ECLI:NL:RBGEL:2019:4565

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 oktober 2019
Publicatiedatum
14 oktober 2019
Zaaknummer
AWB - 19 _ 5439
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluitvorming omtrent aanleg voetgangersoversteekplaats zonder vergunning

Op 3 oktober 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de aanleg van een voetgangersoversteekplaats over de Ceintuurbaan. Verzoekster, die zich in persoon heeft laten vertegenwoordigen, had eerder een voorlopige voorziening aangevraagd om de aanleg van de oversteekplaats te stoppen, omdat zij meende dat hiervoor een besluit op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) nodig was. De voorzieningenrechter had op 26 september 2019 een ordemaatregel getroffen, waarbij de werkzaamheden voor de aanleg van de oversteekplaats tijdelijk waren stilgelegd in afwachting van de zitting.

Tijdens de zitting op 3 oktober 2019 heeft de voorzieningenrechter de argumenten van verzoekster en verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe, gehoord. Verzoekster stelde dat er een verkeersbesluit of een omgevingsvergunning nodig was voor de aanleg van de oversteekplaats. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er voor de aanleg van de voetgangersoversteekplaats geen besluit nodig is, omdat het gebruik van de gronden als voetgangersoversteekplaats past binnen de bestemming verkeer. Bovendien is er geen officiële oversteekplaats in het geding, waardoor een verkeersbesluit niet vereist is.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de eerder getroffen voorlopige voorziening moet worden opgeheven, omdat er geen besluit nodig is voor de aanleg van de voetgangersoversteekplaats. De werkzaamheden kunnen dus weer worden uitgevoerd. Verzoekster kan de rechtmatigheid van de feitelijke werkzaamheden alleen laten beoordelen door de civiele rechter. De voorzieningenrechter heeft geen termen gezien voor een veroordeling van verweerder in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 19/5439

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

3 oktober 2019

op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[Naam A] , te [plaats] , verzoekster,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwete Elst, verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep ingesteld. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij uitspraak van 26 september 2019 heeft de voorzieningenrechter wegens het spoedeisend belang een ordemaatregel getroffen. Hierbij is het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en is het verboden twee stoepranden te verlagen en zijn ook de overige werkzaamheden, benodigd voor de aanleg van een voetgangersoversteek over de Ceintuurbaan ter hoogte van de [adres] te [plaats] , verboden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2019. Verzoekster is in persoon verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door S. van Oeveren, B. Colen en S. Hendriks.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- heft de bij uitspraak van 26 september 2019 getroffen voorlopige voorziening op.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Verzoekster heeft verzocht om een voorlopige voorziening in verband met werkzaamheden die zien op het realiseren van een voetgangersoversteekplaats over de Ceintuurbaan ter hoogte van haar woning aan de [adres] te [plaats] .
3. Omdat verweerder met de aanleg wilde beginnen en er daarom geen tijd meer was een zitting te houden voordat op het verzoek kon worden beslist, heeft de voorzieningenrechter de werkzaamheden bij uitspraak van 26 september 2019 in afwachting van de zitting, stilgelegd. In deze uitspraak staat daarom de vraag centraal of deze stillegging van de werkzaamheden moet worden opgeheven.
4. Volgens verzoekster had voor de werkzaamheden een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht moeten worden genomen. Verzoekster doelt hierbij op een verkeersbesluit of een omgevingsvergunning (aanlegvergunning).
5. De bestuursrechter gaat alleen over het optreden van de overheid waarvoor een besluit nodig is. Als er geen besluit (nodig) is, is sprake van feitelijk handelen en daarover gaat de bestuursrechter niet. De voorzieningenrechter moet daarom overgaan tot opheffing van de stillegging, als er geen besluit nodig is.
6. De voorzieningenrechter is het met verweerder eens dat voor het aanleggen van de voetgangersoversteekplaats geen besluit nodig is. Het gebruik van de gronden als voetgangersoversteekplaats past binnen de bestemming verkeer. Een aanlegvergunning is voor de werkzaamheden ook niet nodig.
Verder heeft verweerder ter zitting verklaard dat er geen verkeersbesluit voor deze oversteekplaats wordt genomen, omdat het geen officiële oversteekplaats wordt, waarvoor een verkeersbesluit nodig is. De keuze om een sobere, niet officiële, oversteekplaats ter plaatse te maken is aan verweerder en bij die keuze moet de voorzieningenrechter verweerder wat ruimte bieden om deze keuze te maken. Verweerder heeft de voorzieningenrechter ervan overtuigd dat verweerder binnen deze keuzeruimte is gebleven en deze keuze niet onredelijk is. Verweerder heeft dus ook geen verkeersbesluit hoeven te nemen.
7. Er is dus voor de aanleg van de voetgangersoversteekplaats over de Ceintuurbaan ter hoogte van de [adres] te [plaats] , geen vergunning of besluit nodig. De bij uitspraak van 26 september 2019 getroffen voorlopige voorziening wordt daarom opgeheven. De werkzaamheden kunnen dus weer worden uitgevoerd.
8. Verzoekster kan de rechtmatigheid van de feitelijke werkzaamheden voor de voetgangersoversteekplaats alleen laten beoordelen bij de civiele rechter.
9. Voor een veroordeling van verweerder in de proceskosten acht de voorzieningenrechter geen termen aanwezig.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.W.P. van Gastel, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van W.C. Knoester, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3oktober 2019.
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.