Op 17 juni 2021 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak over een omgevingsvergunning voor een wasplaats, sleufsilo’s en een uitweg. De eisers, [Eiser A] en [Eiseres B], hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem, dat een omgevingsvergunning had verleend aan de derde-partij voor de bouw van deze bouwwerken. In het primaire besluit van 11 april 2019 werd de vergunning verleend, maar in het bestreden besluit van 9 april 2020 werd het bezwaar van de eisers ongegrond verklaard en het primaire besluit in stand gelaten, met de aanpassing dat de vergunning alleen nog gold voor de uitweg, omdat de wasplaats en sleufsilo’s vergunningsvrij zouden zijn.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de wasplaats en sleufsilo’s gelet op hun constructie als bouwwerken moeten worden aangemerkt, waarvoor een omgevingsvergunning voor de activiteit 'bouwen' vereist is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bouwwerken niet vergunningsvrij zijn op grond van de relevante artikelen van het Besluit omgevingsrecht (Bor). De rechtbank vernietigde het bestreden besluit voor wat betreft de bouwwerken en oordeelde dat verweerder een nieuwe beslissing op bezwaar moet nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitspraak.
Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eisers tot een bedrag van € 1.068 en bepaald dat het door de eisers betaalde griffierecht van € 178 vergoed moet worden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om zelf in de zaak te voorzien door de aanvraag te weigeren, maar heeft wel benadrukt dat naast de omgevingsvergunning voor de activiteit 'bouwen' ook een vergunning voor 'gebruik in strijd met het bestemmingsplan' vereist is, gezien de aanvraag in strijd is met het vigerende bestemmingsplan.