3.2.[Eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad On2it zal veroordelen tot
a.
a) Primair nakoming van
- de tussen partijen op 30 april 2019 tot stand gekomen 5 + 5 jaar huurovereenkomst voor de begane grond verdieping tegen dezelfde voorwaarden als de bestaande huurovereenkomst van 1 juli 2016 echter thans tegen de einddatum van 1 mei 2024;
- de tussen partijen op 30 april 2019 tot stand gekomen 5 + 5 jaar huurovereenkomst voor de 1e verdiepingsvloer tegen dezelfde voorwaarden als de bestaande huurovereenkomst van 1 juli 2016 echter thans tegen de einddatum van 1 mei 2024 – behoudens de huurprijs van € 100,- per m2, de ingangsdatum betalingsverplichting huurpenningen per 1 september 2019.
Bij gebreke een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen huurprijs per m2 per jaar (excl. BTW), een ingangsdatum van de betalingsverplichtingen huurpenningen en servicekosten en een prijsindexering;
-de tussen partijen op 20 december 2018 gesloten overeenkomst van aanneming ex artikel 7:750 e.v. BW, waarbij de toedeling van de door [Eiser] betaalde cascokosten gelijk aan € 60.000,- zijn. Bij gebreke geldt de toedeling op grond van artikel 7:752 lid 1 juncto de van toepassing verklaarde Algemene ROZ-bepalingen van 11 juli 2003.
b)
-de bepaling van de tussen partijen gesloten overeenkomst van aanneming ex artikel 7:750 e.v. BW en wel
a. vaststelling totale verbouwingskosten 1e verdiepingsvloer, entree en liftunit -> productie 49 ad € 332.804,58;
b. toedeling van de verbouwingskosten aan [Eiser] ad € 60.000,-.
c) Subsidiair
een verklaring voor recht, dat On2it jegens [Eiser] onrechtmatig heeft gehandeld, door de onderhandelingen met [Eiser] op 31 oktober 2019 af te breken;
d)een schadestaatprocedure ex artikel 612 Rv voor het vaststellen van de door [Eiser] reeds geleden en nog te lijden schade als gevolg van het onrechtmatig handelen door On2it door de onderhandelingen met [Eiser] op 31 oktober 2019 af te breken. De reeds door [Eiser] geleden en nog te lijden schade betreft:
-Alle kosten die [Eiser] heeft moeten maken voor de sloop en de verwijdering van de complete [voormalig huurder]-verdieping met inrichting;
-Alle kosten die [Eiser] heeft moeten maken voor de specifieke verbouwingseisen van On2it namens haar nieuwe klant de [naam klant] aan haar kantoorpand (1e verdiepingsvloer, entree en liftunit);
-Alle kosten, die [Eiser] nog zal moeten maken voor het terugbrengen van de 1e verdiepingsvloer in de verhuurde staat gelijk aan de staat van de voormalige [voormalig huurder]-vloer van voor 7 januari 2019;
-De door [Eiser] reeds geleden en nog te lijden huurderving 1e verdiepingsvloer (voormalige [voormalig huurder]-vloer) ad € 100,- per m2 per jaar, gerekend vanaf 7 januari 2019 (aanvangsdatum sloop [voormalig huurder]-vloer) tot aan de datum, dat de voormalige [voormalig huurder]-vloer weer in gelijke verhuurbare staat (= van voor 7 januari 2019) is teruggebracht.
e)
betaling van de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over de schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, gerekend vanaf de gepleegde onrechtmatige daad d.d. 31 oktober 2019 tot datum algehele voldoening;
f)
betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ingevolge WIK gerekend over de hoofdsom op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
g)
gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure.