2.10.In de tussentijd zijn de zes medewerkers en de beide directeuren in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 1 maart 2019 schriftelijk op het 1e rapport [naam adviesgroep] te reageren. [de adviesgroep] heeft deze (deels anonieme) reacties opgenomen in een appendix, en op 1 maart 2019 het definitieve rapport met appendix aan het bestuur van [de theatergroep] toegezonden (hierna: het 2e rapport [naam adviesgroep] ). De in de appendix opgenomen reacties van de medewerkers luiden als volgt:
“Reactie 1.
Nijmegen, 17 feb 2019
Beste [adviseur 1] ,
Hierbij mijn commentaar op het verslag dat jullie hebben gemaakt naar aanleiding van de gesprekken die we hebben gevoerd. Ik met jou vandaar dat ik hem aan jou richt.
Allereerst verbaast het mij enorm dat wij het verslag te lezen kregen. Wij hebben altijd begrepen dat niemand dit zou lezen behalve het bestuur. Daardoor konden wij vrij uit praten en zou daar dus niets vervelends uit kunnen voortvloeien. Dat dit dus nu wel open ligt vind ik echt heel vreemd. Maar goed dat gezegd hebbende is de situatie dat het nu open ligt en dat we er nu zelfs op in kunnen gaan en dat doe ik dan ook graag. Het moet me van het hart dat ik teleurgesteld ben in de uitkomst van het rapport. Ik mis enorm de ernst van de situatie.
Nu komt het rapport, heel kort door de bocht genomen, op mij over als: Er hebben 2 mensen ruzie, zakelijk en artistiek, daar heeft het kantoor ook wat last van, maar als die oude man nu met pensioen gaat dan kan er weer verder gekeken worden.
Het gevoel bekruipt me dat jullie het echte probleem niet hebben beschreven. Tuurlijk hebben wij last van het feit dat [eiseres] en [de zakelijk directeur] problemen hebben. Maar wij zijn zo blij dat [de zakelijk directeur] de strijd aan is gegaan voor ons. Want zo voelt dat zeker. Het kantoor heeft al jaren problemen doordat [eiseres] een vrouw is die alles alleen wil beslissen en geen enkel weerwoord tolereert. Dan ook nog eens op een zeer negatieve manier communiceert waardoor iedereen die veel met haar op de vloer moet werken, techniek, produktie, zakelijk, al snel de handdoek in de ring gooit. Ik zit nog niet heel lang fulltime op kantoor bij [de theatergroep] maar zie alles al 5 jaar vanaf de zijlijn en had daarom ook hele grote twijfels of ik deze klus uberhaupt moest aannemen.
Ik vind echt dat jullie in het rapport te weinig oog hebben voor het feit dat [eiseres] al jaren veel problemen heeft met het kantoor. Dat zij met droge ogen jullie kan vertellen dat met kantoor geen problemen zijn is een gotspe. Wij weten allemaal dat [eiseres] het verhaal geweldig kan vertellen en dat als je de context van een verhaal niet kent je er volledig voor gaat.
Ik zou dus graag zien dat er vermeld wordt in het rapport dat ik, en ik denk de anderen ook, het probleem veel groter zien en dat er heel wat moet gebeuren om de werksfeer weer recht te trekken. Ik geloof dat ik ook genoemd heb dat we bijna op een punt gekomen zijn waar het is; zij eruit of wij eruit. Daar lees ik niets maar dan ook helemaal niets van terug en dat vind ik heel vreemd! Nu moet ook worden gezegd dat na de gesprekken met jullie de situatie in een ras tempo verslechterd is. Zodanig dat [eiseres] door het bestuur momenteel op non actief is gezet. Hier zijn we het bestuur erg dankbaar voor want de situatie was middels mailtjes, appjes etc onhoudbaar geworden. Ik ben ten alle tijden bereid mijn commentaar mondeling nog een keer te komen toelichten.
Reactie 2.
Hallo [adviseur 2] ,
Zoals bekend heeft een aantal van mijn collega’s al gereageerd op jullie rapport. Ik vind het lastig om mijn precieze reactie te verwoorden, maar sta wel voor 100% achter de reactie die mijn collega’s verwoorden als reactie op jullie rapport.
Ik wil heel graag dat duidelijk is dat de situatie heel ernstig is en dat het niet ‘slechts’ een probleem is tussen de zakelijk en de artistiek directeur.
Reactie 3.
Beste [adviseur 1] ,
Ten eerste wil ik mijn verbazing uitspreken over het ontvangen van het rapport.
Ik heb zowel bij het bestuur, als in het gesprek dat ik bij [de adviesgroep] heb gevoerd gevraagd waar dit rapport terecht zou komen. Mij is verzekerd dat dit alleen naar het bestuur zou gaan. Maar nu het dan toch de wereld in is geef ik ook graag mijn reactie.
Al hebben jullie, door het rapport de wereld in te sturen, er wel voor gezorgd dat de medewerkers die aan het rapport hebben meegewerkt een probleem hebben hun baan bij [de theatergroep] nog te behouden als [eiseres] terugkomt.
Maar mijn reactie:
Het gevoel dat mij onmiddellijk bekroop na het lezen van het rapport was; ze zijn er ingetrapt. Ik weet als geen ander hoe goed [eiseres] het verhaal kan vertellen op zo’n manier dat ze je kan laten geloven dat zwart wit is. En dat het altijd aan de ander ligt. Maar ik vind het teleurstellend dat het ook jullie niet gelukt is hier door heen te prikken.
Er wordt gesproken over de laatste paar jaar. Ik heb jullie in mijn gesprek verteld dat het de laatste paar jaar extremer is geworden maar dat dit gedrag niet van de laatste paar jaar is. Het geen weerwoord willen hebben, het voor of tegen zijn, het veeleisende en het totale gebrek aan zelfreflectie is altijd geweest.
Het is op scherp gezet omdat [de zakelijk directeur] de eerste was die niet om haar heen ging werken maar het probleem boven tafel kreeg. Het is vaker geprobeerd, zie de rij aan bestuursleden en zakelijk leiders, maar hiervoor nog niemand gelukt.
Om het probleem nu terug te brengen tot een conflict tussen de huidige zakelijk en artistiek leider is een simplificatie van de realiteit Het gaat in deze niet over [de zakelijk directeur] . Het gaat over het gedrag van [eiseres] en haar invloed op [de theatergroep] . En de oplossing is niet [de zakelijk directeur] er uit. Het probleem, en dus ook de oplossing, ligt bij [eiseres] .
De situatie is in snel tempo verslechterd sinds [eiseres] terug is uit Amerika met als allesomvattende uitspraak in één van de vele mails;
Ik ben de artistiek directeur en iedere en moet doen wat ik zeg. Ik zou aan het rapport toegevoegd willen zien dat de situatie onwerkbaar is voor alle betrokkenen.
Mochten jullie nog meer informatie nodig hebben, dan ben ik zeker bereid nog een toelichting te geven.
Reactie 4.
Dag [adviseur 1] en [adviseur 2] ,
Dank voor het rapport. Ik heb getwijfeld of ik zou reageren, maar op de valreep toch nog een korte reactie. Ik zie in het rapport een nette uiteenzetting van alles wat er gezegd is. Echter, tegelijkertijd bekruipt me het gevoel dat de situatie bij [de theatergroep] voor een groot deel teruggebracht wordt tot een conflict tussen de artistiek leider en de zakelijk leider. En dat vind ik niet passend voor de situatie. Het gedrag van de artistiek leider is een patroon, het gedrag is dus niet nieuw. Het enige verschil is dat de huidige zakelijk leider de situatie en het gedrag niet accepteert, er niet omheen wil werken en geen eieren voor zijn geld kiest zoals eerdere zakelijk leiders dat wel hebben gedaan (waar ik overigens begrip voor heb).
Hoe dat op te lossen, dat is de grote vraag, maat het vervangen van de zakelijk leider en de artistiek leider helpen in haar leidinggevende stijl lijkt me onvoldoende.
Ik wil jullie bedanken voor het fijne gesprek en wie weet tot ziens. Succes met de aanvullingen van de rapportage.
Reactie 5.
Beste [adviseur 1] en [adviseur 2] ,
Graag maak ik van de mogelijkheid gebruik om te reageren op het onderzoeksrapport.
Jullie geven aan een rode draad te hebben willen benoemen waarin geen ruimte is voor alle persoonlijke bevindingen. Begrijpelijk, maar het resultaat geeft daardoor mijns inziens geen goede weergave van de daadwerkelijke bedrijfscultuur.
Mijn grootste bezwaar is de focus die jullie leggen op de twee leiders en hun onderlinge conflict. Het suggereert dat met de komst van [de zakelijk directeur] de problemen zijn ontstaan of in ieder geval geïntensiveerd. Dat is niet zo. De komst van [de zakelijk directeur] heeft ze ‘slechts’ aan de oppervlakte gebracht Ze waren er altijd. Tel daarbij op een nieuw bestuur dat wel actief betrokken is en alles ligt nu (eindelijk) op tafel. De gebundelde reacties vanuit het team worden met name geduid vanuit wat men ervaart en/of voelt. Ik wil ze graag meer kracht bij zetten. [eiseres] polariseert. Dat is een feit. Ze zegt vertrouwen in mensen op die tegen haar zijn en die als gevolg daarvan vertrekken. Direct of indirect, het is altijd gedwongen omdat
de situatie onwerkbaar wordt. Het beschreven aandeel van het team is daarom ook niet zozeer het gevolg van een bepaalde dynamiek maar vooral ook gebaseerd op het simpele feit dat je anders je baan kwijt bent. Ik werk 11 jaar bij [de theatergroep] en heb in een team van gemiddeld 8 vaste werknemers al afscheid genomen van 12 collega’s. Ik ken de stijl van leidinggeven van [eiseres] . Ik geloof niet dat een interventie de samenwerking tussen haar en het team kan verbeteren. Ik heb gezien dat [eiseres] een leiderschap ambieert dat solistisch en absoluut is. Daarin is geen ruimte voor een andere leider. De komst van [de zakelijk directeur] heeft dit heel duidelijk gemaakt. Ik zie geen toekomst voor mijzelf bij [de theatergroep] als [eiseres] zou terugkeren als mijn leidinggevende.
Met vriendelijke groet,
Reactie 6.
Ten eerste wil ik me graag aansluiten bij reactie 1, zij heeft goed verwoordt wat er mist in het rapport. Belangrijkste daarin vind ik dat het rapport te weinig is gebaseerd op de geschiedenis tussen [eiseres] en (vroegere) medewerkers die al vele van dit soort situaties en conflicten hebben meegemaakt, veel medewerkers zijn in de afgelopen jaren dan ook weggelopen van [de theatergroep] . Dit conflict speelt zeker niet alleen tussen de 2 leiders maar zeker ook tussen [eiseres] en de vaste medewerkers van [de theatergroep] .
Daarnaast wil graag onderstrepen dat er ook andere problemen zijn binnen de organisatie.
Ik heb het in mijn gesprek uitvoerig gehad over dat er in een deel van de organisatie van [de theatergroep] een ‘Brandjesblus’ cultuur heerst. Veel van die problemen die ontstaan komen voort uit ondoordachte planningen, incomplete begrotingen of steeds veranderende meningen en prioriteiten. Hierdoor raakt men natuurlijk snel gefrustreerd zeker als de productie dichterbij komt en de fouten worden ontdekt. Dan moeten dingen ad hoc worden opgelost en dat kost vaak veel meet tijd, energie en geld. Ik denk dat hier ook veel conflicten en frustraties uit voort komen.
Ik zou graag zien dat er meer aandacht komt voor dit soort problemen en dat er nagedacht wordt over hoe dit soort problemen in de toekomst op te voorkomen zijn.”