Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
‘enerzijds’(2e regel) te vervallen;
‘2 maanden na dagtekening van deze garantie’;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 juli 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen BINCX B.V. en MOLD-TEK TECHNOLOGIES LIMITED. BINCX vorderde de opheffing van conservatoire derdenbeslagen die door MOLD-TEK waren gelegd onder verschillende derden, waaronder de Coöperatieve Rabobank U.A. De vordering van MOLD-TEK was begroot op € 80.418,00. BINCX stelde dat zij vervangende zekerheid had geboden in de vorm van een bankgarantie van de Rabobank, maar MOLD-TEK betwistte de toereikendheid van deze garantie.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de bankgarantie niet voldeed aan de eisen omdat deze niet voldoende zekerheid bood, met name ten aanzien van rechtsopvolgers van de crediteur. De rechter stelde dat de bankgarantie moest worden aangepast om te voldoen aan de voorwaarden van de rechtsopvolgers en de termijn voor het instellen van een vordering. De rechter besloot om het beslag onder de Rabobank op te heffen, maar de overige beslagen bleven liggen totdat BINCX een nieuwe bankgarantie had afgegeven die aan de gestelde voorwaarden voldeed. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen.
De uitspraak benadrukt het belang van voldoende zekerheid bij de opheffing van conservatoire beslagen en de noodzaak om rekening te houden met de belangen van beide partijen in een kort geding.