Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer (met voorwaardelijke tegenverzoeken)
4.De beoordeling
ernstigverwijtbaar heeft gehandeld. Het is de kantonrechter namelijk niet gebleken dat [werkgever] opzettelijk een verstoorde arbeidsverhouding heeft willen creëren, op grond waarvan de arbeidsovereenkomst kon worden beëindigd. Dat heeft [verweerster] wel gesteld, maar in het geheel niet onderbouwd. Dat [werkgever] op een andere wijze grovelijk haar verplichtingen niet is nagekomen heeft [verweerster] ook niet onderbouwd.
nahet mislukken van dit mediation traject een finaal aanbod heeft gedaan aan [verweerster] in een ultieme poging nog tot overeenstemming te komen. Dat dit aanbod is gedaan na afloop van het mediation traject heeft de advocaat van [verweerster] tevens per e-mail bevestigd (zie 2.10). Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [werkgever] dan ook niet de mediationovereenkomst geschonden door de inhoud van dit finale aanbod in het verzoekschrift te zetten. Dat dit finale aanbod sterk overeenkomt met hetgeen partijen in mediation hebben besproken, doet aan dat oordeel niet af. Nu het doel van de mediation was om tot overeenstemming te komen over de voorwaarden waaronder het dienstverband zou worden beëindigd, is het immers vanzelfsprekend dat het finale aanbod dezelfde punten bevat.