ECLI:NL:RBGEL:2020:6006

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 november 2020
Publicatiedatum
12 november 2020
Zaaknummer
376904
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over aanbesteding huishoudelijke ondersteuning in Regio Rivierenland

Op 12 november 2020 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een kort geding tussen Zorg op Maat Thuis B.V. en Regio Rivierenland c.s. Zorg op Maat Thuis, een zorgaanbieder voor huishoudelijke ondersteuning, had bezwaar gemaakt tegen de voorlopige gunningsbeslissing van Regio Rivierenland c.s. voor een aanbesteding van nieuwe raamovereenkomsten voor huishoudelijke ondersteuning. De aanbesteding was georganiseerd omdat de bestaande overeenkomsten per 31 december 2020 aflopen. Zorg op Maat Thuis vorderde onder andere dat de gunning van de aanbesteding zonder heraanbesteding zou worden verboden en dat de inschrijving opnieuw beoordeeld zou worden.

De rechtbank oordeelde dat Zorg op Maat Thuis haar bezwaren te laat had ingediend, waardoor zij haar rechten had verwerkt. Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de gunningscriteria van Regio Rivierenland c.s. voldoende objectief en transparant waren. De rechtbank concludeerde dat er geen redenen waren om aan te nemen dat de aanbesteding ongeldig was en wees de vorderingen van Zorg op Maat Thuis af. Zorg op Maat Thuis werd veroordeeld in de proceskosten van Regio Rivierenland c.s.

De uitspraak benadrukt het belang van tijdige bezwaren in aanbestedingsprocedures en de ruimte die aanbestedende diensten hebben bij het formuleren van gunningscriteria. De rechtbank bevestigde dat de beoordeling van inschrijvingen op basis van kwaliteit, zelfs bij een vaststaand prijsniveau, legitiem is.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/376904 / KG ZA 20-364
Vonnis in kort geding van 12 november 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZORG OP MAAT THUIS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Opheusden, gemeente Neder-Betuwe,
eiseres,
advocaat mr. H.R. Verschuur te Nijmegen,
tegen
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon
openbaar lichaam op basis van gemeenschappelijke regeling
REGIO RIVIERENLAND,
zetelende te Tiel,
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE BUREN,
zetelende te Maurik,
3. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE CULEMBORG,
zetelende te Culemborg,
4. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE NEDER-BETUWE,
zetelende en kantoorhoudende te Opheusden,
5. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE TIEL,
zetelende te Tiel,
6. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE WEST BETUWE,
zetelende te Geldermalsen,
7. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL,
zetelende te Beneden-Leeuwen,
gedaagden,
advocaat mrs. T. van Wijk en M.M.J.M. van Helvoirt te Arnhem.
Partijen zullen hierna Zorg op Maat Thuis en Regio Rivierenland c.s. worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 21 van 30 september 2020,
  • een e-mailbericht van 27 oktober 2020 namens Zorg op Maat Thuis houdende een wijziging van eis, alsmede twee producties (de dagvaarding en productie 17) die reeds ter griffie van deze rechtbank waren ingediend,
  • een brief met productie A en B van 27 oktober 2020 namens Regio Rivierenland c.s.,
  • de mondelinge behandeling, gehouden op 29 oktober 2020,
  • de pleitnota namens Zorg op Maat Thuis,
  • de pleitnota namens Regio Rivierenland c.s.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Zorg op Maat Thuis, opgericht in augustus 2019, is een zorgaanbieder voor huishoudelijke ondersteuning.
2.2.
Zorg op Maat Thuis is één van de zorgaanbieders die thans in opdracht van Regio Rivierenland c.s. huishoudelijke ondersteuning verricht in Regio Rivierenland. De tussen Regio Rivierenland c.s. en de verschillende zorgaanbieders gesloten raamovereenkomsten betreffende de huishoudelijke hulp lopen per 31 december 2020 af. Regio Rivierenland heeft daarom in opdracht van een zestal gemeenten, te weten: Buren, Culemborg, Neder-Betuwe, Tiel en West Maas en Maal een Europese openbare aanbesteding georganiseerd voor het sluiten van nieuwe raamovereenkomsten voor huishoudelijke ondersteuning in Regio Rivierenland, ingaande op 1 januari 2021. Op 23 juni 2020 is door Regio Rivierenland een aankondiging van een opdracht gepubliceerd op TenderNed. De opdracht betreft het leveren van huishoudelijke ondersteuning aan inwoners met een indicatie binnen de regio Rivierenland (hierna: de opdracht). In de door Regio Rivierenland opgestelde aanbestedingsleidraad staat, voor zover voor de beoordeling van dit kort geding van belang, het volgende:
“(…)
Inleiding aanbesteding
(…)
Opdrachtgever gunt de Raamovereenkomsten aan de Deelnemers op basis van het Gunningscriterium beste prijs-kwaliteitverhouding, behoudens beëindiging van deze Aanbesteding vóór gunning.
(…)
Inhoud van de opdracht
1.1.5.
De opdracht betreft het leveren van huishoudelijke ondersteuning aan inwoners met een indicatie binnen de regio Rivierenland.
(…)
Looptijd van de Raamovereenkomst
1.1.6.
De Raamovereenkomst heeft een looptijd van twee jaar. De Raamovereenkomst gaat in per 1 januari 2021. Opdrachtgever heeft daarnaast tweemaal de mogelijkheid om de Overeenkomst eenzijdig onder dezelfde condities te verlengen met één (1) jaar.
(…)
1.2.3.
Aan de inhoud van dit Beschrijvend Document heeft Opdrachtgever de grootst mogelijke zorg besteed. Mocht een Deelnemer desondanks menen dat er sprake is van tegenstrijdigheden, enige onduidelijkheid en/of onvolkomenheden, dan dient Deelnemer, hier zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk voor 3 juli 2020 melding van te maken. Deze opmerkingen neemt Opdrachtgever in overweging en kunnen leiden tot aanpassingen. Indien Deelnemer hier niet dan wel niet tijdig toe overgaat, kan een Deelnemer zich later in een eventuele gerechtelijke procedure niet op een vermeende tegenstrijdigheid, onduidelijkheid of onvolkomenheid in het Beschrijvend document beroepen.
(…)
Wijze van beoordeling Gunningscriteria
1.3.19.
Gunningsystematiek
De tarieven van huishoudelijke ondersteuning zijn vastgesteld, zie bijlage E.
Daarom worden inschrijvingen alleen beoordeeld op de kwalitatieve subgunningscriteria.
Achtergrond
Het doel dat Opdrachtgever met de kwalitatieve beoordeling wil bereiken, is dat Deelnemers die een hoge kwaliteit bieden daarvoor worden beloond met gunningspunten. Om de beoordeling in goede banen te leiden en zo transparant mogelijk te maken, volgt hieronder een uitgebreide beschrijving van de beoordelingsprocedure. De procedure is echter geen doel op zich, maar slechts een hulpmiddel bij het bereiken van het hiervoor benoemde doel: het belonen van door Deelnemers aangeboden kwaliteit.
(…)
Beoordeling van de subgunningscriteria
In de volgende vraag wordt per kwalitatief Gunningscriterium beschreven op welke aspecten het beoordelingsteam de beoordeling op het betreffende Gunningscriterium in het bijzonder zal uitvoeren.
Bij de beoordeling op de Gunningscriteria houdt het beoordelingsteam, naast de in de beschrijving benoemde beoordelingsaspecten, ook rekening met de wijze waarop de Deelnemer de door hem gemaakte keuzes heeft onderbouwd. Daarbij kunnen bijvoorbeeld de volgende vragen aan de orde komen:
  • Geeft de Deelnemer een duidelijk inzicht in zijn afwegingen?
  • Zit er een duidelijke logica/gedachte achter de gemaakte keuzes?
  • Toont de Deelnemer zich bewust van eventuele nadelen van zijn keuzes en licht hij toe waarom de voordelen van zijn keuzes tegen die nadelen opwegen?
Kortom, het is aan de Deelnemer om de beoordelaars uit te leggen welke keuzes hij heeft gemaakt, en ze ervan te overtuigen dat die keuzes juist zijn.
Deelnemers wordt gevraagd in hun Inschrijving concreet en ondubbelzinnig te beschreven wat zij aanbieden (dus niet “we kunnen…” of “we doen mogelijk…”, maar “we zullen…” of “we doen…”). Onduidelijkheden in de Inschrijving kunnen leiden tot een lagere beoordeling op de kwalitatieve Gunningscriteria.
De genoemde beoordelingsaspecten die per Gunningscriterium zijn weergegeven in het vervolg van dit hoofdstuk, zijn geen nadere ‘Gunningscriteria’. Het betreffen aspecten waaraan de Deelnemer wordt gevraagd ten minste aandacht te besteden bij het opstellen van zijn Inschrijving. De genoemde aspecten zijn steeds in willekeurige volgorde van belang opgenomen.
Overige onderwerpen
Iedere inschrijving wordt beoordeeld op zijn eigen merites. Dat neemt niet weg dat het beoordelingsteam bij de beoordeling rekening kan houden met hetgeen is waargenomen in andere Inschrijvingen. Dat kan immers mede bepalend zijn voor het toetsingskader/verwachtingspatroon van het beoordelingsteam. (…)
Gunningscriteria
1.3.20.
De Inschrijvingen beoordeelt het beoordelingsteam op basis van het Gunningscriterium beste prijs-kwaliteitverhouding. Per Gunningscriterium kent het beoordelingsteam een beoordeling toe. Om voor gunning in aanmerking te komen, moet de Inschrijver (naast het voldoen aan en akkoord gaan met alle eerder beschreven voorwaarden, criteria en eisen) op elk van de drie beschreven criteria minimaal zes punten behalen.
Het beoordelingsteam beoordeelt de Inschrijvingen op grond van de Gunningscriteria, zoals in de bijlage bij deze vraag staat omschreven.
De Deelnemer dient een Plan van Aanpak huishoudelijke ondersteuning bij de Inschrijving te voegen, waarin de Deelnemer ingaat op de kwalitatieve subgunningscriteria zoals die in de bijlage bij deze vraag worden toegelicht. (…)”
2.3.
In de bijlage “Toetsingscriteria en gunningscriteria” bij de aanbestedingsleidraad staat de volgende tabel opgenomen:
2.4.
In de bijlage “Gunningscriteria” bij de aanbestedingsleidraad staat, voor zover voor de beoordeling van belang, het volgende:
Gunningscriteria
G1: Kwaliteit van de uitvoering
Huishoudelijke ondersteuning is een belangrijke voorziening die veel inwoners in staat stelt om beter en langer zelfstandig thuis te wonen. De kwaliteit van huishoudelijke ondersteuning is daarom ook cruciaal. In haar Plan van Aanpak dient de Inschrijver in te gaan op:
  • Welke aspecten volgens de Inschrijver bepalend zijn voor de kwaliteit van huishoudelijke ondersteuning en hoe de inschrijver invulling geeft aan die aspecten en hoe borgt de inschrijver dat hier continu aan wordt voldaan.
  • Hoe stelt de inschrijver de vraag van de cliënt centraal en hoe de inschrijver omgaat met veranderingen in die vraag? En hoe de inschrijver ervoor zorgt dat hulpen ook (vroegtijdig) signaleren wanneer er meer nodig is dan huishoudelijke ondersteuning.
  • Hoe de inschrijver het resultaat ‘Schoon en leefbaar huis’ realiseert? Ga hierbij ook in op de verschillende cliëntsituaties a) het bereiken van meer zelfstandigheid, b) het stabiliseren van een situatie en c) het begeleiden van de achteruitgang van een cliëntsituatie.
  • Hoe de inschrijver de continuïteit van de ondersteuning bij een cliënt borgt, ook in vakantieperioden? Wat zijn de belangrijke risico’s die de continuïteit bedreigen en hoe beheerst de inschrijver die risico’s?
  • Hoe communicatie bijdraagt aan de kwaliteit van ondersteuning van de cliënt. Hoe, met wie en waarover communiceert de inschrijver.
Wijze van beoordelen
Naar mate de beschrijving van de kwaliteit van de ondersteuning van de inschrijver concreter (en daarmee toetsbaar), vollediger, realistischer is en de gemeenten meer vertrouwen geeft dat de inschrijver effectief en concreet invulling geeft aan de kwaliteit van de ondersteuning, krijgt de inschrijver meer punten. De puntentoekenning voor kwaliteit van de ondersteuning vindt plaats op basis van de onderstaande tabel.
G2: Samenwerking
De opdrachtgevers zien samenwerking als één van de sleutels om inwoners te ondersteunen om langer zelfstandig thuis te kunnen wonen. In haar Plan van Aanpak dient Inschrijver in te gaan op:
  • Hoe de inschrijver samenwerkt met het sociaal netwerk van de cliënt.
  • Hoe de inschrijver samenwerkt met andere zorgverleners (actief vanuit Wet maatschappelijke ondersteuning/Jeugdwet/Zorgverzekeringswet/Wet langdurige Zorg) die in het huishouden actief zijn, voor welke activiteiten de inschrijver samenwerkt en wat deze samenwerking oplevert.
  • Met welke andere aanbieders van huishoudelijke ondersteuning de inschrijver samenwerkt, hoe de inschrijver samenwerkt met deze andere aanbieders van huishoudelijke ondersteuning, op welke activiteiten en wat deze samenwerking oplevert.
  • Hoe de inschrijver zo goed mogelijk samenwerkt met de opdrachtgever (toegang/toeleidende organisatie, administratie, beleid etc) wat deze samenwerking oplevert.
  • Hoe de inschrijver ervoor zorgt dat de hulpen kennis krijgen van de sociale kaart in desbetreffend werkgebied.
Wijze van beoordelen
Naar mate de beschrijving van de samenwerking van de inschrijver concreter (en daarmee toetsbaar), vollediger, realistischer is en de gemeenten meer vertrouwen geeft dat de Inschrijver de mogelijkheden om met partijen in de regio samen te werken zo optimaal en zo effectief mogelijk benut om de cliënt langer zelfstandig thuis te laten wonen, krijgt de inschrijver meer punten.
De puntentoekenning voor kwaliteit van de ondersteuning vindt plaats op basis van de onderstaande tabel.
G3: Werkgeverschap, veiligheid en kwaliteit
De kwaliteit en veiligheid in de uitvoering van huishoudelijke ondersteuning begint met de wijze waarop dit door de zorgaanbieder als werkgever worden georganiseerd en geborgd. Dienstverleners moeten beschikken over de actuele gangbare kennis, competenties en vaardigheden. Als werkgever is de Inschrijver ook verantwoordelijk voor het borgen van de kwaliteit die dienstverleners kunnen leveren en de veiligheid waarin zij hun werk kunnen doen. In haar Plan van Aanpak dient de Inschrijver in te gaan op het volgende:
  • Hoe de Inschrijver invulling geeft aan de ontwikkeling (van de kwaliteit) van haar medewerkers gedurende de looptijd van de overeenkomst? En op welke gebieden is de ontwikkeling gericht? En hoe de Inschrijver bevordert en zorgt dat medewerkers de geboden mogelijkheden benutten?
  • Hoe de Inschrijver zorgt dat de hulpen vaardig zijn in het omgaan met complexe situaties (zoals in multi-probleem huishoudens)?
  • Hoe de Inschrijver de veiligheid van hulpen en cliënten in de uitvoering van het werk bewaakt en bevordert?
Wijze van beoordelen
Naar mate de beschrijving van werkgeverschap, veiligheid en kwaliteit van de Inschrijver concreter (en daarmee toetsbaar), vollediger, realistischer is en de gemeente meer vertrouwen geeft dat de inschrijver haar mogelijkheden als werkgever optimaal benut om dienstverlening in staat te stellen kwaliteit te leveren en ondersteuning in veiligheid uit te voeren, krijgt de inschrijver meer punten.
De puntentoekenning voor kwaliteit van de ondersteuning vindt plaats op basis van de onderstaande tabel.
2.5.
In bijlage A ‘Uitgangspunten en voorwaarden bij aanbesteding’ staat, voor zover voor de beoordeling van dit kort geding van belang, het volgende:
“Deze bijlage beschrijft welke uitgangspunten en voorwaarden er van toepassing zijn op deze Aanbesteding. Door het indienen van een Inschrijving stemt de Deelnemer in met alle uitgangspunten en voorwaarden, waaronder (maar niet beperkt tot) de voorwaarden in dit hoofdstuk.
(…)
A. 3 Voorwaarden bij inschrijven
(…)
A.3.1 Proactief handelen Deelnemer
(…)
Indien een Deelnemer meent dat de Aanbesteding of informatie of een bepaling in het Beschrijvend Document of een ander Aanbestedingsdocument, waaronder (maar niet uitsluitend) het Gunningscriterium, onjuist, onrechtmatig of op andere wijze onrechtmatig is, dient die Deelnemer binnen twee weken na ontvangst van het aanbestedingsdocument waarin de betreffende informatie of bepaling is opgenomen Opdrachtgever schriftelijk te attenderen op die vermeende onjuistheid, onrechtmatigheid of onregelmatigheid anderszins. Indien een Deelnemer niet tijdig op de voorgeschreven wijze de Opdrachtgever aldus heeft geattendeerd, is die Deelnemer niet ontvankelijk in enige (latere) vordering gericht tegen de vermeende onjuistheid, onrechtmatigheid of onregelmatigheid anderszins.
(…)”
2.6.
Onder andere Zorg op Maat Thuis heeft zich ingeschreven op de opdracht.
2.7.
Bij brief van 11 september 2020 heeft Regio Rivierenland c.s. Zorg op Maat Thuis bericht dat de inschrijving van Zorg op Maat Thuis niet voor gunning in aanmerking komt. Regio Rivierenland c.s. heeft voorts meegedeeld dat het door Zorg op Maat Thuis ingediende Plan van Aanpak, zoals ingediend in het kader van vraag 1.3.20. Gunningscriteria, niet de minimale score zes per subgunningscriterium heeft behaald. Verder heeft Regio Rivierenland c.s. een overzicht en onderbouwing verschaft van de door Zorg op Maat Thuis behaalde scores op de gunningscriteria.
2.8.
Op 23 oktober 2020 heeft Regio Rivierenland c.s. via Negometrix een bericht verzonden, inhoudende dat de ingangsdatum van de nieuwe overeenkomsten wordt verschoven van 1 januari 2021 naar 1 april 2021.
2.9.
Zorg op Maat Thuis heeft bezwaar gemaakt tegen de voorlopige gunningsbeslissing. Op dat bezwaar is ten tijde van de mondelinge behandeling van dit kort geding door Regio Rivierenland c.s. nog geen beslissing genomen.

3.Het geschil

3.1.
Zorg op Maat Thuis vordert na wijziging eis dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Regio Rivierenland c.s. zal verbieden het project Tender 153979 Huishoudelijke Ondersteuning 2021, zonder heraanbesteding, te gunnen, op straffe van een dwangsom van € 50.000,00 per kalenderdag, na betekening van dit vonnis dat één of meer van gedaagden niet voldoet aan het ten deze nog op te leggen verbod;
II. Regio Rivierenland c.s. zal gebieden een overgangstermijn te gelasten van 1 januari 2021 tot en met 1 juli 2021 gedurende welke de bestaande contracten worden voortgezet onder bepaling dat de uitslag van de aanbesteding als thans voorliggend volgens productie 17, op het moment dat deze rechtens juist is, eerst ná 1 juli 2021 kan worden gegund,
alsmede
Regio Rivierenland c.s. zal gebieden de inschrijving van Zorg op Maat Thuis opnieuw te beoordelen, onder bepaling dat alle inschrijvers hun aanbieding nader mogen toelichten, en met inachtneming van het lichaam van de dagvaarding en onder bepaling een stand-still te gelasten ten minste totdat op de vorenbedoelde toelichting en de alsdan opnieuw te beoordelen inschrijving van Zorg op Maat Thuis, met inachtneming van het juiste beoordelingskader, is beslist, onder gelasting van de overgangstermijn als hiervoor sub II. gevorderd,
III. Regio Rivierenland c.s. zal veroordelen in de kosten van deze procedure, te betalen uiterlijk binnen één week na dit vonnis.
3.2.
Regio Rivierenland c.s. voert gemotiveerd verweer en concludeer tot niet-ontvankelijkheid van Zorg op Maat Thuis in haar vorderingen dan wel tot afwijzing daarvan met veroordeling van Zorg op Maat Thuis, uitvoerbaar bij voorraad, in alle kosten van dit geding, inclusief nakosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De spoedeisendheid van de vorderingen vloeit voldoende voort uit de stellingen van Zorg op Maat Thuis en is tevens niet gemotiveerd betwist door Regio Rivierenland c.s.
4.2.
Zorg op Maat Thuis komt in dit kort geding op tegen de voorlopige gunningsbeslissing van Regio Rivierenland c.s. om in aanmerking te komen voor een overeenkomst voor het leveren van huishoudelijke ondersteuning aan inwoners met een indicatie binnen de regio Rivierenland. Zorg op Maat Thuis stelt zich op het standpunt dat de aanbesteding onjuistheden bevat. Zo is van alle gunningscriteria volgens Zorg op Maat Thuis niet duidelijk hoe deze zijn beoordeeld, door wie, op welke wijze en hoe vervolgens de score is ontstaan. Verder maakt Zorg op Maat Thuis bezwaar tegen de door Regio Rivierenland c.s. geformuleerde gunningscriteria. Deze zijn volgens Zorg op Maat Thuis, kort samengevat, onvoldoende objectief en transparant wat in strijd is met de aanbestedingsrechtelijke beginselen. In de aanbestedingsstukken is verder onder meer aangekondigd dat de aanbesteding plaats vindt op basis van het gunningscriterium ‘de beste prijs-kwaliteitverhouding’. Dit is volgens Zorg op Maat Thuis niet juist, omdat het uurtarief voor de huishoudelijke hulp reeds in de aanbestedingsstukken staat genoemd, zodat enkel geconcurreerd wordt op kwaliteit. In dat geval is van groot belang dat een zo objectief en controleerbaar mogelijk beoordelings- en gunningssysteem wordt gehanteerd, maar dat is volgens Zorg op Maat Thuis niet gebeurd. Regio Rivierenland c.s. heeft enkel beoordeeld op kwaliteit, zodat de partijen met de mooiste plannen van aanpak winnen en dat dient reeds te leiden tot een verbod op gunning, aldus Zorg op Maat Thuis. Regio Rivierenland c.s. is het niet eens met de door Zorg op Maat Thuis aangevoerde bezwaren tegen de aanbesteding. Regio Rivierenland c.s. voert daartoe aan dat Zorg op Maat Thuis ter zake van haar bezwaren over de opzet van de aanbesteding haar rechten reeds heeft verwerkt door stil te zitten en pas bezwaren te uiten op het moment dat de voorlopige gunningsbeslissing haar bekend werd. Bovendien is volgens Regio Rivierenland c.s. geen sprake van schending van de aanbestedingsrechtelijke beginselen, noch van gebreken in de gunningscriteria.
4.3.
Hieromtrent wordt het volgende overwogen. Vastgesteld moet worden dat de door Zorg op Maat Thuis geuite bezwaren zich richten tegen de wijze waarop de aanbesteding door Regio Rivierenland c.s. is vormgegeven en de gunningscriteria in de aanbestedingsleidraad zijn geformuleerd. Regio Rivierenland c.s. hebben er in dat verband terecht op gewezen dat in de aanbestedingsleidraad, waarmee Zorg op Maat Thuis zich bij inschrijving akkoord heeft verklaard, onder 1.2.3. is bepaald dat als niet tijdig, dat wil zeggen zo spoedig mogelijk maar uiterlijk vóór 3 juli 2020, over een gebrek in de aanbestedingsprocedure is geklaagd, het recht voor inschrijvers om dit op een later moment alsnog te doen is verwerkt. In bijlage A ‘Uitgangspunten en voorwaarden bij aanbesteding’, waarmee Zorg op Maat Thuis door inschrijving op de opdracht heeft ingestemd, is nog eens een soortgelijke bepaling opgenomen. Gelet op het bepaalde in de aanbestedingsstukken had Zorg op Maat Thuis haar bezwaren, die van het begin af aan bestonden, in een eerder stadium bij Regio Rivierenland c.s. aan de orde moeten en kunnen stellen en kan daarom in de onderhavige kort gedingprocedure niet meer. Een en ander brengt mee dat Zorg op Maat Thuis haar rechten dienaangaande heeft verwerkt.
4.4.
Afgezien van het voorgaande kan evenmin worden gezegd dat de door Regio Rivierenland c.s. geformuleerde gunningscriteria onvoldoende objectief en transparant zijn, noch dat die criteria zodanig zijn dat geen sprake is van gunning op grond van de beste prijs-/kwaliteitverhouding. In dit verband geldt het volgende.
4.5.
Als aanbestedingsrechtelijk uitgangspunt heeft te gelden dat gunningscriteria transparant en objectief behoren te zijn en wel zo dat zij door elke goed geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver op dezelfde manier zullen worden begrepen. Dit laat onverlet dat een aanbestedende dienst de vrijheid heeft om gunningscriteria in enigszins algemene zin te formuleren, zodat inschrijvers de vrijheid hebben hun aanbieding zo in te richten zoals hen dat in de gegeven omstandigheden het beste voorkomt om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van de aanbestedende dienst en met het oog op een gunstige beoordeling door de aanbestedende dienst bij toepassing van de gunningscriteria.
4.6.
Geconstateerd moet worden dat Regio Rivierenland c.s. niet een heel nauwkeurig en uitputtende opsomming van tal van deelaspecten heeft gegeven waaraan een inschrijving moet voldoen die vervolgens zijn gekoppeld aan een bepaald aantal punten. Dat maakt echter niet dat onvoldoende duidelijk is aan welke aspecten elke inschrijver de nodige aandacht dient te besteden. Uit de aanbestedingsleidraad blijkt voldoende duidelijk welke aspecten bij de verschillende gunningscriteria Regio Rivierland c.s. van belang vindt in het kader van de kwaliteit en ook blijkt voldoende duidelijk dat van de inschrijver wordt verwacht dat hij concreet aangeeft hoe hij denkt aan de verschillende aspecten uitvoering te gaan geven. Voorts is ook voldoende duidelijk hoe de inschrijving op deze aspecten zal worden beoordeeld. Daarmee zijn de criteria voldoende objectief en transparant. Tot een verdergaande concrete opsomming van eisen waaraan moet worden voldaan was Regio Rivierland c.s. aanbestedingsrechtelijk niet gehouden.
4.7.
De beoordelingscommissie heeft door de aard van de gunningscriteria een grote mate van beoordelingsvrijheid en een dergelijke opzet laat de ruimte voor enige subjectiviteit in de beoordeling. In een procedure als de onderhavige is het niet aan de rechter om zelf die beoordeling (opnieuw) uit te voeren. Alleen indien sprake is van aperte onjuistheden of omissies in de beoordeling is plaats voor ingrijpen. Regio Rivierenland c.s. heeft de voorlopige gunningsbeslissing bij brief van 11 september 2020 aan Zorg op Maat Thuis kenbaar gemaakt. Uit de in de brief opgenomen uitgebreide beoordeling van Regio Rivierenland c.s. blijkt voldoende duidelijk wat Regio Rivierenland c.s. in de inschrijving van Zorg op Maat Thuis heeft gemist en op welke punten Zorg op Maat Thuis onvoldoende concreet is geweest en waarom zij het toegekende aantal punten heeft gescoord. Niet kan worden vastgesteld dat in de beoordeling aperte onjuistheden zitten die maken dat er reden is tot ingrijpen. Dat de beoordelingscommissie in het kader van de beoordeling een aantal aspecten heeft genoemd die zij heeft gemist, betekent gegeven de wijze waarop de gunningscriteria zijn geformuleerd, niet dat Regio Rivierland c.s. andere gunningscriteria heeft gehanteerd dan zij had bekend gemaakt. Al de genoemde aspecten blijven binnen de scope van de uitvraag bij de gunningscriteria in de aanbestedingsleidraad. Het stond Regio Rivierenland c.s. ook vrij om op een wijze als hier gehanteerd uitvraag te doen met de bedoeling dat de inschrijver nauwkeurig concreet en daarmee toetsbaar en vergelijkbaar met de inschrijving van anderen zou uiteenzetten wat zij op de verschillende onderdelen te bieden heeft. Daarmee wordt het niet een kwestie van een gelikte presentatie. Het gaat om een beschrijving van wat de inschrijver in werkelijkheid gaat leveren. Er is geen reden waarom dit niet zou kunnen zonder uitvraag te doen naar ‘past perfomance’.
4.8.
Dat de prijs vaststaat en alleen geconcurreerd kan worden op kwaliteitsaspecten betekent niet dat de gunning niet op beste prijs/kwaliteitverhouding plaatsvindt, zoals in de aanbestedingsleidraad tot uitgangspunt is genomen. Ook bij een vaststaande prijs is elke variatie in kwaliteit van rechtstreekse invloed op de prijs/kwaliteitverhouding en het valt niet in te zien waarom de beste prijs/kwaliteit niet op deze wijze met alleen concurrentie op kwaliteit kan plaatsvinden. Uit de aanbestedingsleidraad volgt ook onmiskenbaar dat Regio Rivierland c.s. wenst te selecteren op basis van de kwaliteit die zij bij deze prijs geleverd kan krijgen.
4.9.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat er voorshands geen redenen zijn om aan te nemen dat de aanbesteding ongeldig is, noch dat de inschrijving van Zorg op Maat Thuis opnieuw zou moeten worden beoordeeld. Evenmin wordt aanleiding gezien om Regio Rivierenland c.s. te gebieden een overgangstermijn te gelasten van 1 januari 2021 tot en met 1 juli 2021, zoals Zorg op Maat Thuis vordert. Aannemelijk is dat de overdracht aan andere zorgaanbieders zoals hier aan de orde het nodige werk met zich zal brengen, maar gelet op de gemotiveerde weerspreking van Regio Rivierenland c.s. is door Zorg op Maat Thuis onvoldoende naar voren gebracht dat de termijn tot aan de ingangsdatum van de nieuwe overeenkomsten niet voldoende gelegenheid biedt om de overdracht op passende wijze te laten verlopen. Daarbij is in aanmerking genomen dat Regio Rivierenland c.s. de ingangstermijn van de nieuwe raamovereenkomsten in verband met de onderhavige kort gedingprocedure reeds heeft opgeschoven van 1 januari 2021 naar 1 april 2021.
4.10.
Het is denkbaar dat Zorg op Maat Thuis door onervarenheid -gebleken is dat dit haar eerste inschrijving op een aanbesteding was- onvoldoende heeft begrepen dat zij haar aanbieding op tal van in de aanbestedingsleidraad genoemde punten concreet diende te beschrijven om haar inschrijving zo objectief en toetsbaar te maken voor Regio Rivierland c.s. en niet kon volstaan met verwijzing naar de waardering die cliënten hebben. Dat is spijtig maar het kan er niet toe leiden dat haar inschrijving anders wordt beoordeeld dan uit de aanbestedingsleidraad volgt. De slotsom is dat de vorderingen van Zorg op Maat Thuis worden afgewezen.
4.11.
Zorg op Maat Thuis zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Regio Rivierenland c.s. worden begroot op:
- griffierecht € 656,00
- salaris advocaat
980,00
Totaal € 1.636,00
4.12.
De gevorderde veroordeling in de nakosten zal worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Zorg op Maat Thuis in de proceskosten, aan de zijde van Regio Rivierenland c.s. tot op heden begroot op € 1.636,00, waarin begrepen € 980,00 aan salaris advocaat,
5.3.
veroordeelt Zorg op Maat Thuis in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Zorg op Maat Thuis niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 12 november 2020.