In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 januari 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de gemeente Nijmegen en een gedaagde die zonder recht of titel op een perceel verblijft. De gemeente, eigenaar van het perceel, heeft de gedaagde gesommeerd om het perceel te ontruimen, nadat er meerdere klachten van omwonenden waren ontvangen over zijn verblijf. De gedaagde, die in een SRV-wagen en tent op het perceel woont, heeft niet voldaan aan de sommatie en heeft verweer gevoerd tegen de vordering van de gemeente. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gemeente een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, aangezien de gedaagde zonder toestemming gebruik maakt van het perceel. De rechter heeft geoordeeld dat de gemeente recht heeft op ontruiming op basis van haar eigendomsrecht en dat er geen sprake is van misbruik van bevoegdheid. Het beroep van de gedaagde op het huisrecht ex artikel 8 EVRM is afgewezen, omdat zijn verblijf in strijd is met het bestemmingsplan en de APV van de gemeente. De rechter heeft de vordering van de gemeente toegewezen en de gedaagde veroordeeld om het perceel binnen drie dagen na betekening van het vonnis te ontruimen, met de kosten van de ontruiming voor zijn rekening. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van de gemeente.