Uitspraak
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde 1]
1.De procedure
2.De feiten
geen cent meer ging betalen.”
U heeft op 8 maart 2021 een deskundigenoordeel aangevraagd over uw arbeids(on)geschiktheid.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 4 augustus 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en twee besloten vennootschappen, aangeduid als [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De werknemer vorderde betaling van achterstallig salaris en doorbetaling van loon, omdat hij zich arbeidsongeschikt voelde na een aantal aanrijdingen en een zelfmoordpoging. De arbeidsovereenkomst was aangegaan voor bepaalde tijd, maar de werkgever stelde dat deze rechtsgeldig was beëindigd, omdat de werknemer zelf had opgezegd of omdat de arbeidsovereenkomst buitengerechtelijk was vernietigd. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling van de werkgever dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig was beëindigd. De voorzieningenrechter concludeerde dat er nader onderzoek nodig was naar de arbeidsongeschiktheid van de werknemer bij aanvang van het dienstverband, en dat de vorderingen van de werknemer in dit kort geding niet konden worden toegewezen. De vorderingen werden afgewezen en de werknemer werd veroordeeld in de proceskosten van de werkgever. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijs in arbeidszaken en de rol van de rechter in kort geding procedures.