Uitspraak
vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/374791 / KG ZA 20-297
Vonnis in kort geding van 13 augustus 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
I-TEAM CONSUMER B.V.,
handelend onder de naam I-TEAM HYGIENE,
handelend onder de naam I-TEAM HYGIENE,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Eindhoven,
eiseres,
advocaat mr. P.W.H. Stassen te Eindhoven,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EMPIRE SOLUTIONS B.V.,
statutair gevestigd te Zevenaar en kantoorhoudende te Elst,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna eiseres en gedaagde worden genoemd.
1.De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 10 van 10 augustus 2020,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 12 augustus 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2.De beoordeling
2.1.
Gedaagde is niet ter zitting verschenen. Nu aan alle wettelijke formaliteiten is voldaan, zal tegen gedaagde verstek worden verleend.
2.2.
Eiseres heeft vorderingen ingesteld zoals omschreven in het petitum van de dagvaarding van 10 augustus 2020. Nu de gedaagde deze vorderingen niet heeft weersproken en deze de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen, zullen deze worden toegewezen als hierna in de beslissing is vermeld en met inachtneming van het navolgende.
2.3.
Eiseres vordert gedaagde te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van $ 4.334,15. De voorzieningenrechter zal de buitengerechtelijke incassokosten evenwel berekenen en toewijzen over de hoofdsom in euro’s, het laatste voor zover dat bedrag het gevorderde niet overschrijdt. Op grond van de huidige wisselkoers komt het door eiseres gevorderde hoofdsom op een bedrag van € 435.147,00 en de gevorderde incassokosten op een bedrag van € 3.684,30. Op de door eiseres gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing, nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Nu gedaagde geen verweer heeft gevoerd tegen de vordering en het gevorderde bedrag het in het Besluit bepaalde tarief op grond van de hiervoor genoemde hoofdsom niet overschrijdt, zal het gevorderde worden toegewezen in die zin dat gedaagde zal worden veroordeeld om aan eiseres een bedrag te betalen van € 3.684,30 aan buitengerechtelijke incassokosten.
2.4.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- betekening oproeping € 87,99
- griffierecht 4.131,00
- salaris advocaat
980,00
980,00
Totaal € 5.198,99
3.De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde;
3.2.
veroordeelt gedaagde om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis aan eiseres te betalen een bedrag in Amerikaanse dollars ter hoogte van $ 511.830,00 (vijfhonderdelfduizend achthonderddertig Amerikaanse dollars), te vermeerderen met de wettelijke rente op de voet van artikel 6:119 BW over dit bedrag, welke rente eveneens in Amerikaanse dollar dient te worden betaald vanaf 28 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
3.3.
veroordeelt gedaagde om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis aan eiseres te betalen de kosten van buitengerechtelijke incasso, zijnde een bedrag van € 3.684,30;
3.4.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot aan de uitspraak van dit vonnis begroot op € 5.198,99, waarin begrepen € 980,00 aan salaris advocaat,
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2020.