Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van
[derde partij]te [woonplaats].
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 5 maart 2021 uitspraak gedaan over de omgevingsvergunning die is verleend aan een derde-partij voor de realisatie van een biologische pluimveehouderij met 13 stallen. De eisers, omwonenden van de beoogde pluimveehouderij, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem, dat op 23 juli 2019 de vergunning verleende. De rechtbank heeft onderzocht of de eisers als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt, gezien de geurbelasting die de pluimveehouderij met zich meebrengt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geurbelasting voor alle eisers boven de streefwaarde ligt, wat hen aanmerkt als belanghebbenden. De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij het Gelderse geurbeleid en geconcludeerd dat de eisers gevolgen van enige betekenis ondervinden van de geurhinder. De rechtbank heeft ook het relativiteitsvereiste besproken en vastgesteld dat dit niet in de weg staat aan de inhoudelijke behandeling van de beroepsgronden van eisers. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eisers, waaronder de strijdigheid met de gebiedsvisie en de omgevingsverordening, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de omgevingsvergunning niet in strijd is met de wetgeving en dat de gezondheidsrisico's, zoals aangegeven door de GGD, niet zodanig zijn dat de vergunning geweigerd moest worden. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.