In deze zaak heeft eiseres, in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordiger van haar 13-jarige dochter, een kort geding aangespannen tegen de Stichting Flores Onderwijs. De eiseres vorderde dat de stichting een HAVO schooladvies zou verstrekken voor haar dochter, die momenteel onderwijs volgt op basisschool [naam basisschool]. De stichting had eerder een schooladvies VMBO kaderberoepsgerichte leerweg gegeven, wat eiseres niet accepteerde. De procedure omvatte een dagvaarding, producties, en een mondelinge behandeling op 27 juli 2021, waarna op 28 juli 2021 vonnis werd gewezen.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiseres afgewezen. De rechter oordeelde dat het aan de leerkrachten van de basisschool is om een onderwijskundig rapport op te stellen, dat gebaseerd is op leerprestaties, waarnemingen van leerkrachten en andere relevante factoren. De rechter benadrukte dat hij niet zelf kan oordelen over de geschiktheid van het schooladvies, tenzij er bewijs is dat de school in redelijkheid niet tot dat advies heeft kunnen komen. In dit geval waren de resultaten van de dochter van eiseres als zwak tot zeer zwak beoordeeld, en de rechter concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat het schooladvies niet zorgvuldig tot stand was gekomen.
Eiseres voerde aan dat de intelligentietest, die een gemiddeld IQ van 111 had gemeten, zou moeten leiden tot een HAVO advies. De rechter stelde echter vast dat de school op basis van de waarnemingen en prestaties van de leerling niet in redelijkheid tot een HAVO advies had kunnen komen. De vordering werd afgewezen en eiseres werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de stichting tot € 1.683,00 werden begroot. Het vonnis werd openbaar uitgesproken op 28 juli 2021, met de feiten vastgelegd op 4 augustus 2021.