Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van
[naam eiser] , te [woonplaats] , eiser,
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Utrecht, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Stb.124, Kamerstukken II, 20 874, nr. 3, blz. 2). Beoogd is om op forfaitaire wijze meer rekening te houden met het privé-element in bepaalde uitgaven (Wet van 27 april 1989,
Stb.123, Kamerstuk 20 873 B, blz. 11). De wetgever heeft zich bij de uitwerking van de wens om de aftrek van gemengde kosten verder te beperken derhalve mede laten leiden door overwegingen van praktische aard. Tegen deze achtergrond begrijpt het Hof dat de wetgever de tot een ondernemingsvermogen behorende woningen van de in artikel 8b, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 1°, van de Wet opgenomen aftrekbeperking heeft uitgezonderd en op die wijze de werkingssfeer van genoemde bepaling mede heeft begrensd. Naar het oordeel van het Hof vormt het hiervoor vermelde streven om de aftrekbaarheid van gemengde kosten ook op een pragmatische wijze te beperken voor evenbedoelde begrenzing een objectieve en redelijke rechtvaardiging. Dat de in dat kader gemaakte keuzen een arbitrair karakter kunnen hebben is welhaast onvermijdelijk en - zij het in algemene bewoordingen - door de wetgever onderkend. Het vorenstaande leidt ertoe dat het Hof voor de rechter geen grond ziet om in de bij de vormgeving van artikel 8b van de Wet door de wetgever gemaakte afwegingen te treden en de door belanghebbende aan de orde gestelde ongelijkheid weg te nemen of te compenseren.
Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;