Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
2.De feiten
“Overplaatsing van Bung [naam activist] naar Nania in Ambon”.
“Elf jaren zijn voorbijgegaan. Ik, [naam activist] en mijn medestrijdgenoten, de 38 RMS-politieke gevangenen, die afgezonderd zijn in verschillende gevangenissen op het eiland Java vanaf maart 2009 hebben vervolgens de jaren zien voorbij gaan door de kracht en vrede die God heeft gegeven aan ons allen. Nu plotseling op 9 augustus j.l., zijn van de 38 FKM-RMS-politieke gevangenen die afgezonderd zijn in diverse gevangenissen op het eiland Java 8 FKM-RMS-politieke gevangenen overgebleven, en op 9 augustus j.l. zijn wij verrast door de overplaatsing naar de gevangenis Klas II A in Nania-Ambon. Tekst: bung [naam activist]”.
“Vervolgens zou de heer [naam] ons gisteren 1 november waarschijnlijk bezoeken op Ambon, nadat ik kontakt had met [Eiser] maar tot nu toe is er geen bezoek van betrokkene nadat ik contact heb opgenomen met [Eiser] van Perintis Aksi Kilat (PAK) dat zij geen actie mogen voeren met gebruikmaken van mijn attributen”.
[naam activist] – Verantwoordelijke FKM-RMS in de Molukken – Gevangenis Klas IIA Nania Ambon, 2 november 2018”.
:“ [Eiser] achter de verkoopstand van PAK”.
3.Het geschil
[naam website]en c) voor de duur van 6 (zes) maanden op de Facebookpagina: ‘ [facebookpagina] ’van de volgende rectificatie, zonder weglatingen, aanvullingen of commentaar:
4.De beoordeling
- de aard van de gepubliceerde mededelingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie die mededelingen betrekking hebben;
- de ernst van de misstand welke de publicatie aan de kaak beoogt te stellen;
- de mate waarin de mededelingen ten tijde van de publicatie steun vonden in het toen beschikbare feitenmateriaal;
- de inkleding van de mededelingen;
- de mate van waarschijnlijkheid dat in het algemeen belang het nagestreefde doel langs andere, voor de wederpartij minder schadelijke wegen met een redelijke kans op spoedig succes had kunnen worden bereikt; en
- de kans dat de betreffende informatie ook zonder de verweten terbeschikkingstelling aan de pers in de publiciteit zou zijn gekomen.
Deze opsomming is niet limitatief. Het oordeel dat een van beide rechten, na weging van alle omstandigheden, zwaarder weegt dan het andere recht brengt mee dat de inbreuk op het andere recht gerechtvaardigd is.
Aangenomen moet worden dat de mededeling in [naam tijdschrift] geen steun vindt in de feiten. Bovendien is deze mededeling gedaan zonder [Eiser] de gelegenheid te geven haar lezing te geven, terwijl [naam tijdschrift] binnen de gehele Molukse gemeenschap wordt gelezen. Onder deze omstandigheden moet het recht op vrijheid van meningsuiting wijken voor het recht van [Eiser] op bescherming van haar eer en goede naam, hetgeen betekent dat [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] door het schrijven en het publiceren van het artikel onrechtmatig jegens [Eiser] hebben gehandeld. Dit onrechtmatig handelen geeft aanleiding om het onder I. gevorderde verbod te geven. Behoudens voor zover dit al is gebeurd in editie 2018-6 van [naam tijdschrift] , mogen [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] de foto en de betreffende passage in het artikel niet verder openbaar maken. Voor een verbod zoals onder II. gevorderd is in zijn algemeenheid geen grond.
- dagvaarding € 302,67 (drie dagvaardingen x € 100,89)
- griffierecht 937,00
- salaris advocaat
980,00
5.De beslissing
€ 250,00 voor elke dag dat [gedaagde 3] daarmee in gebreke blijft met een maximum van € 10.000,00: