Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
€ 1.000,00 per dag zou oplopen.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak gaat het om een executiegeschil dat is aangespannen door een werknemer, [eiseres], tegen haar werkgever, Stichting Wageningen Research (WR), na een kort gedingvonnis waarin WR was veroordeeld om [eiseres] weer toe te laten tot haar werk als expertisegroepleider en haar te rehabiliteren. De werknemer had in 2018 een kort geding aangespannen omdat zij met onmiddellijke ingang uit haar functie was ontheven door de directeur van WR, [naam 1]. In het kort gedingvonnis van 28 november 2018 werd WR veroordeeld om [eiseres] toe te laten tot haar werkzaamheden zonder enige beperking en om haar binnen twee dagen te rehabiliteren door een verklaring uit te geven aan het personeel. Na het vonnis heeft [eiseres] echter gesteld dat WR niet op de juiste wijze aan de veroordelingen heeft voldaan, wat leidde tot de vordering in deze zaak om de verbeurde dwangsommen te innen.
De procedure omvatte verschillende stappen, waaronder mediationpogingen en een aantal gesprekken tussen partijen. [eiseres] heeft aangevoerd dat zij niet op een goede manier is gerehabiliteerd en dat zij door WR in haar werkzaamheden is beperkt, wat zou betekenen dat de dwangsommen zijn verbeurd. WR heeft echter betoogd dat zij wel degelijk aan de veroordelingen heeft voldaan en dat de rehabilitatie op zorgvuldige wijze is uitgevoerd. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat WR de verlangde prestaties heeft verricht en dat de vorderingen van [eiseres] om de dwangsommen te innen, worden afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.