I. [gedaagde partij] hoofdelijk dan wel afzonderlijk te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de ontsluitingsweg van [perceel 1] naar [straat 1] (zoals weergegeven op pag. 5 van de inleidende dagvaarding) volledig vrij te maken en vrij te houden door alle geplaatste (hang)sloten en andere aanwezige obstakels weg te nemen en weg te houden, zodat DDP haar perceel vrij en onbelemmerd vanaf [straat 1] kan bereiken, een en ander op straffe van een dwangsom van € 2.500,00 per dag of per gedeelte van de dag dat [gedaagde partij] hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 100.000,00;
II. [gedaagde partij] hoofdelijk dan wel afzonderlijk te veroordelen om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis het hekwerk aan de ingang van [straat 1] alsmede het hekwerk dat grenst aan het perceel van [naam 2] te verwijderen en verwijderd te houden, althans [gedaagde partij] te verbieden om de twee hekwerken op de toegangsweg te sluiten en gesloten te houden, op straffe van een dwangsom van € 2.500,00 per dag of gedeelte van de dag dat [gedaagde partij] hier mee in gebreke blijft, met een maximum van € 100.000,00;
III. [gedaagde partij] te gebieden de gevestigde erfdienstbaarheid van weg ten behoeve van DDP ongehinderd te laten gebruiken op de bestaande wijze door DDP en derden die noodzakelijkerwijs het perceel van DDP moeten bereiken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per dag voor iedere dag dat [gedaagde partij] hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 100.000,00;
IV. [gedaagde partij] hoofdelijk dan wel afzonderlijk te veroordelen in de kosten van de procedure, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van het vonnis, bij gebreke waarvan de proceskosten worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van de vijftiende dag na de datum van het vonnis tot de dag van volledige betaling, alsmede in de na dit vonnis ontstane kosten aan de zijde van DDP, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde partij] binnen 14 dagen na aanschrijving niet aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 62,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag van de betekening van het vonnis tot aan de dag der voldoening.