ECLI:NL:RBGEL:2020:7675

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 september 2020
Publicatiedatum
22 augustus 2024
Zaaknummer
C/05/362837 / HA ZA 19-198
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake vordering tot betaling en reconventionele vordering in het kader van een overeenkomst van dienstverlening tussen zorgbemiddelaar en zorgprofessional

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 september 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen New Future Zorg B.V. (hierna: NFZ) en een gedaagde zorgprofessional. NFZ vorderde betaling van een bedrag van € 30.671,14 van de gedaagde, omdat deze in strijd met een relatiebeding werkzaamheden had verricht voor een zorginstelling. De gedaagde betwistte de vordering en voerde aan dat hij geen kennis had van de algemene voorwaarden die aan de vordering ten grondslag lagen. De rechtbank oordeelde dat de vordering van NFZ niet kon worden toegewezen, omdat de algemene voorwaarden niet deel uitmaakten van de overeenkomst tussen partijen. De rechtbank wees de vordering van NFZ af en veroordeelde NFZ in de proceskosten van de gedaagde.

In reconventie vorderde de gedaagde een bedrag van € 3.874,18 van NFZ, omdat hij meende dat de bemiddelingstoeslag die NFZ had ingehouden onterecht was. De rechtbank oordeelde dat de bemiddeling onder de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) viel en dat de overeenkomst met betrekking tot de bemiddelingsvergoeding vernietigbaar was. De rechtbank heeft de vordering in reconventie toegewezen en NFZ veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag. NFZ werd in beide gevallen veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/362837 / HA ZA 19-198
Vonnis van 30 september 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEW FUTURE ZORG B.V.,
gevestigd te Arnhem,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. T.P. Boer te Arnhem,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. N.I.S. van der Linden te Amsterdam.
Partijen zullen hierna NFZ en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 5 februari 2020, waarbij mondelinge behandeling is bepaald;
  • de conclusie van antwoord in reconventie van 4 maart 2020;
  • de bij brief van 9 maart 2020 aan de zijde van [gedaagde] toegezonden productie 5;
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 31 augustus 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een schriftelijke overeenkomst ‘overeenkomst van dienstverlening zzp-er’ gesloten, getekend op 16 maart 2016, op grond van welke overeenkomst NFZ (hierna ook wel: NewFuture) [gedaagde] zou bemiddelen voor het verrichten van werkzaamheden als zorg professional bij een zorginstelling. In de overeenkomst is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
Artikel 1: Bemiddeling en plaatsing
1.
Zzp-er geeft aan New Future de opdracht te zorgen voor een bemiddeling tot dienstverlening bij een zorginstelling voor het uitoefenen van het beroep als zorgprofessional (…).
(…)
Artikel 2: Vergoedingen
1.
NewFuture ontvangt van de zzp-er een vergoeding voor bemiddeling, facturatie, incasso, planning en uitbetaling. Deze vergoeding bedraagt 3,5% van de totaal omzet exclusief btw.
(…)
Artikel 3: Beëindiging van de overeenkomst
Zzp-er kan te allen tijden deze overeenkomst opzeggen, mits alle lopende afspraken voldaan is.
(…)
Artikel 4: Algemene voorwaarden
De “algemene voorwaarden NewFuture Zorg B.V.” zijn van toepassing op deze overeenkomst van dienstverlening.
De ondertekening van deze overeenkomst van dienstverlening gaat de zzp-er akkoord met deze algemene voorwaarden. In het bijzonder artikel 16(“ Gedragscode”) van deze algemene voorwaarden.
(…).
2.2.
[gedaagde] heeft, na bemiddeling daartoe door NFZ overeenkomstig de overeenkomst, zorg verleend bij de [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ), ten behoeve van een van haar cliënten, te weten de heer [betrokkene] . Sinds september 2018 heeft [gedaagde] geen werkzaamheden meer via NFZ ten behoeve van de onder de zorg van [bedrijf] vallende heer [betrokkene] verricht. Sinds - in ieder geval - december 2018 heeft [gedaagde] geen werkzaamheden meer voor NFZ verricht.
2.3.
Blijkens het uittreksel uit het handelsregister zijn de activiteiten van NFZ onder meer detachering en bemiddeling van zorgprofessionals en zijn haar activiteiten onder meer gecodeerd met SBI-codes uitzendbureaus en uitleenbureaus.

3.De vordering en het verweer in conventie

3.1.
NFZ vordert bij vonnis, na vermindering van haar eis tijdens de mondelinge behandeling, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 30.671,14 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening alsmede in de kosten van de procedure, waaronder begrepen nakosten.
3.2.
NFZ heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] in strijd met het in de algemene voorwaarden opgenomen relatie/concurrentiebeding werkzaamheden heeft verricht ten behoeve van [bedrijf] , in het bijzonder de onder haar zorg vallende cliënt, de heer [betrokkene] . Aldus is [gedaagde] de in de algemene voorwaarden opgenomen boete verschuldigd, door NFZ gematigd tot een bedrag van €30.671,14. Nu [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten is hij tot betaling van deze boete verplicht.
3.3.
[gedaagde] concludeert tot afwijzing. Er zijn hem geen algemene voorwaarden ter hand gesteld terwijl evenmin duidelijk is waar [gedaagde] daar überhaupt kennis van had kunnen nemen nu nergens vermeld staat dat deze ergens zijn gedeponeerd. Bovendien vordert NFZ blijkens de dagvaarding een boete op grond van beweerdelijke overtreding van de algemene voorwaarden-Zzp, welke in de overeenkomst niet worden genoemd. In de tussen partijen gesloten overeenkomst is naar de algemene voorwaarden NewFuture Zorg B.V. verwezen. Onduidelijk is wat daar in staat. Zo [gedaagde] al aan enige relatie/concurrentiebeding na afloop van de tussen partijen gesloten overeenkomt is gebonden, wijst [gedaagde] er op dat ingevolge artikel 9a Waadi hem geen belemmeringen in het verrichten van werkzaamheden na afloop van de tussen partijen gesloten overeenkomst mag worden opgelegd en derhalve om die reden een mogelijk beding ter zake nietig is. Tot slot verzoekt [gedaagde] , voor het geval hij enige boete verschuldigd is, deze te matigen omdat deze buitenproportioneel is.

4.De vordering en het verweer in reconventie

4.1.
[gedaagde] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad NFZ te veroordelen tot betaling aan [gedaagde] van een bedrag van € 3.874,18 ter zake een onterecht ingehouden bemiddelingstoeslag van 3,5 % met veroordeling van NFZ in de kosten van de procedure, waaronder de nakosten.
4.2.
[gedaagde] legt aan zijn vordering ten grondslag dat NFZ met [gedaagde] een tegenprestatie voor bemiddeling heeft bedongen en dat NFZ vanaf april 2016 tot en met september 2018 voor de bemiddeling van [gedaagde] bij [bedrijf] een percentage op het salaris van [gedaagde] heeft ingehouden, hetgeen neerkomt op een totaalbedrag van 3.874,18. Deze overeengekomen inhouding is echter op grond van artikel 9 Waadi nietig, zodat deze inhouden ten onrechte heeft plaatsgevonden. [gedaagde] vordert dit bedrag daarom van NFZ terug.
4.3.
NFZ heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring, althans afwijzing van de vorderingen met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.

5.De beoordeling

In conventie

5.1.
NFZ heeft har vordering gebaseerd op overtreding van artikel 12 van de ‘Algemene Voorwaarden ZZP’ welke zij aan de dagvaarding heeft gehecht. [gedaagde] heeft betwist dat deze algemene voorwaarden, de discussie over al dan niet ter hand stellen daargelaten, deel uitmaken van de tussen partijen gesloten overeenkomst van dienstverlening.
Nu de tussen partijen gesloten overeenkomst niet verwijst naar de ‘Algemene Voorwaarden ZZP’ maar andere voorwaarden namelijk de “Algemene voorwaarden New Future Zorg B.V”, doch die niet aan de vordering ten grondslag zijn gelegd noch in het geding zijn gebracht, moet de vordering worden afgewezen. Hetgeen daaraan ten grondslag is gelegd kan de vordering immers niet dragen. Aan de overige geschilpunten in conventie, zoals die naar de vraag of de algemene voorwaarden wel ter hand zijn gesteld en of de overeenkomst valt onder het toepassingsbereik van de Waadi, wordt derhalve niet toegekomen.
5.2.
NFZ zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten en de nakosten worden veroordeeld. De proceskosten in conventie aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht € 914,00
- salaris advocaat
1.390,00(2,0 punt × tarief € 695,00)
Totaal € 2.304,00
In reconventie
5.3.
NFZ heeft bij wijze van verweer gesteld dat nu de overeenkomst activiteiten van [gedaagde] als Zzp-er betrof, de Waadi niet van toepassing is.
NFZ heeft echter niet dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist dat zij als intermediair door [bedrijf] werd betaald voor haar bemiddeling van [gedaagde] , die als gevolg daarvan onder leiding en toezicht van [bedrijf] zijn werkzaamheden verrichtte. Daarmee valt de bemiddeling onder het toepassingsbereik zoals gedefinieerd in artikel 1 Waadi. Het begrip arbeidsverhouding strekt veel verder dan enkel tot arbeidsovereenkomsten of uitzendovereenkomsten zoals namens NFZ is bepleit. Overigens dringt zich de vraag op of, gelet op de inschrijving van de activiteiten van NFZ in het handelsregister zij zich feitelijk niet met uitzenden bezig houdt onder benaming van overeenkomsten van bemiddeling van Zzp-ers. Wat daar van zij, nu haar bemiddeling van [gedaagde] onder het bereik van de Waadi valt was het haar ingevolge artikel 3 dan wel 9 Waadi niet toegestaan van [gedaagde] ter zake die bemiddeling enige vergoeding te vragen. Strijd met een dwingende wetsbepaling, in dit geval de Waadi brengt met zich dat de overeenkomst voor zover betrekking hebbende op die bemiddelingsvergoeding, op grond van artikel 3:40 van het Burgerlijk Wetboek vernietigbaar is. Deze vernietigbaarheid heeft tot gevolg dat het gevorderde in reconventie dient te worden toegewezen. Nu de juistheid van de hoogte van het door [gedaagde] gevorderde bedrag niet, dan wel niet voldoende gemotiveerd, is betwist zal NFZ worden veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, te weten € 3.874,18.
In conventie en in reconventie
5.4.
NFZ zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten en de nakosten worden veroordeeld. De proceskosten in reconventie aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- salaris advocaat
461,00(1,0 punt × tarief € 461,00)
Totaal € 461,00

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen af,
6.2.
veroordeelt NFZ in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 2.304,00,
6.3.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
6.4.
veroordeelt NFZ om aan [gedaagde] te betalen een bedrag van € 3.874,18,
6.5.
veroordeelt NFZ in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 461,00,
6.6.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
in conventie en in reconventie
6.7.
veroordeelt NFZ in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 246,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat NFZ niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
6.8.
verklaart dit vonnis in conventie en reconventie wat betreft de nakostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.W de Groot en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2020.