Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 25
- de akte eiswijziging met aanvullende producties 26 tot en met 33 van de vereniging
- de producties 1 tot en met 11 van VGZ
- de mondelinge behandeling van 8 januari 2019
- de pleitnota van de vereniging
- de pleitnota van VGZ
- het proces-verbaal van aanhouding
- de brief van 1 februari 2019 van de vereniging, waarvan op de inhoudelijke toelichting geen acht is geslagen
- de brief van VGZ.
2.De feiten
evidence-basedaanbevelingen over gedaan kunnen worden. Op basis van het zo goed mogelijk bespreken en combineren van patiëntenperspectief, de beschikbare (wetenschappelijke) literatuur kennis over de psychofarmacologie,
expert-opinionen praktijkervaringen heeft de multidisciplinaire werkgroep de huidige tekst en aanbevelingen geformuleerd.
vooraf géén risicofactoren aanwezig zijn,zijn over het algemeen lichte onttrekkingsverschijnselen te verwachten. (…)
vooraf wel (een) risicofactor(en) aanwezigis/zijn, zijn over het algemeen sterkere onttrekkingsverschijnselen te verwachten. Zie de paragraaf
Voorbeelden van afbouwschema’sen
tabel 3voor deze situatie.
tabel 3uitgegaan van een afbouwtempo van 1 week per stap. Omdat na een dosisverlaging een geleidelijke daling van de steady state optreedt, kan farmacokinetisch worden verwacht dat een verlaging van meerdere milligrammen per stap (hier per week) in de praktijk vergelijkbaar is met het dagelijks veranderen van de dosering in kleinere hoeveelheden.
4.De beoordeling van het geschil
NJ2015/344 is in dit geval geen grond.
- griffierecht € 639,00
- salaris advocaat