Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure in de zaak 19-35
- het tussenvonnis van 25 maart 2020 (hierna: het tussenvonnis)
- de akte uitlating causaal verband toerekenbaarheid schade en toepasselijk recht van Affco c.s. van 3 juni 2020
- de akte omtrent gederfde winst (schade) van Affco c.s. van 12 augustus 2020
- de antwoordakte na tussenvonnis van [gedaagde] van 12 augustus 2020
- de akte overlegging bewijsstukken & wijziging eis ex artikel 130 Rv van Affco c.s. van 21 januari 2021
- de akte overlegging producties van [gedaagde] van 21 januari 2021
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 21 januari 2021.
2.De procedure in de zaak 19-36
- het tussenvonnis van 25 maart 2020 (hierna: het tussenvonnis)
- de akte uitlating causaal verband toerekenbaarheid schade en toepasselijk recht van Affco c.s. van 3 juni 2020
- de antwoordakte uitlaten na vonnis van 25 maart 2020, tevens verzoek om terug te komen van beslissingen van [gedaagde 2] van 29 juli 2020
- de akte omtrent gederfde winst (schade) van Affco c.s. van 12 augustus 2020
- de akte overlegging bewijsstukken & wijziging eis ex artikel 130 Rv van Affco c.s. van 21 januari 2021
- de akte overleggen producties van [gedaagde 2] van 21 januari 2021
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 21 januari 2021.
3.De verdere beoordeling in beide zaken
De kern van het tussenvonnis
daadwerkelijkvoor Affco c.s. klaarstonden en om ervoor te zorgen dat deze conform afspraak aan Affco c.s. zouden worden afgegeven. Dat hebben [gedaagde] en [gedaagde 2] niet gedaan.
negatiefcontractsbelang.
11.249,00(3,5 punt × tarief € 3.214,00)