In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 19 oktober 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die handhaving door de gemeente Beuningen aanvecht. De gemeente had op 14 oktober 2019 een last onder dwangsom opgelegd aan de verzoeker, omdat de recreatiewoningen op het vakantiepark De Groene Heuvels in strijd met het bestemmingsplan werden gebruikt voor de huisvesting van arbeidsmigranten. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de gemeente, maar dit werd ongegrond verklaard. De verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij vreesde dat hij de last zou moeten uitvoeren voordat de bodemzaak was behandeld.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, omdat de verzoeker niet in staat was om de last uit te voeren zonder dat de bodemzaak was afgewacht. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gemeente handhavend optrad op basis van controle rapportages die aantoonden dat de recreatiewoningen werden gebruikt voor de huisvesting van arbeidsmigranten, wat in strijd is met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de handhaving door de gemeente gerechtvaardigd was, maar heeft ook rekening gehouden met de grote impact van de handhaving op de bewoners van de recreatiewoningen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter besloten om de last onder dwangsom te schorsen tot 1 januari 2021, om te voorkomen dat alle bewoners tegelijkertijd moesten verhuizen. Dit besluit werd genomen om een ordelijke herhuisvesting te waarborgen, gezien het aantal betrokken woningen en personen. De voorzieningenrechter heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat het verzoek om voorlopige voorziening weliswaar werd toegewezen, maar het besluit van de gemeente daar geen aanleiding toe gaf.