ECLI:NL:RBGEL:2020:327
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- L. van Gijn
- M.P. Bos
- P.L. de Vos
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar en de toepassing van de Regeling aanvraag plaatsing op een andere functie (RAAF) door de rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 23 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseressen, werkzaam bij de Nationale Politie, en de korpschef van politie. De eiseressen, [eiseres A], [eiseres B] en [eiseres C], hebben bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van hun aanvragen om geplaatst te worden in de functie van Medewerker Intake & Service, op basis van de Regeling aanvraag plaatsing op een andere dan de ambtenaar opgedragen functie (RAAF). De rechtbank heeft allereerst de ontvankelijkheid van het bezwaar van eiseres A beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat het bezwaar tijdig was ingediend, ondanks dat het primaire besluit op 5 januari 2019 zou zijn uitgereikt. De rechtbank oordeelde dat de korpschef niet aannemelijk had gemaakt dat het besluit op de juiste wijze was uitgereikt.
Vervolgens heeft de rechtbank de inhoudelijke beoordeling van de aanvragen van de eiseressen onder de RAAF uitgevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseressen niet in overwegende mate voldeden aan de niveaubepalende elementen van de functie van Medewerker Intake & Service, zoals vereist door de RAAF. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de feitelijk opgedragen werkzaamheden van de eiseressen niet wezenlijk afweken van hun huidige functie van Assistent Intake & Service B. De rechtbank heeft de beroepen van de eiseressen ongegrond verklaard, waarbij werd opgemerkt dat de politieorganisatie zich in een transitiefase bevond en dat de werkzaamheden van de eiseressen in overeenstemming moesten zijn met hun huidige functie. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was om de hardheidsclausule toe te passen, aangezien er geen bijzondere omstandigheden waren die dit rechtvaardigden.