In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 14 mei 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en de stichting Zekerhedenagent. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Paans-Lamsallak, vorderde de opheffing van een conservatoir beslag dat op zijn onroerende zaken was gelegd door Zekerhedenagent, die werd bijgestaan door advocaat mr. A. Zeilstra. De eiser had een borgtocht van € 50.000,00 afgegeven voor de nakoming van verplichtingen uit een leningovereenkomst die in 2016 was aangegaan met Collin Crowdfund N.V. en die later was opgezegd. De eiser stelde dat hij niet in staat was om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen en dat het beslag onterecht was gelegd.
De rechtbank oordeelde dat de borgtocht rechtsgeldig was en dat de eiser onder deze borgtocht kon worden aangesproken, aangezien de hoofdschuldenaren in gebreke waren gebleven. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van misbruik van bevoegdheid door Zekerhedenagent en dat de belangenafweging in het voordeel van Zekerhedenagent uitviel. De vorderingen van de eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De uitspraak benadrukte de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging bij conservatoire beslagen en de rechtsgeldigheid van borgtochten in het kader van zakelijke leningen.