ECLI:NL:RBGEL:2020:2959

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 mei 2020
Publicatiedatum
16 juni 2020
Zaaknummer
C/05/370893 / FZ RK 20-1261
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • K. Blankman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 28 mei 2020 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft geoordeeld dat betrokkene, geboren in 1993, lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat zij afhankelijk is van verdovende middelen. Dit leidt tot ernstige overlast en verwaarlozing, waardoor betrokkene geen vaste woon- en verblijfplaats kan behouden. De ouders van betrokkene hebben tijdens de mondelinge behandeling hun zorgen geuit over de stabiliteit van hun kind en de noodzaak van verplichte zorg benadrukt.

De mondelinge behandeling vond plaats via beeldbellen op 26 mei 2020, in verband met de COVID-19 maatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met de mogelijkheid tot opschaling of afschaling van zorg afhankelijk van de situatie van betrokkene. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter K. Blankman, in aanwezigheid van griffier M.M. Verschuren. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 3 juni 2020.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/370893 / FZ RK 20-1261
Datum mondelinge uitspraak: 28 mei 2020
beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijfplaats: GGZ Centraal, locatie Veldwijk te Ermelo,
op grond van een voortzetting crisismaatregel,
geldend tot en met 25 mei 2020,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. B.A.T. Brouwer te Apeldoorn.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 22 mei 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 middels beeldbellen plaatsgevonden op 26 mei 2020.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • mw. [naam 1] , als psychiater verbonden aan GGZ Centraal;
  • mw. [naam 2] , moeder van betrokkene;
  • dhr. [naam 3] , vader van betrokkene.
1.4.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van de wijze waarop de procedure mondeling is behandeld, overweegt de rechtbank als volgt. Vanwege de maatregelen van de overheid ter bestrijding van het coronavirus (COVID-19) is het landelijk beleid van de Rechtspraak dat het niet is toegestaan de accommodatie waar betrokkene verblijft te bezoeken. Dit levert voor betrokkene, de medebewoners en de verzorgers een onaanvaardbaar besmettingsgevaar op. Datzelfde geldt voor de medewerkers van de rechtbank, alsook voor bewoners en verzorgers van overige accommodaties indien van dit beleid zou worden afgeweken. Om die reden is besloten betrokkene via beeldbellen te horen.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Betrokkene is (chronisch) psychotisch en afhankelijk van (verdovende) middelen. Zij is al lange tijd bekend met psychotische ontregelingen en die verergeren door middelengebruik. Dit leidt tot een zodanige overlast, onder andere door impulsieve agressie, dat betrokkene geen vaste woon- en verblijfplaats kan behouden en de facto een zwervend bestaan leidt. Door een toenemende staat van verwarring verwaarloost ze zichzelf steeds meer.
2.3.
Het gedrag dat uit de stoornis voortvloeit, leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • ernstige verwaarlozing;
  • acute maatschappelijke teloorgang;
  • het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
  • gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
2.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig. Door de psychiater is tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat er al ruim tien jaar sprake is van een complexe situatie. Op dit moment is het bovenliggende probleem een combinatie van een psychische stoornis en een verslaving. Het is voor betrokkene lastig om lange gesprekken te voeren, de agitatie verhoogt dan. In het verleden is geprobeerd betrokkene te stabiliseren met korte opnames maar dat is niet altijd gelukt. Een zorgmachtiging van zes maanden is nodig waarbij gekeken kan worden of er kan worden afgeschaald qua vormen van zorg op het moment dat betrokkene een eigen woning heeft. Het opschalen van zorg kan dan ook noodzakelijk zijn als er zich een terugval voordoet. De ouders van betrokkene hebben tijdens de mondelinge behandeling aangegeven er ook zo in te staan. Ze maken zich veel zorgen over betrokkene. Betrokkene heeft een stabiliteit op langere termijn nodig,
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank is van oordeel dat de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg en de daarbij aangegeven duur noodzakelijk zijn, mede gelet op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van zorg bestaan uit:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
  • het opnemen in een accommodatie;
alle voor de maximale duur van zes maanden.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt aldus tot en met 27 november 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ;
3.2.
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 27 november 2020.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 mei 2020 door mr. K. Blankman, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Verschuren, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 3 juni 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.