ECLI:NL:RBGEL:2020:1713
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding, partneralimentatie en huwelijksvermogensrecht met toepassing van Iers recht
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 20 februari 2020 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, die respectievelijk de Nederlandse en Ierse nationaliteit hebben. De man verzocht de rechtbank om de echtscheiding uit te spreken en om een aantal financiële verzoeken te honoreren, waaronder een verzoek tot partneralimentatie en een verzoek tot verdeling van eigenaarslasten en gebruikslasten van de voormalige echtelijke woning in Duitsland. De vrouw verzocht de rechtbank om de echtscheiding uit te spreken, maar ook om te verklaren dat er geen huwelijksgemeenschap is ontstaan en om een bedrag van € 50.000,- aan haar toe te kennen op basis van een 'property adjustment order'. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Ierse recht van toepassing is op het huwelijksvermogensrecht, wat inhoudt dat er sprake is van een scheiding van goederen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vrouw onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar verzoeken, met name voor de partneralimentatie en het verzoek om € 50.000,-. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en bepaald dat de vrouw aan de man een bedrag van € 5.665,31 dient te voldoen voor de eigenaarslasten van de voormalige echtelijke woning. De overige verzoeken zijn afgewezen.