ECLI:NL:RBGEL:2020:4210

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 augustus 2020
Publicatiedatum
19 augustus 2020
Zaaknummer
86252560
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen van de directeur binnen een concernverband

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 19 augustus 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap King Nederland B.V. en haar Managing Director, [verwerende partij]. King verzocht om ontbinding op grond van ernstig verwijtbaar handelen van [verwerende partij], die zonder toestemming van het Directieteam een side letter had opgesteld voor een voormalig logistiek manager, waarin een ontslagregeling was opgenomen. Daarnaast had [verwerende partij] de logistiek manager op kosten van King op wintersportvakantie gestuurd, wat eveneens niet was goedgekeurd door het Directieteam. King stelde dat deze handelingen in strijd waren met de volmacht en de interne regels van de organisatie, en dat het vertrouwen in [verwerende partij] was geschonden.

[verwerende partij] voerde verweer en betwistte dat hij verwijtbaar had gehandeld. Hij stelde dat zijn handelingen in het belang van King waren en dat hij de interne regels anders had geïnterpreteerd. De kantonrechter oordeelde echter dat [verwerende partij] zijn bevoegdheden had overschreden en dat zijn handelen ernstig verwijtbaar was. De rechter besloot de arbeidsovereenkomst met ingang van 15 september 2020 te ontbinden, zonder toekenning van een transitievergoeding, omdat het verzoek tot ontbinding was gebaseerd op verwijtbaar handelen van [verwerende partij]. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 8625260 \ HA VERZ 20-114 \ 498
uitspraak van 19 augustus 2020
beschikking
in de zaak van
de besloten vennootschap King Nederland B.V.
gevestigd te Tiel
verzoekende partij
gemachtigde mr. D.G. Veldhuizen te Amsterdam
en
[verwerende partij]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
gemachtigde mr. L.H. Janssen te Maastricht
Partijen worden hierna King en [verwerende partij] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties aan de zijde van King, van 30 juni 2020;
- het verweerschrift met tegenverzoeken en voorzien van producties aan de zijde van [verwerende partij] , van 23 juli 2020;
- de brief van de zijde van King van 4 augustus 2020 waarbij een productie is overgelegd;
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 10 augustus 2020, waar beide partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Mr. Veldhuizen heeft het woord gevoerd aan de hand van pleitaantekeningen welke zijn overgelegd. Voor het overige heeft de griffier aantekening bijgehouden.
1.2.
Beschikking is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[verwerende partij] , geboren op [dag en maand] 1962, is vanaf 1 juni 2008 bij King in dienst getreden in de functie van Managing Director tegen een salaris van laatstelijk € 11.845,53 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.
2.2.
King is een dochtervennootschap van Bunzl Outsourcing Services B.V.
Bunzl Nederland maakt onderdeel uit van Bunzl Plc (Bunzl Groep), gevestigd in Londen. King maakt onderdeel uit van Bunzl Nederland. Het directieteam van Bunzl Nederland (hierna ook genoemd DT NL) bestaat uit de heer [persoon A] (CEO), de heer [persoon B] (finance director) en mevrouw [persoon C] (HR director).
2.3.
Het management team van King bestond (tot zijn non-actiefstelling) uit [verwerende partij] (managing director), [persoon D] (finance manager) en mevr. [persoon E] (HR manager a.i.) met daarnaast de salesmanager, purchase manager en logistic manager a.i.
2.4.
[verwerende partij] rapporteerde tot aan zijn non-actiefstelling rechtstreeks aan [persoon A] . [persoon A] is sinds de non-actiefstelling van [verwerende partij] managing director a.i. van King.
2.5.
Per 20 maart 2018 is [verwerende partij] door het bestuur van King benoemd tot gevolmachtigde van King. Door middel van het ondertekenen van een datacard heeft [verwerende partij] de volmacht geaccepteerd. De volmacht is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel.
2.6.
In de volmacht is (voor zover van belang in deze procedure) onder meer bepaald:
“To appoint [voornaam verwerende partij] [verwerende partij] as a proxy holder of the Company and to grant him with the title Proxy Holder (in Dutch: gevolmachtigde), and in connection thereto to grant him a special power of attorney to represent the Company, acting individually in all matters and transactions, with the exception of the following acts/matters:
27. Recruiting, making redundant or changing the remuneration, bonus scheme and / or benefits in kind of any individual on their management team;” (…)
2.7.
In de Delegation of Authority van 9 maart 2018 is bij de volgende - voor zover van belang zijnde - (rechts)handelingen aangegeven bij welke functionaris(sen) de beslissingsbevoegdheden liggen:
“(..)
Authorising recruitment:
-
Management team members HR director NL/Local GM
(…)
Approving changes to salary and/or bonus schemes
and/or car and or other benefits in kind
-
Management team members HR director NL/Local GM
(….)
Approving bonus and commission calculations
and payments
-
Management team members Directie Team NL
(…)’
2.8.
In de Gedragscode (Code of Conduct) van augustus 2019 is onder meer vermeld:

“We doen al het mogelijke om ervoor te zorgen dat onze bedrijfsvoering voldoet aan strikte professionele, juridische en ethische normen.

Het is nooit aanvaardbaar om een bedrijfsdoel te realiseren door af te wijken van de code of van de geldende beleidslijnen en procedures.” (…)
2.9.
[verwerende partij] heeft King op 3 maart 2020 schriftelijk bevestigd te Gedragscode te hebben ontvangen.
2.10.
Op 16 november 2018 heeft [verwerende partij] ten behoeve van de (voormalig) logistiek manager van King te Tiel (verder: logistiek manager) een side letter opgesteld en getekend waarvan de tekst luidt:
“De logistiek manager King Nederland, [persoon F] , hecht er grote waarde aan dat de overeenkomst wordt nagekomen en met name dat hij na maximaal 12 maanden als Logistiek Manager de gehele eindverantwoordelijkheid heeft over de afdeling logistiek (incl. facilitair) van King Nederland te Medel, dus inclusief het huidige D-care deel.
Indien King Nederland niet in staat is om de overeenkomst conform de gestelde deadline van maximaal 12 maanden uit te voeren behoudt [persoon F] ( [persoon F] ) het recht om de volgende aanspraken te doen:
-
Indien uiterlijk per 1-6-2020 de algehele logistieke leiding niet is overgedragen aan [persoon F] kan hij het besluit nemen om King Nederland te verlaten op basis van een VSO, waarmee [persoon F] het recht behoudt op een eventuele uitkering.
-
Deze VSO voorziet in een uitbetaling van 12 maand salarissen en vakantiegeld van 8% over dit jaarinkomen.
-
Het recht van een bonus uitkering, conform de bonusafspraken.
-
Kan [persoon F] niet ontslagen worden gedurende de omschreven periode op basis van disfunctioneren.
De voorwaarde die King stelt aan [persoon F] is dat [persoon F] pro actief de benodigde inspanningen verricht om de samenwerking en overdracht van de Medische logistieke activiteiten zo te bevorderen dat de overdracht ook mogelijk is en geschiedt. Dit ter beoordeling van de Managing Director.
Daarnaast vervalt deze overeenkomst als al voor de fysieke overgang van D-care/Medisch de algehele leiding is overgedragen aan [persoon F] en wordt deze overeenkomst als niet geschreven beschouwd.
Deze side letter is vertrouwelijk tussen [persoon F] en ondergetekende en vervalt indien [persoon F] deze bekend maakt aan derden (uiteraard met uitzondering van zijn echtgenote) voor 1-6-2020. De side letter is ondertekend door de Managing Director King Nederland, [voorletters] [verwerende partij] , ingeschreven in de Kamer van Koophandel te Tiel.
[voorletters] [verwerende partij]
Managing Director
King Nederland BV”
Deze side letter is niet opgenomen in het digitale personeelsdossier van de logistiek manager.
2.11.
In 2019 heeft [verwerende partij] ten behoeve van de logistiek manager, King een wintersportvakantie laten betalen.
2.12.
De logistiek manager heeft zich begin augustus 2019 ziek gemeld. In overleg met [persoon A] heeft [verwerende partij] onderhandeld met de logistiek manager, althans diens advocaat, over een vertrekregeling. In dat kader heeft [verwerende partij] de logistiek manager bij e-mail van 20 maart 2020 een transitievergoeding aangeboden van € 23.000,- bruto.
2.13.
Op 31 maart 2020 heeft de advocaat van de logistiek manager een tegenvoorstel gedaan en daarbij verwezen naar de side letter en de door King ten behoeve van de logistiek manager betaalde wintersportvakantie. [persoon A] (managing director Bunzl Nederland) heeft vervolgens bij [verwerende partij] naar de side letter gevraagd waarop [verwerende partij] heeft laten weten die niet te kunnen terugvinden.
2.14.
Op 19 april 2020 ontving mevrouw [persoon E] (HR manager King) van de advocaat van de logistiek manager een afschrift van de side letter. Op 20 april 2020 heeft [persoon E] die besproken met [verwerende partij] .
2.15.
Eind april 2020 heeft King met de logistiek manager een vaststellingsovereenkomst gesloten en ca € 117.000,- bruto aan ontslagvergoeding betaald, conform de side letter.
2.16.
Op 20 mei 2020 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [persoon A] , [persoon C] en [verwerende partij] waarin [verwerende partij] is geconfronteerd met de side letter en de door King betaalde wintersportvakantie van de (voormalig) logistiek manager. Op 27 mei 2020 heeft een vervolggesprek plaatsgevonden waarin [verwerende partij] een voorstel tot vertrek middels een vaststellingsovereenkomst werd gedaan. Bij niet-acceptatie zou [verwerende partij] per 2 juni 2020 op on-actief worden gesteld, vooruitlopend op een gerechtelijke procedure.
2.17.
Bij e-mail van 29 mei 2020 heeft de gemachtigde van [verwerende partij] King onder meer meegedeeld dat er geen reden is op grond waarvan [verwerende partij] zou dienen te vetrekken. In reactie daarop heeft [persoon A] bij e-mail van 1 juni 2020 de gronden voor het vertrek toegelicht.
2.18.
Met ingang van 2 juni 2020 is [verwerende partij] op non-actief gesteld.

3.Het verzoek, het verweer en de tegenverzoeken

3.1.
King verzoekt - samengevat - de arbeidsovereenkomst met [verwerende partij] te ontbinden, primair op grond van verwijtbaar handelen van [verwerende partij] (artikel 7:671 b lid 1 sub a jo 7:669 lid 3 sub e BW), subsidiair op grond van een verstoorde arbeidsverhouding (artikel 7:671 b lid 1 sub a jo 7:669 lid 3 sub g BW), zonder rekening te houden met de geldende opzegtermijn, althans met de proceduretijd, met veroordeling van [verwerende partij] in de proceskosten.
3.2.
King legt aan haar primaire verzoek ten grondslag dat [verwerende partij] (ernstig) verwijtbaar heeft gehandeld. King verwijt [verwerende partij] dat hij eind 2018 zonder medeweten en/of instemming van het Directieteam Nederland een side letter is aangegaan met de voormalig logistiek manager waarin een (financiële) ontslagregeling is opgenomen. Voorts verwijt King [verwerende partij] dat hij de logistiek manager begin 2019, zonder medeweten van het Directieteam, op kosten van King op wintersportvakantie heeft laten gaan. Voor dergelijke handelingen is altijd akkoord van het Directieteam Nederland nodig, aldus King. De handelwijze van [verwerende partij] is in strijd met zijn volmacht, de Delegation of Authority en de Code of Conduct. King verwijt [verwerende partij] bovendien dat hij de side letter heimelijk heeft opgesteld en niet transparant en integer heeft gehandeld, ook niet later, in het bijzonder bij de onderhandelingen over het einde van de arbeidsovereenkomst met de logistiek manager, door het bestaan ervan voor het Directieteam Nederland ook toen verzwegen te houden. Subsidiair stelt King dat het vertrouwen in [verwerende partij] door zijn (ernstig) verwijtbare handelwijze is geschonden, waardoor de arbeidsrelatie duurzaam en ernstig verstoord is geraakt, zodanig dat van haar niet kan worden gevergd deze te laten voortduren.
3.3.
[verwerende partij] voert verweer. [verwerende partij] betwist verwijtbaar te hebben gehandeld, laat staan ernstig verwijtbaar. De door King geuite verwijten en beschuldigingen zijn volgens [verwerende partij] onterecht en ongefundeerd. [verwerende partij] stelt dat hij de Delegation of Authority anders interpreteert dan King en de regels in de praktijk niet zo strikt werden nagekomen als nu door King wordt beweerd.
Het aangaan van de side letter en het op kosten van King op wintersportvakantie sturen van de logistiek manager heeft hij niet beschouwd als arbeidsvoorwaarden en paste binnen zijn bevoegdheden, aldus [verwerende partij] . Hij wilde, in het belang van King, comfort verschaffen aan de logistiek manager die extreem hard werkte, hem behoeden voor uitval en hem aldus voor de organisatie, juist op het cruciale moment van de bedrijfsverhuizing, behouden. [verwerende partij] concludeert primair tot afwijzing van het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, met veroordeling van King tot betaling van een schadevergoeding van € 23.281,91 netto, overeenkomend met de daadwerkelijk gemaakte proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.4.
Voorts verzoekt [verwerende partij] , bij wijze van tegenverzoek voor recht te verklaren dat King jegens hem ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en,
subsidiair, in geval het ontbindingsverzoek wordt toegewezen:
- rekening te houden te houden met de geldende opzegtermijn en geen rekening te houden met proceduretijd;
- toekenning van de transitievergoeding van € 62.708,35 bruto, althans een in goede justitie vast te stellen transitievergoeding, onder gelijktijdige verstrekking van een deugdelijke bruto-netto specificatie, te betalen binnen 14 dagen na ontbindingsdatum en te vermeerderen met de wettelijke rente;
- toekenning van een billijke vergoeding van € 2.888.179,48 bruto, althans een in goede justitie vast te stellen vergoeding, te betalen binnen 14 dagen na ontbindingsdatum en te vermeerderen met de wettelijke rente;
- voor recht te verklaren dat King na het einde van het dienstverband geen rechten meer kan ontlenen aan het non-concurrentiebeding, relatiebeding en de daaraan verbonden boetebedingen, zoals opgenomen in de arbeidsovereenkomst;
- King te veroordelen zorg te dragen voor een correcte eindafrekening, waaronder uitbetaling van de niet-genoten vakantiedagen en pro-rata opgebouwde vakantietoeslag.
Meer subsidiair, in geval het ontbindingsverzoek wordt toegewezen zonder toekenning van een billijke vergoeding, verzoekt [verwerende partij] :
- King te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van € 6.516,83 bruto, althans een in goede justitie vast te stellen schadevergoeding, vanwege het mislopen van de jubileumgratificatie en het budget voor de viering, te betalen binnen 1 dagen na ontbindingsdatum en te vermeerderen met de wettelijke rente;
- King te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van € 87.102,40 bruto, althans een in goede justitie vast te stellen schadevergoeding, vanwege de schade als gevolg van het mislopen van de bonus over het jaar 2020, te betalen binnen 14 dagen na ontbindingsdatum en te vermeerderen met de wettelijke rente;
- King te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van € 268.093,79 bruto, althans een in goede justitie vast te stellen schadevergoeding, vanwege de schade als gevolg van het niet kunnen verzilveren van werknemersopties, te betalen binnen 14 dagen na ontbindingsdatum en te vermeerderen met de wettelijke rente.
Ten slotte verzoekt [verwerende partij] King te veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.5.
Op de stellingen van partijen zal, voor zover van belang, hierna worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Gesteld noch gebleken is dat het ontbindingsverzoek verband houdt met enig opzegverbod.
Grond voor ontbinding?
4.2.
Ter beoordeling ligt de vraag voor of [verwerende partij] zijn bevoegdheden te buiten is gegaan door financiering van een wintersportvakantie van en afgifte van de side letter aan de (voormalig) logistiek manager, en zo ja, of dat grond is voor ontbinding wegens van de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen (art. 7:669 lid 3 onder e BW) dan wel een verstoorde arbeidsrelatie (art. 7:669 lid 3 onder g BW) en voorts of, ingeval sprake is van verwijtbaar handelen, dat handelen ook gekwalificeerd moet worden als ernstig verwijtbaar handelen.
Ter zake wordt als volgt overwogen.
Omvang bevoegdheden [verwerende partij]
4.3.
Anders dan [verwerende partij] bij wijze van verweer heeft aangevoerd betreffen zowel de, op zijn instructie door King, voor de logistiek manager betaalde wintersportvakantie als de ten behoeve van de logistiek manager afgegeven side letter arbeidsvoorwaarden en daarmee ‘
benefits in kind of any individual on their management team’als genoemd in de volmacht. Dat de side letter is aangegaan onder een opschortende voorwaarde met betrekking tot het takenpakket van de logistiek manager per 1 juni 2020 doet daaraan niet af. Ook het verweer van [verwerende partij] dat hij de side letter destijds niet als arbeidsvoorwaarde heeft beschouwd, maakt zulks niet anders.
4.4.
Ingevolge randnummer 27 van de aan [verwerende partij] verleende volmacht zijn ‘
benefits in kind of any individual on their management team’van de volmacht uitgesloten. Nu de logistiek manager deel uitmaakte van het managementteam van [verwerende partij] was hij niet zelfstandig bevoegd tot afgifte van de side letter en het door King laten financieren van de wintersportvakantie.
4.5.
Ook de Delegation of Authority stond daaraan in de weg. Ook deze gaf [verwerende partij] niet de bevoegdheid daartoe. Uit de in de Delegation of Authority vermelde gedelegeerde bevoegdheden (weergegeven in r.o. 2.7) blijkt dat in alle gevallen waarin het gaat om salaris, bonussen, auto’s en/of andere voorwaarden (
other benefits in kind), zodra het leden van het managementteam betreft, het Directieteam NL ( [persoon A] en [persoon C] ) dan wel de HR Director NL ( [persoon C] ) samen met [verwerende partij] (local manager) bevoegd zijn. In geen van de genoemde gevallen is [verwerende partij] , als local manager, zelfstandig bevoegd. [verwerende partij] is dan ook zowel met het laten financieren van de wintersportvakantie als met de afgifte van de side letter zijn bevoegdheden te buiten gegaan.
4.6.
[verwerende partij] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat hij de Delegation of Authority anders heeft geïnterpreteerd als King thans doet. Dat moge zo zijn, maar dat komt voor rekening en risico van [verwerende partij] . Van hem had als manager van King en het daarbij behorende functieniveau anders verwacht mogen worden. Uit de Delegation of Authority volgt duidelijk dat een local manager als [verwerende partij] niet zelfstandig bevoegd is om arbeidsvoorwaarden c.a. van leden van het managementteam te wijzigen/aan te gaan. Dat het, zoals de gemachtigde van [verwerende partij] tijdens de mondelinge behandeling heeft betoogd, de local manager nergens expliciet verboden wordt een sideletter aan te gaan, maakt dat niet anders. Dat het handelen van [verwerende partij] , zowel ten aanzien van de betaalde wintersportvakantie als de side letter, was ingegeven om de logistiek manager zekerheid en comfort te bieden in een poging uitval te voorkomen en hem voor King te behouden, zodat hij, naar zijn zeggen, handelde in het belang van King, doet aan zijn onbevoegdheid daartoe niet af.
4.7.
Het betoog van [verwerende partij] dat de wintersportvakantie van de logistiek manager feitelijk een vergoeding voor gemaakte overuren betrof, is door King voldoende betwist nu King onweersproken gebleven heeft gesteld dat de logistiek manager vanwege zijn functieniveau, op grond van bij King geldende regelingen, niet voor vergoeding van overuren in aanmerking komt.
4.8.
Dat, zoals door [verwerende partij] bij wijze van verweer verder nog is aangevoerd, de bij de Delegation of Authority gegeven regels organisatie-breed niet strikt werden nageleefd, kan hem niet baten. Hij heeft dit verweer niet - voldoende - onderbouwd en King heeft dit gemotiveerd bestreden.
4.9.
King heeft [verwerende partij] voorts, terecht, verweten dat hij niet open en integer heeft gehandeld door het bestaan van de side letter te verzwijgen, met name op het meest voor de hand liggende moment om daar wel melding van te maken, namelijk toen King ( [verwerende partij] en [persoon A] ) met de logistiek manager, na diens uitval, in gesprek ging over een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van diens arbeidsovereenkomst. Ook indien ervan uitgegaan zou moeten worden dat de logistiek manager op dat moment geen aanspraak had op de in de side letter opgenomen afvloeiingsregeling, omdat de opschortende voorwaarde waaronder die was aangegaan niet in vervulling was gegaan, neemt dat niet weg dat [verwerende partij] [persoon A] en/of [persoon C] toen over het bestaan van de side letter had moeten informeren. [verwerende partij] heeft dat nagelaten en daarmee [persoon A] , oftewel King, in onwetendheid gelaten.
E-grond/ontbinding
4.10.
De hiervoor besproken handelwijze van [verwerende partij] is verwijtbaar. Daarmee is een redelijke grond in de zin van artikel 7:669 lid 3 sub e BW, zodanig dat van King in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, gegeven. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal dan ook op de primaire grondslag worden toegewezen.
Ernstig verwijtbaar handelen/nalaten
4.11.
Met King is de kantonrechter van oordeel dat de handelwijze van [verwerende partij] ook ernstig verwijtbaar handelen of nalaten in de zin van artikel 7:671 b lid 8 sub b BW oplevert. [verwerende partij] heeft in weerwil van zijn bevoegdheden die, anders dan hij wil doen geloven, niet voor meerdere uitleg vatbaar zijn, de arbeidsvoorwaarden van de logistiek manager, ten laste van King, aangepast. Dat het de intentie was van [verwerende partij] om de logistiek manager ‘comfort te bieden’ zoals namens [verwerende partij] ter zitting toegelicht, om hem zo, in het belang van King, ‘op de been te houden’, moge zo zijn, maar is geen afdoende verklaring om dit niet met [persoon A] (en/of [persoon C] ) te bespreken. King heeft onweersproken gebleven gesteld dat er bij de logistiek manager geen aanleiding was voor onzekerheid over zijn functie-inhoud per juni 2020, omdat hem - nota bene mede door [persoon A] - ter zake schriftelijke toezeggingen waren gedaan. Temeer nu [persoon A] bij de eerdere toezeggingen betrokken was lag het zonder meer op de weg van [verwerende partij] om de - beweerdelijk - bij de logistiek manager desondanks bestaande onzekerheden met [persoon A] te bespreken. Dat [verwerende partij] vervolgens ter zake ook geen informatie/duidelijkheid heeft verschaft op het moment dat beëindiging van de arbeidsovereenkomst met de logistiek manager onderwerp van gesprek met [persoon A] werd, en het [verwerende partij] een beëindigingsvoorstel aan de logistiek manager mailde onder betaling van de transitievergoeding van € 23.000,-, kan [verwerende partij] ernstig worden verweten. [verwerende partij] heeft aldus het vertrouwen van King ernstig geschonden. Ook hier geldt dat, op dat moment, niet aan de voorwaarden van de side letter werd voldaan aan de ernstige verwijtbaarheid niet afdoet. Ook het enkele feit dat gesteld noch gebleken is dat [verwerende partij] zelf enig voordeel heeft genoten van zijn handelen, kan niet tot een ander oordeel leiden. Het gaat er in de kern om dat [verwerende partij] zijn bevoegdheden te buiten is gegaan en vervolgens gezwegen heeft waar spreken vereist was.
Verkorte termijn
4.12.
In geval van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van een werknemer kan de arbeidsovereenkomst op een kortere dan de wettelijke termijn worden ontbonden.
De kantonrechter ziet daartoe aanleiding en zal de arbeidsovereenkomst met ingang van 15 september 2020 ontbinden.
Verzoek tot schadevergoeding van [verwerende partij]
4.13.
[verwerende partij] heeft verzocht King te veroordelen tot betaling van schadevergoeding wegens de door hem gemaakte kosten van rechtsbijstand ten bedrage van € 23.281,91. Voor toewijzing daarvan is in beginsel slechts plaats indien sprake is van misbruik van recht door de wederpartij. Nu dat niet is gesteld of gebleken dient het verzoek te worden afgewezen.
Voorwaardelijke (subsidiaire) verzoeken van [verwerende partij]
4.14.
[verwerende partij] heeft, als subsidiair benoemd, maar kennelijk als voorwaardelijk bedoeld, te weten voor het geval tot ontbinding wordt overgegaan, (tegen)verzoeken gedaan. Nu tot ontbinding wordt overgegaan en de voorwaarde derhalve is vervuld, zullen (ook) die (tegen)verzoeken worden beoordeeld.
4.15.
Nu, zoals hiervoor is overwogen, sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van [verwerende partij] in de zin van artikel 7:673 lid 7 sub c BW, heeft hij geen aanspraak op een transitievergoeding. Het verzoek van [verwerende partij] ter zake wordt daarom afgewezen.
4.16.
Nu de ontbinding is gegrond op verwijtbaar handelen van [verwerende partij] en niet het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van King, is voor toekenning van de door [verwerende partij] verzochte billijke vergoeding als bedoeld in artikel 7:671b lid 8 onder c BW, geen grond. Het daartoe strekkende verzoek van [verwerende partij] zal eveneens worden afgewezen.
4.17.
Het verzoek van [verwerende partij] om voor recht te verklaren dat King na het einde van het dienstverband geen rechten meer kan ontlenen aan het non-concurrentiebeding en/of het relatiebeding, zal, gelet op het verweer van King en het ontbreken van enige onderbouwing van dit verzoek, worden afgewezen.
4.18.
[verwerende partij] heeft, gelet op de door King gedane toezegging geen belang bij toewijzing van zijn verzoek tot veroordeling van King om zorg te dragen voor een correcte eindafrekening. Ook dat verzoek zal worden afgewezen.
4.19.
De meer subsidiaire verzoeken van [verwerende partij] tot veroordeling van King tot betaling van schadevergoedingen wegens het mislopen van de jubileumgratificatie, het mislopen van de bonus over 2020 en wegens het niet kunnen verzilveren van zijn werknemersopties, dienen, als onvoldoende onderbouwd en gelet op het gemotiveerde verweer van King, eveneens te worden afgewezen. Bovendien zijn de beweerdelijke schades het gevolg van en inherent aan de uit te spreken ontbinding van de arbeidsovereenkomst, die zijn grond vindt in (ernstig) verwijtbaar handelen van [verwerende partij] .
Proceskosten
4.20.
De proceskosten zullen worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter,
5.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van 15 september 2020;
5.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
wijst het meer of anders verzochte af;
In het tegenverzoek
5.4.
wijst de verzoeken af;
In het verzoek en het tegenverzoek
5.5.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. E.W. de Groot en in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2020.