ECLI:NL:RBGEL:2021:3121

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 juni 2021
Publicatiedatum
21 juni 2021
Zaaknummer
C/05/370675 / HZ ZA 20-222
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Burengeschil over erfdienstbaarheid en gebruik van grasweg

In deze zaak, die zich afspeelt tussen buren, betreft het een geschil over de uitleg van een overeengekomen erfdienstbaarheid en het gebruik van een grasweg. De partijen zijn buren die al geruime tijd in conflict zijn over het gebruik van een grasweg die langs hun percelen loopt. De eiser in conventie, [eis.conv./ged.reconv. 2], vordert dat de rechtbank verklaart dat er een erfdienstbaarheid is overeengekomen die het gebruik van de grasweg regelt. De gedaagden in conventie, [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2], betwisten deze uitleg en stellen dat de afspraken niet correct zijn vastgelegd.

De rechtbank heeft de feiten en de procedure in detail onderzocht, inclusief eerdere afspraken die zijn gemaakt in 2014. De eiser stelt dat de gedaagden zich niet houden aan de gemaakte afspraken en dat zij regelmatig de grasweg gebruiken met gemotoriseerd verkeer, wat in strijd is met de overeengekomen voorwaarden. De gedaagden ontkennen dit en stellen dat de toegang tot hun percelen op een andere manier is geregeld.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de erfdienstbaarheid zoals overeengekomen in het proces-verbaal van 18 februari 2014, inhoudt dat de gedaagden en hun bezoekers te voet of per grasmaaier van en naar hun percelen mogen komen, zonder dat zij eerst naar de hoek van de percelen hoeven te lopen. De rechtbank heeft de vorderingen van de eiser in conventie afgewezen, maar heeft in reconventie voor recht verklaard dat de erfdienstbaarheid zoals beschreven in het proces-verbaal van 2014 is overeengekomen. Tevens is de eiser veroordeeld tot nakoming van de afspraken en medewerking aan notariële vastlegging van de erfdienstbaarheid.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/370675 / HZ ZA 20-222
Vonnis van 23 juni 2021
in de zaak van
[eis.conv./ged.reconv. 1],
wonende te [eis.conv./ged.reconv. 1] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. A.J. Meijer te Doetinchem,
tegen

1.[ged.conv./eis.reconv.1] ,

wonende te [eis.conv./ged.reconv. 1] ,
2.
[ged.conv./eis.reconv.2],
wonende te [eis.conv./ged.reconv. 1] ,
3.
[ged.conv./eis.reconv.3],
wonende te [eis.conv./ged.reconv. 1] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. M. Meijer te Apeldoorn.
Partijen zullen hierna [eis.conv./ged.reconv. 2] en [gedn.conv./eis.reconv.] . genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 23 september 2020;
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 7 januari 2021.
1.2.
De zaak werd na de zitting verwezen naar de rol van 27 januari 2021 voor beraad partijen.
1.3.
Op 26 januari 2021 hebben partijen de rechtbank verzocht vonnis te wijzen en heeft [eis.conv./ged.reconv. 2] schriftelijk opmerkingen betreffende de weergave in het proces-verbaal van de mondelinge behandeling overlegd. Voor zover nodig zullen deze bij de beoordeling worden meegewogen.
1.4.
Tenslotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn buren, woonachtig te [eis.conv./ged.reconv. 1] . [ged.conv./eis.reconv.3] woont sinds 2005 aan [adres] 14 -1 en is eigenaresse van de percelen kadastraal bekend gemeente [eis.conv./ged.reconv. 1] , [kadastrale gegevens] (hierna te noemen: [perceel1] ). [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] wonen sinds februari 2006 aan [adres] en zijn eigenaars van de percelen kadastraal bekend gemeente [eis.conv./ged.reconv. 1] , [kadastrale gegevens] (hierna te noemen: [perceel2] en [perceel2] ). [eis.conv./ged.reconv. 2] is in december 2006 aan [adres] 14 komen wonen en is eigenaar van de percelen kadastraal bekend gemeente [eis.conv./ged.reconv. 1] , sectie L nummers [perceel3] (hierna te noemen: [perceel3] en perceel [perceel3] ).
AFBEELDING
2.2.
Partijen zijn al geruime tijd in geschil over, onder meer, het gebruik van de grasweg. [eis.conv./ged.reconv. 2] en [ged.conv./eis.reconv.3] zijn beiden eigenaar van een deel van deze grasweg, die loopt langs de woningen van [eis.conv./ged.reconv. 2] en [ged.conv./eis.reconv.3] tot aan de openbare weg, de [adres] te [eis.conv./ged.reconv. 1] .
2.3.
Teneinde het geschil te beslechten zijn door partijen procedures gevoerd. Tijdens de zitting van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 5 maart 2012, in de procedure bekend onder zaaknummer 128289 / KG ZA 12-45, hebben partijen overeenstemming bereikt. De gemaakte afspraken zijn vastgelegd in het proces-verbaal van de zitting. Onder punt 2 van het proces-verbaal zijn partijen het volgende overeengekomen:

[ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] krijgen ten behoeve van hun perceel aan de [adres] (kadastraal bekend [eis.conv./ged.reconv. 1] , sectie [kadastrale gegevens] ) een erfdienstbaarheid om te komen en gaan van/naar de [adres] , zij het uitsluitend te voet of per grasmaaier (al dan niet vergezeld van dieren). De toegang van dit perceel zal in de hoek aan de [adres] worden gesitueerd”.
2.4.
In de zomer van 2013 hebben [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] een duiker en dam laten aanleggen in het midden van [perceel2] , zich daarmee rechtstreeks vanaf de [adres] toegang tot het perceel verschaffend.
2.5.
Tijdens de mondelinge behandeling van deze rechtbank van 18 februari 2014, in de procedure bekend onder zaaknummer C/06/126984 / HA ZA 11-965, hebben partijen in aanvulling op hetgeen is vastgelegd in voornoemd proces-verbaal opnieuw afspraken gemaakt. Er zijn verschillende concepten gewisseld, waarna deze afspraken zijn ondertekend en vastgelegd in het proces-verbaal van de zitting.
2.6.
Onder punt 4 van het proces-verbaal van 18 februari 2014 zijn partijen het volgende overeengekomen:

[ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers krijgen ten behoeve van hun percelen aan de [adres] 14 (kadastraal bekend gemeente [eis.conv./ged.reconv. 1] , [perceel2] ) en ten laste van de kadastrale percelen gemeente [eis.conv./ged.reconv. 1] , sectie L, [perceel1] ( [ged.conv./eis.reconv.3] ) en [perceel3] ( [eis.conv./ged.reconv. 2] ) een erfdienstbaarheid om te komen en te gaan van/naar de [adres] en perceelnummer [perceel2] , zij het uitsluitend te voet of per grasmaaier (al dan niet vergezeld van dieren).
[ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] zullen een duiker plaatsen in de aan de [adres] gelegen hoek van hun [perceel2] en op die duiker een ‘dam’ aanleggen ten behoeve van de toegang tot dit perceel. Vanaf de [adres] kunnen [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] over deze dam hun [perceel2] aan de [adres] 14 rechtstreeks zonder enige beperkingen bereiken, ook met voertuigen.
2.7.
Op 23 december 2015 hebben partijen zich gezamenlijk tot notaris Brinkman van Brinkman & Rensen Notarissen te [eis.conv./ged.reconv. 1] gewend, met het verzoek de gemaakte afspraken bij notariële akte vast te leggen en de erfdienstbaarheid te vestigen.
2.8.
Na het opstellen van diverse conceptaktes is gebleken dat partijen het niet eens kunnen worden over de inhoud en uitvoering van hetgeen is overeengekomen, waaronder de formulering van de in de akte op te nemen erfdienstbaarheid.

3.De vordering in conventie

3.1.
[eis.conv./ged.reconv. 2] vordert dat de rechtbank zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat partijen onder punt 4 van het proces-verbaal van 18 februari 2014 zijn overeengekomen dat:
a. [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] een duiker plaatsen in de aan de [adres] gelegen hoek van [perceel2] en op deze duiker een dam aanleggen ten behoeve van de toegang tot dit perceel waarbij de plek waarop deze duiker en dam geplaatst dienen te worden in productie VI bij dagvaarding is aangewezen met een pijl.
b. er ten behoeve van [perceel2] en ten laste van de percelen 1615 en [perceel3] een erfdienstbaarheid wordt gevestigd inhoudende dat [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers van [perceel2] over de percelen 1615 en [perceel3] (de grasweg) mogen komen en gaan van en naar de [adres] en (via de toegang zoals omschreven bij punt I.a.) [perceel2] , zijnde uitsluitend ter voet of per grasmaaier (al dan niet vergezeld door dieren).
c. [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers bij gebruik van de onder punt I.b geformuleerde erfdienstbaarheid, [perceel2] alleen mogen betreden via de toegang zoals genoemd in punt I.a inhoudende dat [perceel2] niet op een andere plek vanaf de grasweg mag worden betreden.
d. [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] hun [perceel2] via de toegang zoals genoemd in punt I.a vanaf de [adres] zonder beperkingen mogen betreden, ook met voertuigen.
II. bepaalt dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] elk jaar binnen vier weken na 1 juli de beplanting die vanaf hun [perceel2] over het [perceel3] van [eis.conv./ged.reconv. 2] en vanaf [perceel2] over [eis.conv./ged.reconv. 2] ’s parkeerplaats op perceel [perceel3] heen hangt tot aan de erfgrens terugsnoeien en mocht daar door [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] binnen de gestelde termijn niet aan worden voldaan, dan zal het [eis.conv./ged.reconv. 2] zijn toegestaan, zonder daartoe jaarlijks toestemming te behoeven vragen aan [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] , om zelf dan wel in zijn opdracht de beplanting die vanaf hun [perceel2] over het [perceel3] van [eis.conv./ged.reconv. 2] heen hangt tot aan de erfgrens te mogen terugsnoeien tot aan de erfgrens.
III. [gedn.conv./eis.reconv.] . veroordeelt binnen 14 dagen na betekening van het vonnis tot nakoming van de ter comparitie van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, van 18 februari 2014 gemaakte afspraken waarbij punt 4 moet worden uitgelegd op de onder I omschreven wijze, op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedn.conv./eis.reconv.] . in gebreke blijft geheel dan wel gedeeltelijk aan de veroordeling te voldoen.
IV. [gedn.conv./eis.reconv.] . veroordeelt om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis mee te werken aan notariële vastlegging van het proces-verbaal van voortzetting van comparitie gehouden op 18 februari 2014, althans de afspraken hierin genoemd, dit alles op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedn.conv./eis.reconv.] . in gebreke blijft geheel dan wel gedeeltelijk aan de veroordeling te voldoen.
V. [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] primair veroordeelt om het open gedeelte tussen de grasweg en [perceel2] af te zetten met een gesloten hekwerk / gesloten afscheiding ter voorkoming van dat de grasweg door gemotoriseerd verkeer wordt gebruikt dan wel ten behoeve van het weren van autoverkeer van en naar [perceel2] over de grasweg; subsidiair bepaalt dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] ervoor dienen te zorgen dat de grasweg niet wordt gebruikt door gemotoriseerd verkeer om [perceel2] te betreden op straffe van een dwangsom van
€ 500,00 per overtreding.
VI. [gedn.conv./eis.reconv.] . veroordeelt in de kosten van dit geding, waaronder begrepen het salaris van de advocaat, verschotten en nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis en dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis.
3.2.
Aan de vorderingen legt [eis.conv./ged.reconv. 2] , tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, het volgende ten grondslag.
[eis.conv./ged.reconv. 2] stelt dat partijen ter zitting van 18 februari 2014 zijn overeengekomen en dat is vastgelegd onder punt 4 van het proces-verbaal dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] ten behoeve van de toegang tot [perceel2] in de hoek van de [adres] en de grasweg een duiker en dam zullen aanleggen. [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] hebben in 2014 wel een dam aangelegd in het midden van [perceel2] , maar de dam zoals overeengekomen is tot op heden nog niet gerealiseerd. Daarnaast zijn partijen de vestiging van een erfdienstbaarheid overeengekomen op grond waarvan [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers vanaf [perceel2] uitsluitend te voet of per grasmaaier (al dan niet vergezeld door dieren) mogen komen en gaan van en naar de [adres] en – uitsluitend via voornoemde toegang – naar [perceel2] . [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] overtreden regelmatig de tussen partijen gemaakte afspraak door [perceel2] direct na de schuur te betreden. Omdat tot op heden voornoemde afspraken niet zijn nagekomen en de erfdienstbaarheid niet is vastgelegd in een notariële akte vordert [eis.conv./ged.reconv. 2] nakoming en notariële vastlegging van de gemaakte afspraken.
3.3.
[eis.conv./ged.reconv. 2] ervaart voorts overlast bij zijn schuur, houthok en de aan hem toegewezen parkeerplaats van overhangende beplanting vanaf de percelen van [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] en stelt dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] gehouden zijn deze overlast te voorkomen dan wel dat zij [eis.conv./ged.reconv. 2] gelegenheid moeten bieden dit snoeiwerk zelf uit te voeren.
3.4.
Omdat het [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers niet is toegestaan gemotoriseerd gebruik te maken van de grasweg en dit toch plaatsvindt, stelt [eis.conv./ged.reconv. 2] dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] gehouden zijn op de grens van [perceel2] en de grasweg een gesloten afscheiding te plaatsen dan wel gemotoriseerd gebruik van de grasweg op andere wijze te voorkomen.
4.
Het verweer in conventie
4.1.
De conclusie van [gedn.conv./eis.reconv.] . strekt tot afwijzing van het gevorderde en veroordeling van [eis.conv./ged.reconv. 2] in de kosten.
4.2.
[gedn.conv./eis.reconv.] . betwist dat partijen ter zitting van 18 februari 2014 zijn overeengekomen dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] in de aan de [adres] gelegen hoek van [perceel2] een duiker en dam zullen aanleggen. [gedn.conv./eis.reconv.] . betwist voorts dat partijen een erfdienstbaarheid zijn overeengekomen op grond waarvan [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers via de grasweg [perceel2] uitsluitend via deze toegang mag betreden alsook dat [eis.conv./ged.reconv. 2] belang heeft bij de vordering daarvan.
4.3.
Ter zake voert [gedn.conv./eis.reconv.] . als verweer aan dat de reeds door [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] gerealiseerde toegang voor [eis.conv./ged.reconv. 2] minder bezwarend is dan de door hem gevorderde toegang. Voorts heeft [eis.conv./ged.reconv. 2] zijn rechten verwerkt om te klagen over de plaats waar de toegang tot [perceel2] is aangelegd alsook om te klagen over de uitleg die [gedn.conv./eis.reconv.] . aan de op 18 februari 2014 overeengekomen erfdienstbaarheid geeft. [eis.conv./ged.reconv. 2] heeft bovendien nagelaten de overeenkomst van 18 februari 2014 te ontbinden, waardoor deze volgens [gedn.conv./eis.reconv.] . thans onaantastbaar is.
4.4.
[gedn.conv./eis.reconv.] . betwist dat [eis.conv./ged.reconv. 2] overlast ervaart als gevolg van overhangende beplanting vanaf de percelen van [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] en dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] dan wel hun bezoekers gemotoriseerd gebruik hebben gemaakt van de grasweg. [gedn.conv./eis.reconv.] . betwist gehouden te zijn een afscheiding langs [perceel2] te plaatsen dan wel op andere wijze gemotoriseerd verkeer te voorkomen dan zij reeds hebben gedaan. Voor plaatsing van een hek c.q. afscheiding is geen enkele noodzaak en dit dient geen enkel doel, aldus [gedn.conv./eis.reconv.] .

5.De vordering in reconventie

5.1.
[gedn.conv./eis.reconv.] . vordert dat de rechtbank uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat partijen onder punt 4 van het proces-verbaal van 18 februari 2014 zijn overeengekomen dat:
a. ten behoeve van [perceel2] en ten laste van de percelen [perceel1] en [perceel3] een erfdienstbaarheid wordt gevestigd inhoudende dat [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers van [perceel2] over de percelen [perceel1] en [perceel3] mogen komen en gaan van en naar de [adres] en van en naar [perceel2] , zijnde uitsluitend te voet of per grasmaaier (al dan niet vergezeld door dieren);
b. [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] hun [perceel2] via de toegang aan de [adres] , zoals deze vanaf zomer 2013 is aangelegd door [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] , vanaf de [adres] zonder beperkingen kunnen betreden, ook met voertuigen;
II. [eis.conv./ged.reconv. 2] veroordeelt binnen 14 dagen na betekening van het vonnis tot nakoming van de ter comparitie van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, van 18 februari 2014 gemaakte afspraken in het bijzonder mee te werken in het in alinea 4 gestelde te weten:
[ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers krijgen ten behoeve van hun percelen aan de [adres] (kadastraal bekend gemeente [kadastrale gegevens] en ten laste van de kadastrale percelen gemeente [eis.conv./ged.reconv. 1] , [kadastrale gegevens] ( [ged.conv./eis.reconv.3] ,) en [perceel3] ( [eis.conv./ged.reconv. 2] ) een erfdienstbaarheid om te komen en te gaan van/naar de [adres] en perceelnummer [perceel2] , zij het uitsluitend te voet of per grasmaaier (al dan niet vergezeld van dieren) en [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] niet te belemmeren in de uitvoering van deze erfdienstbaarheid binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom, waarbij dit punt moet worden uitgelegd op de onder I. omschreven wijze, althans de beschikking na te komen op een door de rechtbank in goede justitie te bepalen wijze, dit alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat gedaagde in gebreke blijft geheel dan wel gedeeltelijk aan de veroordeling te voldoen;
III. [eis.conv./ged.reconv. 2] veroordeelt te gehengen en gedogen dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers gebruik maken van de ten behoeve van hun percelen aan de [adres] , kadastraal bekend gemeente [kadastrale gegevens] en de [adres] , kadastraal bekend gemeente [eis.conv./ged.reconv. 1] , sectie L nummer [perceel2] en ten laste van de kadastrale percelen gemeente [kadastrale gegevens] ( [ged.conv./eis.reconv.3] ) en [perceel3] ( [eis.conv./ged.reconv. 2] ) aan hen verleende erfdienstbaarheid, om te komen en te gaan van/naar de [adres] en perceelnummer [perceel2] , zij het uitsluitend te voet of per grasmaaier (al dan niet vergezeld van dieren), zonder dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] hiertoe eerst naar de verharde weg moeten lopen/rijden richting [adres] , dit alles op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat gedaagde in gebreke blijft geheel dan wel gedeeltelijk aan de veroordeling te voldoen;
IV. [eis.conv./ged.reconv. 2] verbiedt het proces-verbaal van 18 februari 2014 ten uitvoer te leggen voorzover daarin is bepaald: “
[ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] zullen een duiker plaatsen in de aan de [adres] gelegen hoek van hun [perceel2] en op die duiker een “dam” aanleggen ten behoeve van de toegang tot dit perceel. Vanaf de [adres] kunnen [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] over deze dam hun [perceel2] aan de [adres] 14 rechtstreeks zonder enige beperkingen bereiken, ook met voertuigen.”, dit alles op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat gedaagde in gebreke blijft geheel dan wel gedeeltelijk aan de veroordeling te voldoen;
V. [eis.conv./ged.reconv. 2] veroordeelt om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis mee te werken aan notariële vastlegging van het proces-verbaal van voortzetting van comparitie gehouden op 18 februari 2014, althans de afspraken hierin genoemd, alsmede [eis.conv./ged.reconv. 2] te veroordelen de kosten van deze notariële vastlegging gerekend vanaf 22 augustus 2017 te voldoen, dit alles op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat gedaagde in gebreke blijft geheel dan wel gedeeltelijk aan de veroordeling te voldoen;
VI. [eis.conv./ged.reconv. 2] veroordeelt in de kosten van dit geding, waaronder begrepen het salaris van de advocaat, verschotten en nakosten, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis en dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de 14e dag na betekening van het in deze te wijzen vonnis.
5.2.
Aan de vorderingen legt [gedn.conv./eis.reconv.] ., tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, het volgende ten grondslag.
[gedn.conv./eis.reconv.] . stelt dat partijen ter zitting van 18 februari 2014 een erfdienstbaarheid zijn overeengekomen op grond waarvan [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers te voet of per grasmaaier (al dan niet vergezeld van dieren) van [perceel2] over de grasweg mogen komen en gaan van en naar de [adres] en van en naar [perceel2] , zonder dat zij eerst naar de hoek van [perceel2] en de [adres] behoeven te lopen. Omdat [eis.conv./ged.reconv. 2] ten onrechte heeft nagelaten de gemaakte afspraken na te komen, vordert [gedn.conv./eis.reconv.] . van [eis.conv./ged.reconv. 2] nakoming ervan door mee te werken aan vestiging en notariële vastlegging van de onder punt 4 van het proces-verbaal omschreven erfdienstbaarheid, veroordeling van [eis.conv./ged.reconv. 2] in de kosten van de notariële vastlegging en veroordeling van [eis.conv./ged.reconv. 2] tot het gehengen en gedogen van het overeengekomen gebruik van de grasweg.
5.3.
[gedn.conv./eis.reconv.] . stelt voorts dat met de aanleg van de toegang tot [perceel2] vanaf de [adres] in 2013 is voldaan aan hetgeen partijen ter zake zijn overeengekomen en dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] via deze toegang zonder beperkingen vanaf de [adres] mogen komen en gaan van en naar [perceel2] . Om die reden en omdat de reeds gerealiseerde toegang een voor [eis.conv./ged.reconv. 2] minder bezwarende oplossing is dan een toegang in de aan de [adres] gelegen hoek van [perceel2] , vordert [gedn.conv./eis.reconv.] . een verbod voor [eis.conv./ged.reconv. 2] om het proces-verbaal van 18 februari 2014 ten uitvoer te leggen voorzover daarin is bepaald dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] een duiker en dam zullen plaatsen in de aan de [adres] gelegen hoek van hun [perceel2] ten behoeve van de toegang tot dit perceel.

6.Het verweer in reconventie

6.1.
De conclusie van [eis.conv./ged.reconv. 2] strekt tot afwijzing van het gevorderde met veroordeling van [gedn.conv./eis.reconv.] . in de kosten in reconventie, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis en te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de veertiende dag.
6.2.
[eis.conv./ged.reconv. 2] betwist de uitleg die [gedn.conv./eis.reconv.] . geeft aan punt 4 van het proces-verbaal van 18 februari 2014 en betwist dat een dergelijke erfdienstbaarheid is overeengekomen. [eis.conv./ged.reconv. 2] betwist voorts dat de door [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] gerealiseerde toegang tot [perceel2] vanaf de [adres] voldoet aan hetgeen is overeengekomen. Reden waarom [eis.conv./ged.reconv. 2] betwist gehouden te zijn toegang voor [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers tot [perceel2] direct vanaf de grasweg te moeten gehengen en gedogen. Nu [eis.conv./ged.reconv. 2] de door [gedn.conv./eis.reconv.] . gestelde uitleg van punt 4 van het proces-verbaal betwist dient de vordering van het verbod tot tenuitvoerlegging hiervan te worden afgewezen en kan [eis.conv./ged.reconv. 2] niet gehouden worden tot notariële vastlegging ervan. [eis.conv./ged.reconv. 2] betwist gehouden te zijn de kosten van notariële vastlegging te voldoen, nu het [gedn.conv./eis.reconv.] . is die aan de erfdienstbaarheid een verkeerde uitleg geeft en [eis.conv./ged.reconv. 2] altijd heeft meegewerkt aan notariële vastlegging.

7.De beoordeling in conventie en in reconventie

Verklaringen voor recht
7.1.
De in conventie en reconventie gevorderde verklaringen voor recht lenen zich voor een gezamenlijke beoordeling. Het debat tussen partijen richt zich primair op de vraag wat partijen ter zitting van 18 februari 2014 zijn overeengekomen. Onder punt 4 van het proces-verbaal zijn een tweetal afspraken vastgelegd, te weten de vestiging van een erfdienstbaarheid en de aanleg van een duiker en dam in de aan de [adres] gelegen hoek van [perceel2] . De inhoud van beide afspraken houdt partijen verdeeld.
Ten aanzien van de erfdienstbaarheid
7.2.
Kern van het geschil met betrekking tot de erfdienstbaarheid is de plaats waar [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers te voet [perceel2] vanaf de grasweg kunnen betreden. Volgens [eis.conv./ged.reconv. 2] is dat uitsluitend via een nog aan te leggen toegang in de aan de [adres] gelegen hoek van [perceel2] , terwijl volgens [gedn.conv./eis.reconv.] . [perceel2] te voet op ieder willekeurig punt vanaf de grasweg mag worden betreden.
7.3.
De uitsluitende toegang, via de nog aan te leggen toegang in de aan de [adres] gelegen hoek van [perceel2] , volgt volgens [eis.conv./ged.reconv. 2] uit de taalkundige uitleg van de tweede zin van punt 4 van het proces-verbaal, als hierboven omschreven onder 2.6. Volgens [eis.conv./ged.reconv. 2] moet uit de omschrijving ‘de toegang’ en ‘rechtstreeks zonder enige beperkingen’ worden geconcludeerd, dat partijen de bedoeling hebben gehad om enkel en alleen in de hoek van [perceel2] een toegang tot het perceel te realiseren.
7.4.
[eis.conv./ged.reconv. 2] stelt dat de onder punt 4 van het proces-verbaal overeengekomen erfdienstbaarheid niet los gezien kan worden van de overeengekomen aanleg van een duiker en dam in de hoek van het perceel. Uit het feit dat partijen in 2014 een tweede toegang zijn overeengekomen, volgt dat partijen de bedoeling hadden uitsluitend hier een toegang tot het perceel te realiseren.
7.5.
De zinssnede ‘en [perceel2] ’ is volgens [eis.conv./ged.reconv. 2] pas op het laatste moment aan het einde van de zitting door [gedn.conv./eis.reconv.] . aan de tekst van punt 4 toegevoegd, zonder [eis.conv./ged.reconv. 2] er op te wijzen dat hij daarmee een andere toegang tot [perceel2] dan via de duiker en dam beoogde. In deze toevoeging kan volgens [eis.conv./ged.reconv. 2] dan ook niet de bedoeling van partijen worden gelezen.
7.6.
[gedn.conv./eis.reconv.] . betwist de door [eis.conv./ged.reconv. 2] gestelde bedoeling van partijen en stelt dat het nimmer de bedoeling is geweest een erfdienstbaarheid aan te gaan waarbij [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers [perceel2] te voet slechts aan het eind van de grasweg zouden mogen betreden. Punt 4 van het proces-verbaal van 18 februari 2014 is juist opgenomen om [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] in staat te stellen om te voet van [perceel2] naar [perceel2] via perceel [perceel3] en [perceel1] te gaan en wel via de open zijkant van de grasweg.
[gedn.conv./eis.reconv.] . betwist dat de uitleg van [eis.conv./ged.reconv. 2] uit de tekst van punt 4 is op te maken. De omschrijving ‘rechtstreeks zonder enige beperkingen’ en ‘de toegang’ wijzen volgens [gedn.conv./eis.reconv.] . op het feit dat de toegang vanaf de [adres] ook voor motorvoertuigen bestemd is en [perceel2] aldus via die toegang rechtstreeks en zonder enige beperking kan worden bereikt.
7.7.
De afspraak tot het realiseren van een toegang tot [perceel2] was volgens [gedn.conv./eis.reconv.] . bovendien al eerder gemaakt en had uitsluitend betrekking op de toegang voor gemotoriseerd verkeer.
7.8.
De toevoeging ‘en [perceel2] ’ bevestigt volgens [gedn.conv./eis.reconv.] . dat een erfdienstbaarheid is overeengekomen waarmee het [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers is toegestaan [perceel2] te voet vanaf de grasweg te betreden, zonder dat zij eerst naar het einde van de grasweg moeten lopen. Dat deze woorden op het laatste moment aan het einde van de zitting door [gedn.conv./eis.reconv.] . aan de tekst van punt 4 is toegevoegd, betwist [gedn.conv./eis.reconv.] . Er is volgens [gedn.conv./eis.reconv.] . uitgebreid en in aanwezigheid van twee advocaten over gesproken. Bovendien heeft [eis.conv./ged.reconv. 2] de betekenis van deze woorden volgens [gedn.conv./eis.reconv.] . erkend toen hij dit een ‘slip of the pen’ noemde.
7.9.
Hieromtrent geldt het volgende. Volgens vaste jurisprudentie komt het voor beantwoording van de vraag hoe in een op schrift gestelde overeenkomst de verhouding van partijen is geregeld en of die overeenkomst een leemte laat die moet worden aangevuld, niet alleen aan op de taalkundige uitleg van de bepalingen van die overeenkomst, maar komt het ook aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen van de overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. (ECLI:NL:HR:1981:AG4158). Bij deze uitleg komt betekenis toe aan alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. Tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van partijen kan worden verwacht, kan daarbij mede van belang zijn.
7.10.
In de eerste zin van punt 4 van het proces-verbaal van 18 februari 2014 wordt de erfdienstbaarheid die partijen zijn overeengekomen omschreven. In die omschrijving is de door [eis.conv./ged.reconv. 2] gestelde voorwaarde, althans beperking dat [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers vanaf de grasweg [perceel2] uitsluitend kunnen betreden via een nog aan te leggen toegang in de aan de [adres] gelegen hoek van [perceel2] , niet opgenomen.
7.11.
Deze beperking van de toegang tot [perceel2] volgt bovendien niet uit de in de tweede zin van punt 4 opgenomen woorden ‘de toegang’. Naast gebruik van ‘de toegang’ blijft het immers mogelijk het perceel direct vanaf de grasweg te betreden. Dit volgt evenmin uit de in de derde zin opgenomen woorden ‘rechtstreeks zonder enige beperkingen’ nu dit ziet op de toegang voor gemotoriseerd verkeer.
7.12.
De uitleg die [eis.conv./ged.reconv. 2] aan de overeengekomen erfdienstbaarheid geeft, rijmt bovendien niet met de toegevoegde zinssnede ‘en [perceel2] ’, terwijl [eis.conv./ged.reconv. 2] met zijn stelling dat deze zinssnede op het laatste moment aan de omschrijving van de erfdienstbaarheid is toegevoegd, erkent dat aan deze toevoeging betekenis toekomt. Omdat de tekst onder punt 4 van het proces-verbaal tot stand is gekomen na de mogelijkheid voor partijen tot rijp beraad en in aanwezigheid van hun advocaten, mag aan die tekst en de taalkundige uitleg ervan waarde worden gehecht. Ook wanneer een zinssnede op een laat moment zou zijn toegevoegd, zoals [eis.conv./ged.reconv. 2] stelt.
7.13.
De door [gedn.conv./eis.reconv.] . betwiste afspraak tot aanleg van een tweede duiker en dam ondersteunt de stelling van [eis.conv./ged.reconv. 2] aangaande de toegang tot [perceel2] niet. De door [eis.conv./ged.reconv. 2] gevorderde aanleg van de tweede toegang ziet op een toegang voor gemotoriseerd verkeer. Hetgeen steun vindt in de verklaring van [eis.conv./ged.reconv. 2] dat hij deze tweede toegang wenst, omdat de huidige toegang tot de [adres] in het midden van [perceel2] niet voldoet, nu deze een ongewenst rondje met auto’s mogelijk maakt (erin via de toegang in het midden, eruit via de grasweg en/of andersom).
7.14.
Dat de hoofdregel volgens [eis.conv./ged.reconv. 2] is dat ontsluiting via de openbare weg plaatsvindt en [perceel2] bereikbaar is zonder recht van overpad, noopt niet tot een andere uitleg van de door partijen gemaakte afspraak. Het staat partijen immers vrij anders overeen te komen.
7.15.
Op grond van het voorgaande wordt geoordeeld dat de zin die [eis.conv./ged.reconv. 2] toekent aan punt 4 van het proces-verbaal niet volgt uit de bewoordingen en evenmin uit de overige omstandigheden van het geval. Terwijl [gedn.conv./eis.reconv.] ., op grond van de bewoordingen van het proces-verbaal en de daarbij komende omstandigheden van het geval, redelijkerwijs mocht verwachten dat partijen hebben beoogd een erfdienstbaarheid overeen te komen, waarbij [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers [perceel2] te voet direct vanaf de grasweg kunnen betreden, zonder daartoe een mogelijkerwijs nog aan te leggen toegang in de aan de [adres] gelegen hoek van [perceel2] te moeten gebruiken.
7.16.
Voor zover [eis.conv./ged.reconv. 2] vernietiging van de aldus uit te leggen overeenkomst op grond van dwaling vordert – dit volgt uit het lichaam van de dagvaarding, maar niet uit het petitum – heeft [eis.conv./ged.reconv. 2] onvoldoende gesteld ter onderbouwing van dit beroep op dwaling, zodat dit verder onbesproken zal blijven.
7.17.
Een andere vraag is dan nog of [gedn.conv./eis.reconv.] ., zoals [eis.conv./ged.reconv. 2] ook stelt, geen belang heeft bij toegang tot [perceel2] anders dan in de aan de [adres] gelegen hoek, nu dit slechts een tiental meters verder lopen is. [gedn.conv./eis.reconv.] . betwist geen belang te hebben bij zijn vordering, nu er vanaf [perceel2] eenvoudigere routes zijn om te voet naar [perceel2] en terug te gaan, dan eerst naar het eind van de grasweg te lopen. [perceel2] kan immers rechtstreeks bereikt worden door de grasweg over te steken.
7.18.
Voor de beantwoording van die vraag dient te worden aangesloten bij het bepaalde in artikel 3:303 Burgerlijk Wetboek. Het belang dient de vordering te rechtvaardigen, volgt uit de omstandigheden van het geval en dient voldoende concreet te zijn.
7.19.
[eis.conv./ged.reconv. 2] wordt niet gevolgd in zijn standpunt dat [gedn.conv./eis.reconv.] . geen belang heeft bij de door hem voorgestane uitleg van de erfdienstbaarheid. Het rechtstreeks oversteken van de grasweg, om vanaf [perceel2] van en naar [perceel2] te komen en te gaan, is een eenvoudigere en kortere route dan de door [eis.conv./ged.reconv. 2] voorgestelde route. Dit betreft een concreet belang, hetgeen de vordering van [gedn.conv./eis.reconv.] . rechtvaardigt.
7.20.
Het voorgaande brengt mee dat de vordering in conventie aangaande de overeengekomen erfdienstbaarheid zal worden afgewezen. In reconventie zal voor recht worden verklaard dat partijen onder punt 4 van het proces-verbaal van 18 februari 2014 zijn overeengekomen dat ten behoeve van [perceel2] en ten laste van de percelen [perceel1] en [perceel3] een erfdienstbaarheid wordt gevestigd inhoudende dat [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers van [perceel2] over de percelen [perceel1] en [perceel3] mogen komen en gaan van en naar de [adres] en van en naar [perceel2] , zijnde uitsluitend te voet of per grasmaaier (al dan niet vergezeld door dieren).
7.21.
Met afwijzing van door [eis.conv./ged.reconv. 2] gevorderde verklaring voor recht kunnen de overige door [gedn.conv./eis.reconv.] . aangevoerde verweren onbesproken blijven.
Ten aanzien van duiker en dam
7.22.
Kern van het geschil met betrekking tot de onder punt 4 van het proces-verbaal van 18 februari 2014 genoemde aan te leggen duiker en dam is dat partijen volgens [eis.conv./ged.reconv. 2] zijn overeengekomen dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] een duiker plaatsen in de aan de [adres] gelegen hoek van [perceel2] en op deze duiker een dam aanleggen ten behoeve van een tweede toegang tot dit perceel, terwijl [ged.conv./eis.reconv.1] cs dit betwist.
7.23.
[gedn.conv./eis.reconv.] . stelt dat de in het proces-verbaal genoemde toegang reeds in 2013 is aangelegd en dat deze ter zitting in 2014 ook ter sprake is gekomen. Toen is vastgesteld dat de toegang weliswaar niet in de hoek is aangelegd, maar wel voldoet aan het doel van de bepaling, te weten het realiseren van een directe toegang voor [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] tot [perceel2] vanaf de [adres] ter voorkoming van gemotoriseerd gebruik van het perceel van [eis.conv./ged.reconv. 2] . Volgens [gedn.conv./eis.reconv.] . heeft [eis.conv./ged.reconv. 2] nimmer enig bezwaar geuit tegen de toegang op deze plaats.
7.24.
Niet in geschil is dat onder punt 4 van het proces-verbaal is opgenomen dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] in de aan de [adres] gelegen hoek van de grasweg een dam en duiker zullen plaatsen.
7.25.
Ook hier geldt echter dat een partij een rechtens te respecteren belang moet hebben bij de gevorderde verklaring voor recht. Dit belang moet voldoende concreet zijn en uit de omstandigheden van het geval volgen.
7.26.
Nu [gedn.conv./eis.reconv.] . betwist dat [eis.conv./ged.reconv. 2] bij de door hem gevorderde verklaring voor recht een rechtens te respecteren belang heeft en aanvoert dat deze afspraak per abuis in het proces-verbaal van 2014 is blijven staan en de grasweg bovendien minder belast wordt door gemotoriseerd verkeer als gevolg van de reeds in het midden van [perceel2] gerealiseerde toegang, had het op weg van [eis.conv./ged.reconv. 2] gelegen om gemotiveerd te stellen op grond waarvan hij belang heeft bij de verklaring voor recht. [eis.conv./ged.reconv. 2] heeft dit nagelaten, zodat dit belang niet is vast komen te staan en de ter zake gevorderde verklaring voor recht zal worden afgewezen.
7.27.
De door [gedn.conv./eis.reconv.] . in reconventie gevorderde verklaring voor recht dat partijen zijn overeengekomen dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] hun [perceel2] via de toegang aan de [adres] , zoals deze vanaf zomer 2013 is aangelegd door [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] , zonder beperkingen en met voertuigen kunnen betreden, zal eveneens worden afgewezen. Uit de tekst noch uit overige omstandigheden blijkt dat partijen dit zijn overeengekomen. Zoals eerder overwogen heeft de tweede zin van punt 4 van het proces-verbaal betrekking op een toegang in de aan de [adres] gelegen hoek van [perceel2] .
7.28.
Nu wordt geoordeeld dat [eis.conv./ged.reconv. 2] geen rechtens te respecteren belang heeft bij nakoming van de in het proces-verbaal van 18 februari 2014 opgenomen verplichting tot aanleg door [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] van een duiker en dam in de aan de [adres] gelegen hoek van [perceel2] , zal het door [ged.conv./eis.reconv.1] cs gevorderde verbod tot ten uitvoerlegging van dit deel van het proces-verbaal worden toegewezen. Hierbij zal de door [ged.conv./eis.reconv.1] cs gevorderde dwangsom als prikkel tot nakoming worden toegewezen.
Nakoming en meewerken aan notariële vastlegging
7.29.
Zowel [eis.conv./ged.reconv. 2] als [gedn.conv./eis.reconv.] . vorderen veroordeling van de ander, op straffe van een dwangsom, tot nakoming van de afspraken zoals deze op 18 februari 2014 tussen partijen zijn overeengekomen. Ook vorderen zowel [eis.conv./ged.reconv. 2] als [gedn.conv./eis.reconv.] . veroordeling van de ander tot medewerking aan notariële vastlegging van hetgeen is overeengekomen op
14 februari 2014, binnen 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis, op straffe van een dwangsom.
7.30.
Nu de in conventie gevorderde verklaring voor recht, ter zake hetgeen partijen op 18 februari 201 zijn overeengekomen, zal worden afgewezen en de in reconventie gevorderde verklaring voor recht gedeeltelijk zal worden toegewezen, zal [eis.conv./ged.reconv. 2] worden veroordeeld tot nakoming van de afspraken en medewerking aan notariële vastlegging van hetgeen partijen op 14 februari 2014 zijn overeengekomen. In verband met het belang van [gedn.conv./eis.reconv.] . bij nakoming en medewerking aan vastlegging van de afspraken door [eis.conv./ged.reconv. 2] en het feit dat inmiddels ruim zeven jaren zijn verstreken sinds partijen tot vastlegging van de afspraken zijn overgegaan, zal [eis.conv./ged.reconv. 2] op straffe van een dwangsom, op de hierna te vermelden wijze, tot nakoming en medewerking aan notariële vastlegging worden verplicht.
7.31.
De door [gedn.conv./eis.reconv.] . gevorderde veroordeling van [eis.conv./ged.reconv. 2] in de kosten van notariële vastlegging zal worden afgewezen. [gedn.conv./eis.reconv.] . heeft nagelaten omstandigheden te stellen op grond waarvan [eis.conv./ged.reconv. 2] verplicht is deze kosten te voldoen. Niet gebleken is dat partijen dit zijn overeengekomen en voorzover beoogd is te stellen dat [eis.conv./ged.reconv. 2] extra werk heeft veroorzaakt en dat dit tot hogere notariskosten leidt, heeft [gedn.conv./eis.reconv.] . nagelaten dit te onderbouwen. Nu partijen niet zijn overeengekomen dat één van hen de kosten van notariële vastlegging draagt, moet er redelijkerwijs van worden uitgegaan dat deze kosten worden gedeeld.
OVERIGE VORDERINGEN IN CONVENTIE
7.32.
In verband met overlast als gevolg van overhangende beplanting vanaf de percelen van [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] vordert [eis.conv./ged.reconv. 2] dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] elk jaar binnen vier weken na 1 juli overhangende beplanting snoeien dan wel dat het [eis.conv./ged.reconv. 2] zal zijn toegestaan om, zonder voorafgaand verzoek, zelf dan wel in zijn opdracht, de overhangende beplanting tot aan de erfgrens terug te (laten) snoeien.
7.33.
Hoewel [gedn.conv./eis.reconv.] . betwist dat [eis.conv./ged.reconv. 2] overlast heeft van overhangende beplanting, stemmen [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] ermee in dat [eis.conv./ged.reconv. 2] na 1 juli eventuele overhangende beplanting terugsnoeit, zij het vanaf eigen perceel, zonder onnodige schade en als dat vice versa ook geldt. Nu [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] hebben aangegeven onder voornoemde voorwaarden vrijwillig aan het gevorderde tegemoet te komen en [eis.conv./ged.reconv. 2] ter zitting heeft aangegeven zich hierin te kunnen vinden, kan het door [eis.conv./ged.reconv. 2] gevorderde onder deze voorwaarden worden toegewezen.
7.34.
Ter aanzien van het door [eis.conv./ged.reconv. 2] gevorderde hekwerk/afscheiding langs [perceel2] dan wel dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] worden veroordeeld gemotoriseerd verkeer over de grasweg te voorkomen, is door [eis.conv./ged.reconv. 2] gesteld dat in strijd met de gemaakte afspraken gemotoriseerd gebruik gemaakt is van de grasweg en dat daarmee onrechtmatige hinder is veroorzaakt. [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] betwisten de ten aanzien van de grasweg gemaakte afspraken niet te zijn nagekomen.
7.35.
Het antwoord op de vraag of sprake is van onrechtmatige hinder hangt af van de aard, ernst en duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waarbij onder meer rekening dient te worden gehouden met het gewicht van de belangen die door de hinder toebrengende activiteit worden gediend, en de mogelijkheid – mede gelet op de daaraan verbonden kosten – en de bereidheid om maatregelen te treffen ter voorkoming van (verdere) schade.
7.36.
Nu [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] betwisten dat door hen dan wel door hun bezoekers gemotoriseerd gebruik gemaakt is van de grasweg, had het op weg van [eis.conv./ged.reconv. 2] gelegen tenminste nader te onderbouwen wat de aard, ernst en duur van de hinder is geweest. Nu [eis.conv./ged.reconv. 2] slechts foto’s met bandensporen heeft overlegd, wordt geoordeeld dat [eis.conv./ged.reconv. 2] onvoldoende heeft gesteld om aan te nemen dat in deze sprake is van onrechtmatige hinder. Daarom zal zowel de primaire als subsidiaire vordering van [eis.conv./ged.reconv. 2] worden afgewezen.
OVERIGE VORDERINGEN IN RECONVENTIE
7.37.
Nu wordt vastgesteld dat een erfdienstbaarheid is overeengekomen op grond waarvan het [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers zal zijn toegestaan [perceel2] rechtstreeks vanaf de grasweg te betreden, zal de vordering van [gedn.conv./eis.reconv.] . [eis.conv./ged.reconv. 2] te veroordelen, op straffe van een dwangsom, te gehengen en gedogen dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers te voet of per grasmaaier (al dan niet vergezeld door dieren) [perceel2] rechtstreeks vanaf de grasweg betreden, worden toegewezen. De ter zake gevorderde dwangsom zal, op de hierna te vermelden wijze, als prikkel tot nakoming worden toegewezen nu [gedn.conv./eis.reconv.] . belang heeft bij nakoming door [eis.conv./ged.reconv. 2] van de hierbij aan hem opgelegde verplichting.
7.38.
Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal [eis.conv./ged.reconv. 2] op de hierna te vermelden wijze in de proceskosten van [gedn.conv./eis.reconv.] . in conventie en reconventie worden veroordeeld.
7.39.
De proceskosten in conventie aan de zijde van [gedn.conv./eis.reconv.] . worden begroot op:
- griffierecht € 304,00
- salaris advocaat
€ 1.994,00(2,0 punten × tarief € 997,00)
Totaal € 2.298,00
7.40.
De proceskosten in reconventie aan de zijde van [gedn.conv./eis.reconv.] . worden begroot op:
- salaris advocaat
€ 997,00(1,0 punt × tarief € 997,00)
Totaal € 997,00
7.41.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

8.De beslissing

De rechtbank
In conventie
8.1.
bepaalt dat het [eis.conv./ged.reconv. 2] zal zijn toegestaan om zelf dan wel in diens opdracht elk jaar binnen vier weken na 1 juli de beplanting, die vanaf de percelen van [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] over de percelen van [eis.conv./ged.reconv. 2] en over [eis.conv./ged.reconv. 2] ’s parkeerplaats heen hangt, vanaf eigen perceel, zonder onnodige schade en zonder daartoe jaarlijks toestemming te behoeven vragen, tot aan de erfgrens terug te snoeien, onder de voorwaarde dat het [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] ook zal zijn toegestaan zelf dan wel in diens opdracht elk jaar binnen vier weken na 1 juli de beplanting, die vanaf de percelen van [eis.conv./ged.reconv. 2] over de percelen van [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] heen hangt, vanaf eigen perceel, zonder onnodige schade en zonder daartoe jaarlijks toestemming te behoeven vragen, tot aan de erfgrens terug te snoeien;
8.2.
veroordeelt [eis.conv./ged.reconv. 2] in de kosten van dit geding aan de zijde van [gedn.conv./eis.reconv.] in conventie, tot op heden begroot op € 2.298,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
8.3.
wijst de overige vorderingen in conventie af;
In reconventie
8.4.
verklaart voor recht dat partijen onder punt 4 van het proces-verbaal van
18 februari 2014 zijn overeengekomen dat ten behoeve van [perceel2] en ten laste van de percelen [perceel1] en [perceel3] een erfdienstbaarheid wordt gevestigd inhoudende dat [ged.conv./eis.reconv.1] , [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers van [perceel2] over de percelen [perceel1] en [perceel3] mogen komen en gaan van en naar de [adres] en van en naar [perceel2] , zijnde uitsluitend te voet of per grasmaaier (al dan niet vergezeld door dieren), zonder dat zij eerst naar de hoek van [perceel2] en de [adres] behoeven te lopen;
8.5.
veroordeelt [eis.conv./ged.reconv. 2] tot nakoming van hetgeen partijen op 18 februari 2014 zijn overeengekomen alsook medewerking aan notariële vastlegging hiervan, binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, met dien verstande dat punt 4 van het proces-verbaal wordt verstaan als hierboven voor recht is verklaard, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag, een dagdeel daaronder begrepen, tot een maximum van € 10.000,-, dat [eis.conv./ged.reconv. 2] hierin in gebreke blijft;
8.6.
verbiedt [eis.conv./ged.reconv. 2] het proces-verbaal van 18 februari 2014 ten uitvoer te leggen, voorzover daarin is bepaald dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] een duiker zullen plaatsen in de aan de [adres] gelegen hoek van hun [perceel2] en op die duiker een dam zullen aanleggen ten behoeve van de toegang tot dit perceel, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag, een dagdeel daaronder begrepen, tot een maximum van
€ 10.000,-, dat [eis.conv./ged.reconv. 2] hierin in gebreke blijft;
8.7.
veroordeelt [eis.conv./ged.reconv. 2] te gehengen en gedogen dat [ged.conv./eis.reconv.1] en [ged.conv./eis.reconv.2] en hun bezoekers te voet of per grasmaaier (al dan niet vergezeld door dieren) [perceel2] rechtstreeks vanaf de grasweg betreden, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag, een dagdeel daaronder begrepen, tot een maximum van
€ 10.000,-, dat [eis.conv./ged.reconv. 2] hierin in gebreke blijft;
8.8.
veroordeelt [eis.conv./ged.reconv. 2] in de kosten van dit geding aan de zijde van [gedn.conv./eis.reconv.] in reconventie, tot op heden begroot op € 997,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
8.9.
veroordeelt [eis.conv./ged.reconv. 2] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eis.conv./ged.reconv. 2] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
8.10.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W.R. Koch en in het openbaar uitgesproken op
23 juni 2021.
Ko/DB