ECLI:NL:RBGEL:2020:1877
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanneming van werk en aanvaarding van het geleverde; schadevergoeding voor beschadigde tuintegels
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, heeft eiser [Eiser] een vordering ingesteld tegen gedaagde [Gedaagde] wegens schade aan tuintegels die tijdens werkzaamheden door [Gedaagde] zijn ontstaan. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 11 juli 2018 heeft [Gedaagde] werkzaamheden uitgevoerd aan de tuin van de buurman van [Eiser], waarbij de tegels van [Eiser] zijn vervuild met specie. Ondanks pogingen van [Gedaagde] om de tegels te reinigen, zijn er meerdere tegels beschadigd. Na enige correspondentie en een akkoord over herstelwerkzaamheden, heeft [Gedaagde] op 27 oktober 2018 de beschadigde tegels vervangen. Echter, na oplevering heeft [Eiser] geconstateerd dat er vlekken op de tegels zaten, wat leidde tot een geschil over de kwaliteit van het geleverde werk.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst van aanneming van werk is ontstaan en dat [Eiser] het werk niet binnen een redelijke termijn heeft gekeurd. Artikel 7:758 lid 1 BW stelt dat de opdrachtgever geacht wordt het werk stilzwijgend te hebben aanvaard indien hij het werk niet tijdig keurt. De rechter oordeelt dat [Eiser] het werk heeft aanvaard, omdat hij het werk bij oplevering goedkeurde. De vordering van [Eiser] tot schadevergoeding wordt afgewezen, evenals de nevenvorderingen. In reconventie heeft [Gedaagde] ook geen recht op de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en advocaatkosten, waardoor deze vorderingen eveneens worden afgewezen. De proceskosten worden toegewezen aan de zijde van [Gedaagde].