Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
17 juli 2020.
Rechtbank Gelderland
Op 26 juni 2020 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om voortzetting van de crisismaatregel die op 23 juni 2020 was opgelegd aan de betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis. De mondelinge behandeling vond plaats via beeldbellen vanwege de COVID-19 maatregelen. De betrokkene was niet bereid om gehoord te worden, maar haar advocaat en een psychiater waren aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstige psychische schade en gevaar voor de algemene veiligheid. De rechtbank overwoog dat de bevoegdheid om de zaak te behandelen bij hen lag, ondanks de overplaatsing van de betrokkene naar een andere locatie. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder het beperken van communicatiemiddelen, noodzakelijk was om ernstig nadeel af te wenden.
Uiteindelijk verleende de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met de vermelding dat deze beschikking mondeling is gegeven en in het openbaar is uitgesproken. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.