In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, is op 1 september 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen twee besloten vennootschappen. De verzoekster, een besloten vennootschap, heeft verzocht om verlof voor de verkoop van aandelen die in beslag zijn genomen van de verwerende partij, eveneens een besloten vennootschap. De achtergrond van het verzoek ligt in een eerder vonnis van de rechtbank Gelderland, waarin de verwerende partij is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 150.000,00 aan de verzoekster. De verwerende partij heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld, maar heeft geen schorsing van de tenuitvoerlegging aangevraagd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster recht heeft op de executoriale verkoop van de in beslag genomen aandelen, aangezien het beslag op rechtsgeldige wijze is gelegd. De rechtbank heeft de tegenverzoeken van de verwerende partij, die onder andere vroegen om schorsing van de tenuitvoerlegging en opheffing van het beslag, niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verzoekster niet misbruik maakt van haar executiebevoegdheid en dat er geen reden is om de verkoop van de aandelen te verhinderen.
De rechtbank heeft verder bepaald dat de aandelen gedurende de eerste drie maanden na de beschikking onderhands te koop worden aangeboden, en dat indien dit niet leidt tot verkoop, de aandelen openbaar kunnen worden verkocht. De statutaire blokkeringsregeling die de overdracht van aandelen regelt, is in dit geval buiten toepassing verklaard, omdat deze regeling de spoedige verkoop zou bemoeilijken. De rechtbank heeft ook voorwaarden gesteld aan de verkoop, waaronder de verplichting voor de verwerende partij om medewerking te verlenen aan de verkoop en het verstrekken van relevante informatie aan de deurwaarder. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.