Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
KNO onderzoek: uitwendig paranasaal links hematoom, scheefstand naar links, drukpijn tpv zygoma links. oogvolgbewegingen normaal, facialis geen bijzonderheden
KNO onderzoek: neus: benige deviatie links. Septum hoog naar links.
Aanvullend onderzoek:
De heer [eisende partij] werd naar mij verwezen op verzoek van de kno-arts i.v.m. een occlusiestoornis. Bij lichamelijk onderzoek was sprake van een minimale proale occlusie, intacte motoriek en sensibiliteit en de bekende neusfractuur.
[eisende partij] (…) wordt door mij behandeld wegens pijnklachten vooral links in het gezicht en ter hoogte van het linker kaakgewricht na een klap in het gezicht (…). (…)
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Toen zag ik dat een glas werd gegooid in de richting van [gedaagde partij] . Deze glas werd gegooid door de man die ik ken als [eisende partij]]
. De glas hoorde ik kapot gaan. Ik heb de glasscherven niet gezien. (…) Vervolgens stond [gedaagde partij] op. Ik zag op een gegeven moment dat er mensen tussen hen in gingen staan. Ook zag ik dat zij zich naar buiten verplaatsten. Ik probeerde de groep ook uit elkaar te halen. In mijn beleving zag ik de hand van [gedaagde partij] op het gezicht van [eisende partij] terecht komen. (…) Vervolgens hoorde ik [gedaagde partij] zeggen dat hij die fles terug wilde van [eisende partij] . Ik zag dat [eisende partij] een fles Jenever/water in zijn handen had. Vervolgens gaf [eisende partij] die fles terug.”
Ik zag vervolgens dat [eisende partij] , die nog aan tafel zat, een glas richting [gedaagde partij] gooide (…). Ik zag dat [eisende partij] het glas schuin naar beneden richting de grond gooide. Ik zag dat het glas ongeveer 4 meter voor [gedaagde partij] (…) de grond raakte. Ik zag dat glas kapot ging en dat de scherven richting de hoek van het café gingen. Ik zag ook dat [gedaagde partij] (…) niet door de scherven geraakt werd(…).
Ik zag dat [eisende partij] vervolgens een glas met kracht en met opzet hard in de richting van [gedaagde partij] gooide. Ik zag dat het glas vlak naast [gedaagde partij] de muur raakte en kapot ging. [gedaagde partij] stond vervolgens op en er ontstond een woordenwisseling tussen [gedaagde partij] en [eisende partij] . Ik vond dit best angstig en ben daarom naar buiten gelopen. Ik zag dat [gedaagde partij] en [eisende partij] kort hierna ook naar buiten liepen (…). Ik hoorde dat zij in discussie waren met elkaar (…). Ik zag vervolgens dat [gedaagde partij] met kracht en opzet met gebalde rechterhand een vuistslag gaf in het gezicht van [eisende partij] .”
Ik zag vervolgens dat [eisende partij] een glas gooide. (…) Mijn eerste gedachte was dat hij dit glas in de richting van [gedaagde partij] gooide. Het glas raakte hem niet. [gedaagde partij] stond vervolgens op (…). Ik zag dat [gedaagde partij] (…) en [eisende partij] naar buiten liepen. Ik zag dat [eisende partij] nog wel een fles water van een tafel pakte en deze mee nam naar buiten. Buiten ontstond er een worsteling tussen de mannen. Deze worsteling ging om de waterfles. (…)”