Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
rechtbank: verdachte). Ze liepen een stukje samen op. Daarna is [benadeelde] nog een stukje alleen gaan lopen met verdachte. Toen [moeder benadeelde] thuis was zag ze [benadeelde] samen met verdachte komen aanlopen. ’s Avonds voor het slapen gaan vroeg [benadeelde] aan haar moeder: “Is het gek als iemand aan je plasser zit”. Ze vertelde dat de baas van [naam hond verdachte] aan haar plasser had gezeten. Hij had ook aan haar tietjes gezeten en in het shirtje gekeken. Hij zei toen dat hij ze mooi vond. [benadeelde] wees naar haar vagina en vertelde dat ze dat ook bij hem moest doen. De rits van zijn broek was open. Ze heeft hem niet gezien. Hij had een witte onderbroek aan. [3]
3.Bewezenverklaring
of omstreeks7 augustus 2019 te Zevenaar,
in elk geval in Nederland,met [benadeelde] , geboren op [geboortedatum benadeelde] 2011 , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt buiten echt,
/ofdie [benadeelde]
(over de kleding
)bij de vagina en borsten te betasten en
/ofhet brengen van de hand van die [benadeelde] naar zijn, verdachtes, penis en
/ofdie [benadeelde]
(onder de broek en over de onderbroek
)zijn penis te laten betasten.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) dagen;
12 (twaalf) dagen,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op vijf jaren wordt bepaald;
heft ophet bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde straf;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] .
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde], van een bedrag van
€ 671,29 (zeshonderdeenenzeventig euro en negenentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente voor de € 600,- immateriële schadevergoeding vanaf 7 augustus 2019 en voor de € 71,29 aan materiële schadevergoeding vanaf 14 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 47,93;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde] , een bedrag
te betalen van € 671,29 (zeshonderdeenenzeventig euro en negenentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente voor de € 600,- immateriële schadevergoeding vanaf 7 augustus 2019 en voor de € 71,29 aan materiële schadevergoeding vanaf 14 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 13 dagen gijzeling zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;