Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het proces-verbaal ex art. 438 lid 4 Rv van 29 juni 2020 van toegevoegd gerechtsdeurwaarder Baks-van Haaften,
- het exploot van oproeping van Gemeente West Maas en Waal en [gedaagde] van zes juli 2020,
- de brief van 13 juli 2020, met bijgevoegd producties 1 tot en met 3, van de zijde van Gemeente West Maas en Waal,
- de e-mailberichten van 13 juli 2020, met bijgevoegd producties 1 tot en met 3, van de zijde van [gedaagde],
- de pleitaantekeningen van [gedaagde],
- de mondelinge behandeling, waarvan de griffier aantekening heeft gehouden.
2.De feiten
gedragen als goed gebruikerin de zin van de vorige paragraaf wordt onder meer inbegrepen (…), het niet veroorzaken van overlast, waaronder geluidsoverlast, overlast door het plaatsen van objecten op de openbare weg, zoals containers, oud ijzer en andere voorwerpen en overlast door verkeerd geparkeerde voertuigen op de openbare weg (…).
3.Het geschil
4.De beoordeling
980,00