Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
de rechtbank begrijpt: [benadeelde 1]) een duw heeft gegeven, waardoor hij over zijn fiets heen viel. [medeverdachte 5] heeft hem direct daarna een klap gegeven met zijn rechter vuist. [verdachte] en [medeverdachte 6] kwamen erbij en [medeverdachte 7] was aan het filmen. [medeverdachte 5] heeft de man nog een klap gegeven. [4]
Van het primair ten laste gelegde medeplegen van doodslag heeft de officier van justitie vrijspraak gevraagd.
Ten slotte dient [verdachte] te worden vrijgesproken van alle medeplichtigheidsvarianten die ten laste zijn gelegd. Opzet op het grondfeit ontbreekt en opzet op de ondersteuning ook. [medeverdachte 1] is niet gebracht naar de plek waar de ontmoeting was gepland. [medeverdachte 1] heeft zichzelf daartoe begeven zonder dat hij daartoe is beïnvloed of anderszins is bewogen door [verdachte] . Er is geen sprake van bevorderen of vergemakkelijken, waardoor niet tot behulpzaamheid kan worden gekomen.
ongunstige, rechtbank] prognose. Vervolgens is de man gedetubeerd. Op 29 oktober 2020, om 00.30 uur, is de man overleden. Hij is niet meer bij bewustzijn geweest. De man bleek [slachtoffer 1] (hierna: het slachtoffer) te zijn. [11]
hersenbalk, rechtbank] scheuren vertoont. Dat maakt het volgens de patholoog aannemelijker dat de stomp botsende krachtinwerking een rol heeft gespeeld bij het scheuren van het aneurysma, dan dat dat spontaan is gebeurd. Ook kan een krachtinwerking op het hoofd in zijn algemeenheid leiden tot scheuring van een aneurysma. Verder heeft de patholoog verklaard dat het gelet op het tijdsverloop waarschijnlijker is dat de stomp botsende krachtinwerking een rol heeft gespeeld dan de 3-MMC. Het is volgens de patholoog mogelijk dat de 3-MMC een zelfstandige oorzaak is, maar dat is gezien het tijdsverloop minder waarschijnlijk. De 3-MMC is namelijk ingenomen voorafgaand aan de geweldpleging. [36]
3.De bewezenverklaring
/of[medeverdachte 2] en
/of[medeverdachte 3] en
/of[medeverdachte 4] op
of omstreeks28 oktober 2020 in de gemeente Arnhem, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen,aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een massale bloeding onder de hersenvliezen,
heeft/hebben toegebracht, door die [slachtoffer 1] een of meerma(a)l(en)
(met kracht)te schoppen en/of te trappen
en/of te slaanen
/ofte stompen en
/ ofte duwen, terwijl het feit de dood van die [slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad,
of omstreeks12 oktober 2020 in de gemeente Arnhem, openlijk, te weten in het Sonsbeekpark,
in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten
/ofhet (intimiderend) insluiten van/indringen op die [benadeelde 1] en
/ofhet (met kracht) op/tegen het hoofd en/of elders op het lichaam slaan en/of stompen en/of schoppen en/of trappen van die [benadeelde 1] en
/ofhet zeggen/roepen tegen die [benadeelde 1] : ‘kankerhomo’ en
/of‘viezerik’ en
/of‘pedofiel’,
of omstreeks12 oktober 2020 in de gemeente Arnhem, openlijk, te weten op/aan de Rijnkade,
in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, te wetenin de centrale hal van het perceel [adres 2] , in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 3] ,
/ofhet zeggen/ roepen tegen die [slachtoffer 3] 'pedo',
of omstreeks6 oktober 2020 in de gemeente Arnhem, openlijk, te weten op/aan de Rietgrachtstraat,
in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 4] ,
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
jeugddetentie voor de duur van zes maanden;
strafbaar feit;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
werkstraf van 200 uren, met bevel dat als deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 100 dagen;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 2] , een bedrag te betalen van in totaal € 19.995,52 aan materiële schade en affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente over de affectieschade (€ 17.500,-) vanaf 29 oktober 2020 en vermeerderd met de wettelijke rente over de materiële schade (€ 2.495,52) vanaf 31 maart 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen nul dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
[benadeelde 3]van in totaal € 18.479,90 aan materiële schade en affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente over de affectieschade
[benadeelde 4]van in totaal € 24.195,55 aan materiële schade en affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente over de affectieschade
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] voor het overige niet-ontvankelijk in het verzoek om vergoeding van materiële en immateriële schade;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 1] , een bedrag te betalen van € 75,- aan materiële schade en
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;