ECLI:NL:RBGEL:2020:6116

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 november 2020
Publicatiedatum
17 november 2020
Zaaknummer
8783684
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van een woning wegens ernstige overlast door huurders

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 16 november 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Portaal (eiseres) en de besloten vennootschap Yes & You B.V. en een tweede gedaagde (gedaagden). De eiseres vorderde ontruiming van een woning die door Yes & You was verhuurd aan een cliënt, [naam gedaagde sub 2]. De huurovereenkomst was aangegaan voor de duur van twee jaar, met als doel de woning te gebruiken voor begeleiding van de cliënt. Echter, er zijn herhaaldelijk klachten binnengekomen van omwonenden over ernstige overlast veroorzaakt door de bewoners van de woning, waaronder geluidsoverlast, drugsoverlast en bedreigingen. Ondanks herhaalde verzoeken en sommaties van Portaal aan Yes & You en [naam gedaagde sub 2] om de overlast te stoppen, bleef deze aanhouden. De rechtbank oordeelde dat de overlast zodanig ernstig was dat het belang van de verhuurder om over een vrije woning te beschikken zwaarder woog dan het belang van de huurders om in de woning te blijven. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met een termijn van twee maanden voor de ontruiming.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 8783684 \ VV EXPL 20-127 \ 498
uitspraak van 16 november 2020
vonnis in kort geding
in de zaak van
de stichting Stichting Portaal
gevestigd te Arnhem
eisende partij
gemachtigde mr. G.S. Geurts
tegen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Yes & You B.V.

gevestigd te Arnhem
gemachtigde mr. J. Kamphuis
2. [naam gedaagde sub 2]
wonende te Arnhem
gemachtigde mr. J.H.F.M. van Rijswijck
gedaagde partijen
Eiseres wordt hierna Portaal genoemd, gedaagden ieder voor zich Yes & You en [naam gedaagde sub 2]. Gezamenlijk worden gedaagden als zodanig aangeduid.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 19 oktober 2020 met producties;
- de e-mail aan de zijde van [naam gedaagde sub 2] van 30 oktober 2020 met een productie;
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 2 november 2020, waar alle partijen, bijgestaan door hun advocaten zijn verschenen. Mr. Kamphuis en mr. Van Rijswijck hebben gepleit overeenkomstig hun pleitaantekeningen welke zijn overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Portaal is een toegelaten instelling in de zin van artikel 19 van de Woningwet en is werkzaam op het gebied van volkshuisvesting. Yes & You is een hulpverleningsorganisatie die begeleiding biedt aan mensen met psychiatrische, maatschappelijke en/of sociaal emotionele problematiek.
2.2.
Portaal verhuurt op basis van een schriftelijke huurovereenkomst sinds 28 november 2019 aan Yes & You de woning gelegen aan de [adres woning] (verder: de woning). De huurovereenkomst is aangegaan voor de duur van twee jaar. Doel van de huurovereenkomst is, zo is omschreven, dat Yes & You de woning gebruikt voor de huisvesting van een bij haar in behandeling/begeleiding zijnde cliënte.
2.3.
In de tussen Portaal en Yes & You gesloten huurovereenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
“[…]
  • Verhuurder is bereid een woning uit haar bestand te verhuren aan huurder zodat hulpverlening aan een cliënt van huurder mogelijk gemaakt wordt;
  • Cliënt van huurder krijgt vanwege zijn/haar woonverleden en/of huidige leef- en woonomstandigheden begeleiding en/of ondersteuning met het oog op terugkeer naar zelfstandig wonen. Huurder heeft in dat kader een begeleidingsovereenkomst met cliënt gesloten en wel voor twee jaar of zo lang huurder dit noodzakelijk acht en de begeleiding wordt voortgezet;
  • Indien de cliënt van huurder niet zou instemmen met het sluiten van de van toepassing zijnde begeleidingsovereenkomst tussen cliënt en huurder en de volledige nakoming daarvan, zou verhuurder de woning niet aan huurder en/of rechtstreeks aan de cliënt van huurder verhuren.
  • De begeleidingsovereenkomst tussen huurder en haar cliënt is een uitdrukkelijke voorwaarde voor verhuring aan huurder. […] Door tussenkomst van huurder wordt de cliënt van huurder in de nakoming van het goed huurderschap ondersteund;
  • […]
  • Deze huurovereenkomst en de begeleidingsovereenkomst zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden […];
  • […]”
Voorts is overeengekomen:
“[…]
Huurder en verhuurder komen uitdrukkelijk overeen dat de verhuur van de woning niet primair voorziet in de behoefte aan woonruimte voor cliënt van huurder, maar voorziet in een kader voor het ontvangen van begeleiding c.q. behandeling aan de cliënt van huurder.
Het huurcontract wordt met ingang van 28 november 2019 aangegaan voor bepaalde tijd van twee jaar en eindigt dus van rechtswege op 28 november 2021 of zoveel eerder als de begeleidingsovereenkomst eindigt.[…]
Deze huurovereenkomst is onlosmakelijk verbonden met de tussen huurder en de instelling gesloten begeleidingsovereenkomst. Een (voortijdige) beëindiging van de begeleidingsovereenkomst doet ook deze huurovereenkomst van rechtswege eindigen. Partijen stellen hierbij vast en huurder zegt hierbij toe tot ontruiming over te gaan indien de begeleidingsovereenkomst eindigt.
[…].”
Voorts is in de huurovereenkomst onder het hoofdstuk “Bijzonderheden” bepaald:
“In afwijking van/aanvulling op de Algemene Huurvoorwaarden gelden tussen huurder en verhuurder de volgende bepalingen:
Bijzondere wooneisen:
Huurder dient erop toe te zien dat de cliënt van huurder zich als een goed huurder zal gedragen en in elk geval de volgende voorwaarden (die worden opgelegd aan de cliënt) zal naleven:
  • cliënt zal geen overlast veroorzaken;
  • cliënt zal geen geluidsoverlast veroorzaken, waaronder wordt begrepen: hard praten, schreeuwen, harde muziek draaien, met deuren slaan;
  • […]
  • cliënt zal geen personen in de woning toelaten die overlast veroorzaken;
  • […]
  • cliënt zal geen drugs verhandelen vanuit de woning, of personen toelaten in het gehuurde die in drugs handelen. […].
  • […].”
2.4.
De cliënt van Yes & You, zoals bedoeld in de huurovereenkomst, is [naam gedaagde sub 2]. Yes & You heeft in het kader van de begeleiding van [naam gedaagde sub 2] met haar een begeleidingsovereenkomst Ambulante begeleiding, alsmede een Tijdelijk huurcontract in combinatie met professionele hulpverlening begeleid wonen (…) Omklapcontract, gesloten.
De hiervoor aangehaalde, in de overeenkomst tussen Portaal en Yes & You opgenomen bijzondere wooneisen zijn ook opgenomen in het omklapcontracttussen Yes & You en [naam gedaagde sub 2]. Voorts is daarin bepaald dat voorwaarde voor de (onder)huur is dat de begeleidingsovereenkomst tussen Yes & You en [naam gedaagde sub 2] wordt gesloten. Daarin is ook bepaald dat de verhuur van de woning slechts voorziet in een kader voor het ontvangen van begeleiding c.q. behandeling door Yes & You aan [naam gedaagde sub 2]. Voorts is in het omklapcontract bepaald:
“- De […]overeenkomsten zijn samenhangende overeenkomsten waarvan de begeleidingsovereenkomst de overheersende is die prevaleert boven de huurovereenkomst waardoor huurbeschermingsbepalingen niet van toepassing zijn. De begeleiding naar zelfstandig wonen vormt volgens partijen de essentie van de overeenkomst;;
[…]
-
met het oog op de redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om (in rechte) een beroep te doen op huurbescherming vanwege de bijzondere aard van de huurovereenkomst.”
2.5.
De partner van [naam gedaagde sub 2] woont (veelal) bij haar. Voorts woont de [leeftijd] dochter van [naam gedaagde sub 2] bij haar in de woning. De dochter is bekend met een soms meer of minder invaliderende auto-immuunziekte. Er zijn drie zoons. De oudste is allang niet meer bij [naam gedaagde sub 2] inwonend. Bij aanvang van de huur is bedongen dat de tweede zoon, [naam tweede zoon], niet in de woning mag komen wonen vanwege (dreigende) overlast. Hij woont bij zijn vriendin elders.
De derde zoon [naam derde zoon], heeft tot voor kort bij [naam gedaagde sub 2] in de woning gewoond maar is vanwege zijn problematiek inmiddels opgenomen in crisisopvang van Yes & You en in afwachting van een definitieve plaatsing in enige vorm van begeleid wonen.
2.6.
De buurvrouw van [naam gedaagde sub 2] heeft camera’s geplaatst gericht op de voordeur/tuin van [naam gedaagde sub 2]. (Mede) aan de hand van de met die camera’s gemaakte beelden heeft de buurvrouw in overleg met Portaal, een (minutieus) logboek bijgehouden van alle bewegingen rondom de woning, voorzien van tijdstippen.
2.7.
Bij e-mail van 6 april 2020 schrijft Portaal aan Yes & You dat zij van drie omwonenden overlastmeldingen heeft ontvangen over [naam gedaagde sub 2] en een zoon van haar. De meldingen zijn dat leden van de familie [naam gedaagde sub 2] hun vuilniszakken in de plastic containers van omwonenden gooien, het huis dagelijks vol zit met blowende jongeren die als zij naar buiten gaan allerlei troep weggooien, omwonenden de familie(leden) niet meer durven aan te spreken omdat ze dan worden bedreigd/uitgescholden. Portaal vraagt de begeleider van Yes & You om [naam gedaagde sub 2] hierop aan te spreken en wijst op de bestaande huurovereenkomst.
2.8.
Op 7 april 2020 schrijft Portaal ook [naam gedaagde sub 2] aan. Portaal maakt daarin melding van de klachten die zij op 6 april 2020 ook aan Yes & You heeft gemeld. Portaal verzoekt [naam gedaagde sub 2] met klem de overlast die zij en/of haar bezoekers veroorzaken onmiddellijk te stoppen en wijst erop dat als [naam gedaagde sub 2] zich niet houdt aan de verplichtingen genoemd in de algemene voorwaarden en de bijzonderheden in het tijdelijke huurcontract dat kan leiden tot ontbinding van het tijdelijke huurcontract.
2.9.
Per e-mail van 26 april 2020 heeft de buurvrouw van [naam gedaagde sub 2], die een haar in eigendom toebehorende woning bewoond, een overlast melding gedaan bij de wijkagent. Ze schrijft dat ze de vrijdag ervoor heeft gebeld met de meldkamer omdat de tuin bij [naam gedaagde sub 2] vol zit/staat met mensen. Het is een komen en gaan van scooters en auto’s, mensen die naar binnen gaan, in de (voor)tuin gaan zitten blowen en drinken, de vrijdagnacht ervoor knalde om 5.10 uur de deur zo hard dicht dat de buurvrouw en haar dochter er wakker van werden. Verder klaagt ze over veelvuldige wietgeuren. Voorts schrijft de buurvrouw dat ze de week ervoor heeft gebeld met Portaal en heeft afgesproken een logboek bij te zullen houden en maakt zij er melding van dat zij van meerdere buren heeft gehoord dat zij zich zorgen maken/overlast ervaren.
2.10.
Bij e-mail van 29 april 2020 meldt de buurvrouw bij Portaal welke omwonenden van [naam gedaagde sub 2] eveneens gezegd hebben overlast van haar/haar bezoekers te ervaren, een 6-tal.
2.11.
Op 8 mei 2020 schrijft Portaal aan de begeleider van [naam gedaagde sub 2] bij Yes & You:
“Het regent nog volop klachten over de familie [naam gedaagde sub 2]. De meldingen komen van zowel de politie als de omwonenden. De politie spreekt zelfs al van een onhoudbare situatie die echt door Portaal opgelost moet worden.
Ik en […] willen graag in gesprek met jou. Dit over de vraag: hoe kunnen wij op korte termijn de overlast stoppen? Lukt dit niet dan is Portaal helaas genoodzaakt om de huurovereenkomst met Yes en You op te zeggen.
[…].”
2.12.
Op 14 mei 2020 maakt de buurvrouw van [naam gedaagde sub 2] melding bij Portaal van represailles door [naam gedaagde sub 2], althans haar bezoek. Zij maakt melding van iemand die een hand vol stenen uit de voortuin van [naam gedaagde sub 2] bij de buurvrouw tegen de ruit heeft gegooid. Zij laat weten dat anderen ook inmiddels overlast hebben gemeld bij Portaal en de politie in verband met de woning van [naam gedaagde sub 2] enkele dagen ervoor in de straat is geweest. De situatie wordt onhoudbaar, haar gezondheid lijdt eronder en die van haar gezin, aldus de buurvrouw per e-mail.
2.13.
Op 24 mei 2020 schrijft Portaal aan de begeleider van [naam gedaagde sub 2]:
“Bijgaand een melding van de buurvrouw. Er begint wederom een onhoudbare situatie te ontstaan. Dit alles wordt nog eens bevestigd tijdens een telefonisch onderhoud met [naam agente] (gebiedsagente). Zij geeft ook aan dat er meerdere buurtbewoners al klachten bij de politie hebben neergelegd. Deze zullen wij binnenkort ook ontvangen. Met andere woorden dit kan echt niet zo doorgaan.
Wij willen nu dan ook dat erDIRECTstappen worden ondernomen.
Krijgen wij volgende week nog nieuwe overlastmeldingen van de buurvrouw en/of andere buurtbewoners dan zullen wij juridische stappen ondernemen, waarbij wij de ontbinding van de huurovereenkomst zullen eisen.
Ik ga ervan uit dat de familie [naam gedaagde sub 2] het niet zover wil laten komen.”
2.14.
Op 18 juni 2020 schrijft Portaal aan de begeleider van Yes & You:
“Er is momenteel een onhoudbare situatie ontstaan aan de [adres woning]. Het regent (overlast)klachten bij zowel de politie als bij Portaal. De overlast, die wordt veroorzaakt door de familie [naam gedaagde sub 2] en de personen die bij de familie op bezoek komen, zijn gemeld door diverse omwonenden en op waarheid bevonden. Wij ontvangen inmiddels ook al overlastklachten van huurders van Volkshuisvesting (de woonomgeving).
In het gesprek van afgelopen dinsdag, de OGGZ-tafel, is duidelijk naar voren gekomen dat de overlast, die het gezin in deze samenstelling veroorzaakt, niet stoppen is.
Wij willen dan ook dat jullie (Yes & You) de huur van de woning opzeggen aan de familie [naam gedaagde sub 2] en de woning op 31 juli 2020 leeg en schoon opleveren aan Portaal.
Ik zie graag een kopie van de huuropzegging naar de familie [naam gedaagde sub 2] tegemoet.”
2.15.
Bij brief van 24 augustus 2020 sommeert de gemachtigde van Portaal Yes & You tot opzegging van de overeenkomst met [naam gedaagde sub 2] over te gaan en de woning uiterlijk op 14 september 2020 ontruimd aan Portaal op te leveren. Voor het geval aan de sommatie niet wordt voldaan, wordt een kort geding aangekondigd.
2.16.
Yes & You is niet tot opzegging van de met [naam gedaagde sub 2] gesloten begeleidings- en (onder)huurovereenkomst overgegaan en wenst daar ook niet (vrijwillig) toe over te gaan.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Portaal vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, samengevat weergegeven:
I gedaagden te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis, althans binnen een door de kantonrechter te bepalen termijn, de woning aan de [adres woning] te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels met al hetgeen van gedaagden is en met alle personen die aan de zijde van gedaagden in voornoemde woning verblijven en de woning ter vrije en algehele beschikking van Portaal te stellen;
II gedaagden, hoofdelijk, te veroordelen in de kosten van de procedure, daaronder begrepen het salaris, de nakosten en de verschotten van de gemachtigde van Portaal.
3.2.
Zowel Yes & You als [naam gedaagde sub 2] heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van Portaal in haar vorderingen, althans afwijzing van haar vorderingen met veroordeling van Portaal in de kosten van de procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal, voor zover relevant, hierna worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van de vordering vloeit voort uit de stellingen van Portaal.
4.2.
Voor toewijzing van een vordering tot ontruiming is slechts plaats indien met een grote mate van waarschijnlijkheid in een bodemprocedure de ontbinding van de huurovereenkomst zal worden uitgesproken. Bovendien moet sprake zijn van een zodanig ernstige tekortkoming dat het belang van de verhuurder om over een vrije woning te beschikken moet prevaleren boven het belang van de huurder om in de woning te blijven.
4.3.
Portaal stelt ter onderbouwing van haar vordering, samengevat, dat (het gezin van) [naam gedaagde sub 2] en door haar ontvangen bezoekers ernstige structurele overlast veroorzaken voor omwonenden. De overlast zou bestaan uit: feestjes tot diep in de nacht/blaffende honden/bonken op de buitendeur/slaan met deuren/geschreeuw, schelden etc./drugsoverlast (en waarschijnlijk ook dealen)/samenscholing van vele jongeren in het huis en de tuin/het rijden van scooters over het trottoir/rondlopen met messen/het veroorzaken van ruzies in de buurt/vandalisme/openbare dronkenschap etc.
Ondanks inspanningen van de politie en de hulpverlening (in het kader van de OGGZ-tafel en het multidisciplinair overleg) gaat de overlast onverminderd door. De situatie is voor omwonenden onhoudbaar geworden, aldus Portaal.
4.4.
Portaal verwijst naar de verslagen van de buurvrouw van [naam gedaagde sub 2], alsmede klachten van andere omwonenden die bij haar en bij de politie zijn gedaan en het contact dat Portaal via onder meer de hiervoor genoemde OGGZ-tafel met verschillende betrokken instanties had.
4.5.
Hoezeer het minutieus door de buurvrouw bijgehouden logboek veelvuldig melding maakt van allerlei gebeurtenissen die niet als overlast kunnen worden gekwalificeerd, neemt dat niet weg dat daaruit ook blijkt van een veelheid aan gebeurtenissen die zonder meer als overlast kwalificeren, gebeurtenissen van verschillende aard, duur en ernst, gedurende een periode van inmiddels 9 tot 10 maanden.
4.6.
Het gaat dan om onder meer (een deel van) de klachten zoals door Portaal genoemd, te weten overlast door feestjes tot diep in de nacht, een veelheid van bezoekers in en rond de woning, schreeuwen, bonken op deuren, bedreiging van omwonenden, vuilnis die in containers van andere bewoners wordt gegooid, een veelvuldig uit de woning of uit de tuin van [naam gedaagde sub 2] komende wietgeur etc. Het lijkt daarbij in belangrijke mate te gaan om overlast niet zozeer veroorzaakt door [naam gedaagde sub 2] zelf of haar dochter, als wel om overlast veroorzaakt door haar oudste zoon [naam tweede zoon] als hij op bezoek komt en van zoon [naam derde zoon] toen hij nog thuis woonde, alsook van (andere) bezoekers.
4.7.
Gelet op de klachten van meerdere omwonenden gedaan bij Portaal en de politie zoals blijkt de brieven van Portaal en het logboek van de buurvrouw, zijn de aard, omvang en duur van de klachten, die kwalificeren als overlast, binnen het bestek van dit kort geding voldoende komen vast te staan. Het verweer van Yes & You dat zij c.q. de begeleiders van [naam gedaagde sub 2] de overlast zelf niet hebben waargenomen en het verweer van [naam gedaagde sub 2] dat zij zich in de klachten niet herkend, kan daaraan gelet op de onderbouwing door Portaal niet afdoen. Ook het verweer dat, zo al van overlast sprake was, dat was toe te rekenen aan haar jongste zoon en hij inmiddels niet meer thuis woont en voor de andere overlast veroorzakende zoon een straatverbod wordt gevraagd kan niet tot een ander oordeel leiden. Yes & You en [naam gedaagde sub 2] zijn in het kader van de toetsing van overlast ook verantwoordelijk voor gedrag van degenen die bij [naam gedaagde sub 2] inwonen en/of op bezoek komen. Een vordering tot een straatverbod voor [naam tweede zoon] is wel aangekondigd maar, gesteld noch gebleken is dat die ook aanhangig is gemaakt. Evenmin is duidelijk dat de veelheid aan andere overlast veroorzakende bezoekers is opgedroogd. Uit het gesprek van [naam gedaagde sub 2] met de wijkagent, zoals tijdens de mondelinge behandeling beluisterd, blijkt dat de inschatting van de wijkagent is dat de overlast niet zal stoppen, onder meer omdat [naam gedaagde sub 2] haar zoons en/of bezoekers niet in de hand heeft.
4.8.
Het voorgaande betekent voor de vordering van Portaal jegens Yes & You het volgende. De duur, aard en omvang van de hiervoor beschreven overlast heeft ondanks diverse verzoeken en sommaties van Portaal aan zowel Yes & You als [naam gedaagde sub 2] voortgeduurd. Nu Yes & You jegens Portaal blijkens de huurovereenkomst er voor heeft in te staan dat [naam gedaagde sub 2] geen overlast zal veroorzaken en daarin niet is geslaagd, is sprake van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van Yes & You. Naar verwachting zal in een bodemprocedure tot ontbinding van de huurovereenkomst worden overgegaan. De vordering tot ontruiming jegens Portaal zal worden toegewezen.
Hoewel de kantonrechter zich realiseert, zoals door [naam gedaagde sub 2] en Yes & You is betoogd, dat ontruiming in het bijzonder (ook) voor de dochter van [naam gedaagde sub 2] die een kwetsbare gezondheid heeft, ingrijpend zal zijn, kan dat niet tot een ander oordeel leiden. Portaal heeft, zo is onbetwist gebleven gesteld, een woning aan het gebruikelijke verdelingssysteem onttrokken om Yes & You de kans te bieden cliënten die vanwege hun achtergrond niet voor een woning van Portaal in aanmerking zouden komen, in dit geval [naam gedaagde sub 2], van daaruit te begeleiden. Portaal heeft daar onder strikte voorwaarden aan meegewerkt. Aan die voorwaarden heeft Yes & You, gelet op het gedrag van [naam gedaagde sub 2] en haar familieleden en/of bezoekers, kennelijk niet kunnen voldoen. Zeker onder die omstandigheden weegt het belang van Portaal dat de overlast ophoudt en zij de woning aan anderen middels het reguliere verdelingssysteem kan toewijzen zwaarder dan het belang van Yes & You bij voortzetting van de huur.
4.9.
Vervolgens moet de vraag beantwoord worden of de vordering tot ontruiming ook jegens [naam gedaagde sub 2] toewijsbaar is. Portaal en [naam gedaagde sub 2] hebben geen contractuele relatie, zodat daarin geen grond ligt voor toewijzing.
4.10.
Portaal vordert veroordeling van [naam gedaagde sub 2] tot ontruiming voor het geval [naam gedaagde sub 2] zich te zijner tijd (succesvol) zal beroepen op onderhuurdersbescherming (art. 7:269 lid 1 BW). Portaal is voornemens om in dat geval binnen zes maanden in een bodemprocedure beëindiging van de voortgezette (onder)huurovereenkomst te vorderen als bedoeld in art. 7:269 lid 2 onder c BW. Vooruitlopend daarop vordert Portaal veroordeling van [naam gedaagde sub 2] tot ontruiming omdat de bodemrechter van Portaal, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid toch niet kan verlangen de huurovereenkomst voort te zetten.
[naam gedaagde sub 2] heeft zich niet uitgelaten over de vraag of zij zich, indien de huurovereenkomst tussen Portaal en Yes & You op enig moment al dan niet door rechterlijke ontbinding eindigt, op de bescherming van artikel 7:269 lid 1 BW zal beroepen. Eerst dan kan immers door [naam gedaagde sub 2] een beroep op (onder)huurdersbescherming van artikel 7:269 lid 1 BW worden gedaan. Ontbinding van de huurovereenkomst tussen Portaal en Yes & You ligt in deze kort geding procedure niet voor. Hoezeer niet ondenkbaar is dat de bodemrechter in dat geval, als Portaal daartoe een vordering instelt, tot ontbinding zal overgaan is het te prematuur om daar in dit kort geding op vooruit te lopen. Bovendien heeft Portaal daarbij vooralsnog geen dan wel onvoldoende belang nu Yes & You wordt veroordeeld de woning volledig te ontruimen. De vordering jegens [naam gedaagde sub 2] wordt daarom afgewezen.
4.11
De gevorderde ontruiming zal jegens Yes & You worden toegewezen op een termijn van twee maanden na betekening van dit vonnis, zulks teneinde Yes & You de gelegenheid te geven aan het vonnis te (kunnen) voldoen. Voor zover Yes & You om een (nog) langere ontruimingstermijn heeft gevraagd wordt dat verzoek afgewezen.
4.12.
Yes & You zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van Portaal. Portaal zal als de jegens [naam gedaagde sub 2] in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van [naam gedaagde sub 2].

5.De beslissing

De kantonrechter
rechtdoende als voorzieningenrechter
5.1
veroordeelt Yes & You [naam gedaagde sub 2] om binnen twee maanden na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres woning] te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels met al hetgeen van hen is en met alle personen die aan hun zijde in voornoemde woning verblijven en de woning ter vrije en algehele beschikking van Portaal te stellen;
5.2
veroordeelt Yes & You in de proceskosten aan de zijde van Portaal, tot deze uitspraak begroot op € 110,33 aan dagvaardingskosten, € 124,- aan griffierecht, € 720,- aan salaris voor de gemachtigde en de nakosten tot een bedrag van maximaal € 120,- daaronder begrepen en veroordeelt Portaal in de proceskosten aan de zijde van [naam gedaagde sub 2], tot deze uitspraak begroot op € 720,- aan salaris voor de gemachtigde;
5.3.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. E.W. de Groot en in het openbaar uitgesproken op