Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 februari 2020;
- de akte overlegging producties zijdens [gedaagden] ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 10 november 2020.
een miljoen tien duizend zevenhonderd zeventig gulden(ƒ. 1.010.770,--), welk bedrag is voldaan door storting op een rekening van de notaris. […] De comparanten sub 3 verklaarden kwitantie te verlenen voor de betaalde toegift.
3.Het geschil
€ 1.083.695,00 althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 januari 2012 althans vanaf een door de rechtbank te bepalen moment tot aan de dag der algehele voldoening;
4.De beoordeling
Inleiding
afgraving”, “
bovengenoemde hermeting”, en “
verrekening”. Zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, is onduidelijk op grond waarvan deze woorden in meervoudige zin begrepen moeten worden.
de ontgronding”, “
een hermeting” (steeds in enkelvoud) zou plaatsvinden en niet bijvoorbeeld dat er na iedere toekomstige ontgronding hermetingen zouden worden gedaan, wat, als dat de uitkomst van nadere besprekingen zou zijn geweest, dan wel verwacht had mogen worden als in de brief te zijn vermeld.
speciewinning en de reconstructie van de contouren van Fort Nassau”, omdat die ook kunnen aansluiten bij de speciewinning met het specifieke doel zoals beschreven in de brief van 10 oktober 1995. Uit de enkele omstandigheid dat in de brief van 19 oktober 1995, anders dan in de brief van 10 oktober 1995, niet meer expliciet wordt gesproken over het dijkverbeteringsproject in de dijkvakken Heerewaarden en Afferden-[plaats] kan niet worden afgeleid dat op dat punt nader is onderhandeld, dat het doel van de te winnen specie in de tweede brief welbewust is weggelaten of dat partijen tussen 10 en 19 oktober 1995 zijn overeengekomen dat iedere toekomstige zand- en speciewinning die ooit nog zou plaatsvinden steeds tot hermetingen en nabetaling zou moeten leiden. Daar komt bij dat als onbetwist vaststaat dat het Waterschap gezien haar publiekrechtelijke taak geen winstoogmerk had en dat het zonder specifiek doel afgraven van specie daarbij niet past en dat het in dat verband dan ook niet voor de hand zou hebben gelegen daarover nadere bedingen overeen te komen.
7.712,00(2,0 punten × tarief € 3.856,00)