Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
primairtenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
of omstreeks26 september 2019 te Arnhem,
in elk geval in Nederland,
(met kracht
)met gebalde vuist(en)
en/of vlakke hand(en)in/op
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de het feit
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Immateriële schade
Materiële schade
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden;
10 (tien) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
melden bij de Reclassering Nederlandbij mevrouw [naam] en gedurende de proeftijd zich zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
begeleiden door Nabijzorgof een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De begeleiding duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft;
verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, mogelijk in de vorm van een 24-uurs voorziening, zulks ter beoordeling van de reclassering waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
deelnemen aan een gedragsinterventie agressieregulatieof een andere gedragsinterventie die gericht is op agressiebeheersing, waarbij de veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen en afspraken zoals die gedurende deze gedragsinterventie door of namens voornoemde instelling aan de veroordeelde zullen worden gegeven;
geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer], zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van
€ 5.566,36(vijfduizendvijfhonderdenzesenzestig euro en zesendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente ten aanzien van de materiële schade vanaf 16 juli 2020 en ten aanzien van de immateriële schade vanaf 26 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , van een bedrag van
€ 5.566,36(vijfduizendvijfhonderdenzesenzestig euro en zesendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente ten aanzien van de materiële schade vanaf 16 juli 2020 en ten aanzien van de immateriële schade vanaf 26 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 62 dagen gijzeling zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
16 juli 2020.