ECLI:NL:RBGEL:2020:5442

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 juli 2020
Publicatiedatum
13 oktober 2020
Zaaknummer
C/05/373933 / KG ZA 20-265
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing conservatoir derdenbeslag met voorwaarden voor bankgarantie

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 juli 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen BINCX B.V. en MOLD-TEK TECHNOLOGIES LIMITED. BINCX vorderde de opheffing van conservatoire derdenbeslagen die door MOLD-TEK waren gelegd onder verschillende derden, waaronder de Coöperatieve Rabobank U.A. De vordering van MOLD-TEK was begroot op € 80.418,00. BINCX stelde dat zij vervangende zekerheid had geboden in de vorm van een bankgarantie van de Rabobank, maar MOLD-TEK betwistte de toereikendheid van deze garantie.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de bankgarantie niet voldeed aan de eisen omdat deze niet voldoende zekerheid bood, met name ten aanzien van rechtsopvolgers van de crediteur. De rechter stelde dat de bankgarantie moest worden aangepast om te voldoen aan de voorwaarden van de rechtsopvolgers en de termijn voor het instellen van een vordering. De rechter besloot om het beslag onder de Rabobank op te heffen, maar de overige beslagen bleven liggen totdat BINCX een nieuwe bankgarantie had afgegeven die aan de gestelde voorwaarden voldeed. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen.

De uitspraak benadrukt het belang van voldoende zekerheid bij de opheffing van conservatoire beslagen en de noodzaak om rekening te houden met de belangen van beide partijen in een kort geding.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/373933 / KG ZA 20-265
Vonnis in kort geding van 27 juli 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BINCX B.V.,
gevestigd te Kootwijkerbroek,
eiseres,
advocaat mr. E. Koekoek te Barneveld,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
MOLD-TEK TECHNOLOGIES LIMITED,
gevestigd te Hyderabad (India),
gedaagde,
advocaat mr. C.R.J. de Bont te Dongen.
Partijen zullen hierna Bincx en Mold-Tek genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 juli 2020 met producties 1 tot en met 4
- de brief van Bincx van 24 juli 2020 met productie 5
- de brief van Mold-Tek van 24 juli 2020 met productie 1 tot en met 3
- de brief van Bincx van 24 juli 2020 met producties 6 tot en met 8
- de brief van Bincx van 25 juli 2020 met productie 9
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Bincx, tevens houdende wijziging van eis
- de pleitnota van Mold-Tek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 17 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter te Arnhem verlof verleend aan Mold-Tek om ten laste van Bincx conservatoir derdenbeslag te leggen onder de Coöperatieve Rabobank U.A., Build2Learn ULC Wageningen v.o.f., Scania Real Estate The Netherlands BV en Bouwbedrijf Vrolijk BV waarbij de vordering van Mold-Tek is begroot op € 80.418,00. Krachtens dit verlof heeft Mold-Tek op 20 juli 2020 ten laste van Mold-Tek conservatoire derdenbeslagen gelegd.
2.2.
Bij e-mail van 21 juli 2020 heeft Bincx Mold-Tek gesommeerd om de conservatoire derdenbeslagen op te heffen.
2.3.
Bij e-mail van 22 juli 2020 om 14.25 uur heeft Bincx aan Mold-Tek medegedeeld bereid te zijn een bankgarantie te stellen. Daarbij is een concept-bankgarantie van de Rabobank meegezonden.
2.4.
Bij e-mail van 23 juli 2020 om 09.58 uur heeft Bincx aan Mold-Tek bericht dat zij bij de Rabobank een definitieve bankgarantie heeft aangevraagd. Ook is in deze e-mail bericht dat Bincx voornemens is een kort geding jegens Mold-Tek te starten ten behoeve van het opheffen van het conservatoire derdenbeslag.
2.5.
Bij e-mail van 23 juli 2020 om 10.33 uur is namens Mold-Tek aan Bincx bericht dat hij in overleg met zijn cliënte zal treden over de onderhavige kwestie en die middag nog zal reageren.
2.6.
Bij e-mail van 23 juli 2020 om 16.50 uur is namens Mold-Tek als volgt gereageerd op de concept-bankgarantie:
Cliënte is bereid om een door Rabobank afgegeven bankgarantie volgens het NVB-model Beslaggarantie te accepteren en na ontvangst en verificatie daarvan (ter voorkoming van discussie: de daadwerkelijke papieren versie) de beslag onmiddellijk te doen opheffen, een en ander onder de navolgende voorwaarden. Het gisteren namens uw cliënte neergelegde concept wijkt namelijk op enkele punten af van het model. Na wijziging van de onderstaande punten is de bankgarantie wat betreft cliënte akkoord:
1. Onder 2.c.: dient het woord
‘enerzijds’(2e regel) te vervallen;
2. De termijn als bedoeld onder het eerste streepje onder 5, dient te worden bepaald op
‘2 maanden na dagtekening van deze garantie’;
3. Punt 8 dient te komen vervallen.
Gezien het korte tijdsbestek verneem ik graag uiterlijk morgen 24 juli 2020 om 12.00 uur of uw cliënte de bankgarantie met inachtneming van de voorgaande punten zal aanvragen.
2.7.
Bij e-mail van 24 juli 2020 om 09.51 uur is namens Bincx aan Mold-Tek bericht dat de definitieve bankgarantie is aangevraagd en dat Mold-Tek ruim de tijd heeft gehad om inhoudelijk te reageren en daarmee nu te laat is.
2.8.
Bij e-mail van 24 juli 2020 om 14.20 uur is de definitieve bankgarantie aan Mold-Tek overgelegd.

3.Het geschil

3.1.
Bincx vordert na wijziging van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
1. Mold-Tek te veroordelen om de ten laste van Bincx gelegde conservatoire derdenbeslagen, geheel, althans boven een in goede justitie te bepalen bedrag, op te heffen en om Mold-Tek te veroordelen om binnen 12 uur na dit vonnis schriftelijk mededeling daarvan te doen aan de derden-beslagenen,
Subsidiair
2. Mold-Tek te veroordelen om binnen één dag na dit vonnis de ten laste van Bincx gelegde conservatoire derdenbeslagen geheel, althans boven een in goede justitie te bepalen bedrag, op te (laten) heffen,
Zowel primair als subsidiair
3. Hetgeen onder 1. en 2. genoemd onder verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van € 200.000,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Mold-Tek niet aan de vordering onder 1. of 2. voldoet, met een maximum van € 500.000,00, en met veroordeling van Mold-Tek in de daadwerkelijke proceskosten en de nakosten.
3.2.
Bincx vordert opheffing van de gelegde conservatoire derdenbeslagen op grond van artikel 705 Rv, omdat zij vervangende zekerheid heeft gesteld door middel van een bankgarantie van de Rabobank. Bincx is verder van mening dat de beslaglegging door Mold-Tek enkel wordt gebruikt als oneigenlijk drukmiddel.
3.3.
Mold-Tek voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen de partijen is niet in geschil dat er door Mold-Tek vier conservatoire derdenbeslagen zijn gelegd, waaronder één onder de Rabobank en drie onder klanten van Bincx. Volgens Bincx hebben deze beslagen doel getroffen voor een bedrag van ongeveer € 2.500.000,-. Mold-Tek heeft nog geen verklaringen van de beslagenen ontvangen, maar heeft op zichzelf niet betwist dat de gelegde beslagen doel hebben getroffen voor bedragen in de hiervoor genoemde orde van grootte. De gepretendeerde vordering waarvoor Mold-Tek beslagen heeft gelegd ten laste van Bincx is begroot op ongeveer € 80.000,- inclusief rente en kosten. De Rabobank heeft voor dit bedrag inmiddels een bankgarantie afgegeven.
4.2.
Mold-Tek vindt dat de garantie niet toereikend is omdat i. de termijn waarbinnen zij een vordering aanhangig moet maken is bepaald op 28 dagen na 20 juli 2020 en ii. de garantie niet geldt tegenover rechtsopvolgers van de crediteur. De termijn is in de gegeven omstandigheden wel wat kort. Op het moment waarop de originele bankgarantie ter zitting aan Mold-Tek is overhandigd was daarvan al een week verstreken, terwijl Mold-Tek een in India gevestigde partij is met personeel dat de Nederlandse taal niet machtig is en de resterende tijd voor het uitbrengen van een dagvaarding midden in de zomervakantieperiode valt. Erger is dat de garantie niet geldt tegenover rechtsopvolgers van de crediteur. De duur van de garantie bedraagt 10 jaar (met een mogelijkheid van verlenging) en is pas inroepbaar voor zover hier van belang indien bij gewijsde over de vordering is beslist. Indien Mold-Tek in die periode door fusie zou opgaan in een andere rechtspersoon zou zij haar zekerheid kwijt raken. De gelegde beslagen zouden echter ook tot zekerheid ten behoeve van een rechtsopvolger blijven strekken indien die in enige instantie Mold-Tek (ook) als procespartij zou opvolgen. Dat betekent dat de bankgarantie in dit opzicht minder zekerheid biedt dan de gelegde beslagen. In het algemeen geldt dat een beslag slechts hoeft te worden opgeheven tegen zekerheidstelling indien de gestelde zekerheid minstens evenveel zekerheid biedt als het beslag. De bankgarantie voldoet in dit opzicht niet aan die eis. Tussen de partijen is niet in geschil dat het NVB-model bankgarantie geen uitsluiting bevat van de gelding jegens rechtsopvolgers.
4.3.
Bincx stelt de vraag aan de orde of Mold-Tek zich hierop nog wel mag beroepen. Volgens Bincx heeft de raadsman van Mold-Tek niet snel genoeg (inhoudelijk) gereageerd op het voorstel van Bincx om een bankgarantie te stellen en het toegezonden concept daarvan en is hij vervolgens pas met eisen aan de bankgarantie gekomen nadat de definitieve bankgarantie al was aangevraagd, wat in de visie van Bincx gezien de spoedeisendheid te laat was. Mold-Tek betwist dat. Vast gesteld moet worden dat het concept op woensdag 22 juli 2020 omstreeks 14.30 aan de raadsman van Mold-Tek is gemaild. Per e-mail van 23 juli 2020 10.33 uur heeft de raadsman van Mold-Tek aan mr Koekoek laten weten ’s middags namens cliënte te zullen reageren. Dat is ook gebeurd per e-mail van 23 juli 2020 te 16.50 uur. Gebleken is dat Bincx de definitieve bankgarantie conform het concept reeds ’s ochtends op 23 juli 2020 had aangevraagd en dus niet op een reactie van de raadsman van Mold-Tek heeft gewacht. Hoewel de kwestie zeker spoedeisend was (en is) kan niet worden gezegd dat Mold-Tek zo lang heeft getalmd met een inhoudelijke reactie dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aanvaardbaar zou zijn indien zij zich op haar bezwaren tegen de bankgarantie en op haar eisen aan een bankgarantie in dit opzicht zou beroepen. Omdat Mold-Tek in India is gevestigd ligt het mede vanwege het tijdsverschil voor de hand dat enige tijd zal zijn gemoeid met communicatie tussen haar en haar Nederlandse advocaat. Dat moest ook voor mr. Koekoek duidelijk zijn. Anderzijds had de raadsman van Mold-Tek in de gegeven omstandigheden misschien ook iets meer begrip voor de haast aan de zijde van Bincx kunnen hebben.
4.4.
Uit het voorgaande volgt dat wil de aangeboden bankgarantie voldoende zijn, voldaan zal moeten worden aan het punt van de rechtsopvolger en omdat dat zo is, dan ook maar uitgerust moet worden met een iets langere termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak, te weten twee maanden vanaf de datum van de bankgarantie. Bincx zal dus een hieraan aangepaste bankgarantie moeten stellen. Dat kost tijd, terwijl gebleken is dat Bincx door de gelegde beslagen, vooral dat onder de bank, flink klem zit. Bij de bank is onweersproken een bedrag van € 1.500.000,- getroffen en geblokkeerd, terwijl Bincx voor het einde van de maand de lonen daarvan moet betalen en btw moet afdragen in orde van grootte van € 500.000,-. Bincx heeft een zwaarwegend belang bij opheffing van in ieder geval dit beslag. Volgens Bincx is door de drie andere beslagen circa € 1.100.000,- getroffen. Aangezien nog geen verklaringen zijn gedaan en er niets opschrift staat, kan dit niet worden gecontroleerd, maar de voorzieningenrechter heeft geen reden aan de juistheid te twijfelen. In het kader van een belangenafweging neemt de voorzieningenrechter aldus in aanmerking dat deze beslagen waarschijnlijk voldoende zekerheid bieden en ook dat er in ieder geval op dit moment een bankgarantie is afgegeven, zij het een die iets te beperkt is. Door binnen de daarin genoemde termijn een vordering in te stellen kan Mold-Tek zelf daaraan in ieder geval zekerheid ontlenen. Onder deze omstandigheden prevaleert het belang van Bincx bij opheffing van het beslag onder de bank. Concreet betekent dit dat het beslag onder de bank zal worden opgeheven en dat de drie overige beslagen blijven liggen totdat Bincx een nieuwe bankgarantie heeft afgegeven die (ook) voldoet aan de beide hiervoor genoemde punten. Onder deze voorwaarde zullen die drie beslagen (voorwaardelijk dus) worden opgeheven. Het speekt voor zich dat gelet op de genoemde afweging van belangen dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad zal worden verklaard.
4.5.
In de uitkomst ziet de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten te compenseren.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
heft op het conservatoire derdenbeslag dat Mold-Tek ten laste van Bincx heeft gelegd onder de Coöperatieve Rabobank U.A.,
5.2.
heft (voorwaardelijk) op de conservatoire derdenbeslagen die Mold-Tek ten laste van Bincx heeft doen leggen onder Build2Learn ULC Wageningen v.o.f., Scania Real Estate The Netherlands BV en Bouwbedrijf Vrolijk BV onder de voorwaarde dat Bincx een nieuwe bankgarantie stelt overeenkomstig de huidige bankgarantie waarin echter de termijn voor het instellen van een vordering wordt bepaald op twee maanden na de datum van de garantie en de gelding van de bankgarantie jegens rechtsopvolgers van de crediteur niet is uitgesloten,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de kosten zo dat beide partijen ieder hun eigen kosten zullen dragen,
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 27 juli 2020.