ECLI:NL:RBGEL:2021:1508
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor gebruik houtschuur voor begrafenissen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 19 maart 2021 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoekster die een last onder dwangsom had gekregen van de gemeente Epe. De last hield in dat verzoekster een dwangsom van € 5000 verbeurt per keer dat er een begrafenis wordt gehouden in haar houtschuur, met een maximum van € 25.000. De gemeente stelde dat het houden van begrafenissen in strijd was met het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning voor de houtschuur. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
Tijdens de online zitting op 19 maart 2021 was verzoekster vertegenwoordigd door haar directeur en een gemachtigde, terwijl de gemeente werd vertegenwoordigd door haar gemachtigden. Een derde-partij was ook aanwezig, vertegenwoordigd door mr. C. Bolhuis. Na de behandeling van de zaak heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster niet had aangetoond dat er zicht was op legalisatie van het gebruik van de houtschuur voor begrafenissen. Hoewel verzoekster een aanvraag voor een omgevingsvergunning had ingediend, was deze nog niet behandeld en de gemeente had aangegeven niet bereid te zijn om mee te werken aan legalisatie. De voorzieningenrechter concludeerde dat het gebruik van de houtschuur voor begrafenissen niet was toegestaan en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die handhaving konden rechtvaardigen. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in een eventueel bodemgeding.