In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 21 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een omgevingsvergunning voor een mestopslag. Eiser had een omgevingsvergunning aangevraagd voor het legaliseren van een paardenrijbak met vier lichtmasten en een mestopslag. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland verleende aanvankelijk de vergunning, maar weigerde deze later voor de mestopslag na bezwaar van een derde-partij. De rechtbank oordeelde dat de weigering in strijd was met het motiveringsbeginsel, omdat het college niet voldoende had gemotiveerd waarom de mestopslag niet in overeenstemming was met het bestemmingsplan. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand, omdat het college had aangegeven dat het een gelijkluidend besluit zou nemen tot weigering van de omgevingsvergunning. De rechtbank concludeerde dat de belangen van de eiser niet zwaarder wogen dan de bescherming van landschaps- en natuurwaarden, en dat de omgevingsvergunning terecht was geweigerd. De proceskosten werden toegewezen aan de eiser.