheid kan worden afgeleid. De afmetingen van het pad staan niet in de akte van [gedn.conv./eis.reconv.] beschreven. In zoverre kunnen [gedn.conv./eis.reconv.] dan ook niet gevolgd worden in de vordering om voor recht te verklaren dat het pad een breedte moet hebben van ten minste 1,75 meter. Indien de bedoeling zou zijn geweest, zoals [gedn.conv./eis.reconv.] ter zitting hebben geuit, om de erfdienstbaarheid ook voor het erf van [gedn.conv./eis.reconv.] tot 1,75 meter breed vast te stellen, zoals dat is gebeurd in de akte van 5 mei 1976 voor nummer 26 waaraan [gedn.conv./eis.reconv.] refereren, zou dit met zoveel woorden ook in de akte van [gedn.conv./eis.reconv.] tot uitdrukking gebracht zijn. Daarvan is geen sprake. [gedn.conv./eis.reconv.] kunnen geen rechten ontlenen aan de akte die bestemd is voor een ander perceel. Uit het voorgaande wordt geconcludeerd dat [gedn.conv./eis.reconv.] op basis van de akte geen recht toekomt op een breedte van 1,75 meter van het pad zodat de vordering van [gedn.conv./eis.reconv.] om een verklaring voor recht dat het pad een breedte moet hebben van 1,75 meter wordt afgewezen.
4.11.
Voorts hebben [gedn.conv./eis.reconv.] gesteld dat het pad door de verwijdering van de coniferenhaag en plaatsing van een schutting langs het pad door [eis.conv./gedn.reconv.] en daarbij de plaatsing van een overkapping, smaller is geworden dan dat het voorheen was. Deze stelling hebben [gedn.conv./eis.reconv.] echter niet onderbouwd. Ter zitting hebben [gedn.conv./eis.reconv.] weliswaar aangevoerd dat zij sinds twee jaar geen gebruik kunnen maken van hun motor omdat de bocht naar het pad niet gemaakt kan worden, maar enige onderbouwing van deze stelling ontbreekt. Daarentegen hebben [eis.conv./gedn.reconv.] gemotiveerd en onderbouwd de stelling ingenomen dat het pad niet smaller is geworden. Op basis van de met foto’s en getuigenverklaringen onderbouwde stelling van [eis.conv./gedn.reconv.] , die niet voldoende gemotiveerd is betwist door [gedn.conv./eis.reconv.] , wordt als vaststaand aangenomen dat het pad ook na verwijdering van de coniferenhaag en plaatsing van de schutting door [eis.conv./gedn.reconv.] , even breed is gebleven. Over de overkapping hebben [eis.conv./gedn.reconv.] onbetwist gesteld dat deze aan de binnenzijde van de tuin van [eis.conv./gedn.reconv.] is aangebracht en dus met het pad niets van doen heeft. Van een versmalling van het pad door [eis.conv./gedn.reconv.] is aldus niet gebleken, laat staan dat is komen vast te staan dat het pad, zoals gesteld door [gedn.conv./eis.reconv.] , oorspronkelijk 1,75 meter was. De vordering van [gedn.conv./eis.reconv.] om [eis.conv./gedn.reconv.] te gelasten om het pad terug te brengen tot de oorspronkelijke breedte van 1,75 meter wordt dus ook afgewezen.
Bestrating
4.12.
Ten aanzien van de aangepaste bestrating van het pad is ter zitting door [gedn.conv./eis.reconv.] aangegeven geen belang te hebben bij de vordering tot terugplaatsing van de verwijderde bestrating, zolang [eis.conv./gedn.reconv.] geen belemmeringen op het pad plaatsen. [eis.conv./gedn.reconv.] hebben verklaard geen belemmeringen op het pad te plaatsten. Bij deze stand van zaken behoeft de vordering van [gedn.conv./eis.reconv.] om de verwijderde bestrating terug te plaatsen geen nadere bespreking en geen beslissing.
Camera
4.13.
[gedn.conv./eis.reconv.] vorderen verwijdering van de camera die [eis.conv./gedn.reconv.] hebben geplaatst en die gericht is op het pad. [gedn.conv./eis.reconv.] en hun bezoekers voelen zich continu in de gaten gehouden en ervaren de camera als een voortdurende inbreuk op hun privacy.
4.14.
Bij de beantwoording van de vraag of [eis.conv./gedn.reconv.] met het gebruik van de camera onrechtmatig inbreuk maken op het recht van [gedn.conv./eis.reconv.] op bescherming van de privacy, heeft in zijn algemeenheid als uitgangspunt te gelden dat een inbreuk op een recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer in beginsel een onrechtmatige daad oplevert. De aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond kan echter aan een inbreuk het onrechtmatige karakter ontnemen. Of een rechtvaardigingsgrond zich voordoet, kan slechts worden beoordeeld in het licht van alle omstandigheden van het geval. Daarbij moeten tegen elkaar worden afgewogen de ernst van die inbreuk en de belangen die met de inbreuk makende handelingen redelijkerwijs kunnen worden gediend (HR 31 mei 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD9609). Ook dient te worden bezien of het gebruik van de camera voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
4.15.
Tussen partijen is niet in geschil dat de betreffende camera niet alleen de eigendommen van [eis.conv./gedn.reconv.] vastlegt/filmt, maar in ieder geval ook [gedn.conv./eis.reconv.] en hun bezoekers wanneer zij gebruik maken van het pad. Het doel dat [eis.conv./gedn.reconv.] beogen te bereiken, het observeren van de eigendommen/perceel ten behoeve van de veiligheid, kan volgens [eis.conv./gedn.reconv.] niet op een andere manier worden bereikt dan de wijze waarop de camera is geplaatst. [eis.conv./gedn.reconv.] hebben wel maatregelen genomen om de inbreuk zo veel mogelijk te beperken, door, zo stellen [eis.conv./gedn.reconv.] althans, de zijkant en de bovenkant van de camera af te schermen, waarmee het beeld in ieder geval voor een deel is beperkt. Voorts wordt geen geluid opgenomen. [gedn.conv./eis.reconv.] betwisten een en ander. Zij worden nog steeds opgenomen en zij weten niet wat er met die beelden wordt gedaan.
4.16.
Het pad is weliswaar eigendom van [eis.conv./gedn.reconv.] , maar nu het een buurweg betreft, is het pad eveneens (beperkt) openbaar terrein. Hier worden zwaardere eisen gesteld aan het plaatsen van een camera nu ook derden gebruik maken van het pad. [eis.conv./gedn.reconv.] worden niet gevolgd in het standpunt dat zij hun eigendommen niet op een andere manier kunnen beschermen. Ter bescherming van de woning kunnen [eis.conv./gedn.reconv.] de camera immers richten op de eigen voortuin in plaats van op het pad. Desgevraagd ter zitting gaven [eis.conv./gedn.reconv.] aan dat zij willen zien wie zich op het pad begeeft, maar dit betreft geen belang die dient ter bescherming van de eigendommen van [eis.conv./gedn.reconv.] hebben de schade aan de auto aangevoerd ter onderbouwing van hun vrees voor schade aan hun eigendommen, maar daarvan is zoals hierboven reeds overwogen, niet vast komen te staan door wie de schade is aangericht. Bovendien is ter zitting door [eis.conv./gedn.reconv.] zelf gesteld dat de auto normaal gesproken aan de openbare weg wordt geparkeerd en in sporadische gevallen in de voortuin. Dus op welke wijze camerabeelden van het pad de eigendommen (en dus de auto) van [eis.conv./gedn.reconv.] zullen beschermen en wat precies het belang van [eis.conv./gedn.reconv.] is bij die camerabeelden van het pad is niet vast komen te staan.
4.17.
De stelling van [eis.conv./gedn.reconv.] ten aanzien van de aanwezigheid van een afscherming, waarmee het beeld van de camera deels wordt beperkt, en de stelling dat er geen geluid opgenomen wordt, leggen geen gewicht in de schaal omdat dat voor [gedn.conv./eis.reconv.] , zoals zij zelf ook terecht aanvoeren, niet te controleren valt. Het had op de weg van [eis.conv./gedn.reconv.] gelegen om deze stellingen, die bij gebrek aan wetenschap worden betwist door [gedn.conv./eis.reconv.] , te onderbouwen. Voor [gedn.conv./eis.reconv.] is immers niet kenbaar of controleerbaar hoe zij in beeld verschijnen en hoe lang [eis.conv./gedn.reconv.] de beelden bewaren en wat zij daarmee doen. Het belang van [eis.conv./gedn.reconv.] bij het plaatsen van de camera en hetgeen daarmee wordt geregistreerd, op de wijze zoals dat nu gebeurt, weegt in dit geval niet zwaarder dan het belang van [gedn.conv./eis.reconv.] bij het bewaren van hun privacy.
4.18.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering van [gedn.conv./eis.reconv.] , die ziet op het verwijderen en het verwijderd houden van de camera, als ook het verbieden om in de toekomst camera’s op te hangen die zicht bieden op het pad, voor toewijzing gereed ligt.
4.19.
[gedn.conv./eis.reconv.] hebben voldoende belang om aan de vordering een dwangsom te verbinden. Bovendien hebben [eis.conv./gedn.reconv.] geen bezwaar gemaakt tegen het opleggen van een dwangsom of de hoogte daarvan. De gevorderde dwangsom zal worden toegewezen als in het dictum bepaald.
4.20.
Aangezien elk van partijen op enig punt in het ongelijk is gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten in reconventie draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eis.conv./gedn.reconv.] in de proceskosten, aan de zijde van [gedn.conv./eis.reconv.] tot op heden begroot op € 1.430,00,
5.3.
veroordeelt [eis.conv./gedn.reconv.] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eis.conv./gedn.reconv.] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.5.
gelast [eis.conv./gedn.reconv.] de door hun geplaatste camera die zicht houdt op het pad binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te verwijderen en verwijderd te houden en verbiedt [eis.conv./gedn.reconv.] een andere camera te plaatsen, voor zover deze zicht zou kunnen bieden op het pad,
5.6.
veroordeelt [eis.conv./gedn.reconv.] om aan [gedn.conv./eis.reconv.] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.5 uitgesproken veroordeling voldoen, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
5.7.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
compenseert de kosten van deze procedure in reconventie tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ö Sari en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2021.