Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- het proces-verbaal van Sporenonderzoek (Proces-verbaal CPDU, p. 174-177);
- NFI-rapport d.d. 18 februari 2019, opgesteld door dr. [naam 1] , arts en forensisch patholoog (Proces-verbaal CPDU, p. 196-215);
- schouwverslag [slachtoffer 1] d.d. 22 december 2018, p. 442-445;
- proces-verbaal Sporenonderzoek (Proces-verbaal CPDU, p. 130-131);
- proces-verbaal Waarnemer afname celmateriaal (Proces-verbaal CPDU, p. 458);
- NFI-rapport d.d. 15 maart 2019, opgesteld door dr. [naam 2] , NFI-deskundige (Proces-verbaal CPDU, p. 365 e.v.);
- proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2019 (II), p. 478, 485 en 487;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 september 2019.
- proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 22 december 2018, p. 115;
- proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2019 (II), p. 478 en 487-488;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 september 2019.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks22 december 2018 te Arnhem opzettelijk zijn zoon [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2] ) van het leven heeft beroofd, door [slachtoffer 1] meermalen met een zwaard in zijn hart en
/ofin zijn
hoofd en/oflichaam te steken
en/of te prikken en/of te snijden;
of omstreeks22 december 2018 te Arnhem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om zijn zoon [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 3] ) opzettelijk van het leven te beroven, met een zwaard stekende bewegingen
in/naar de buik
, althans het lichaamvan [slachtoffer 2] heeft gemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks22 december 2018 te Arnhem zijn zoon [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 3] ) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door met een zwaard in zijn, verdachtes, handen achter [slachtoffer 2] aan te rennen en daarbij het zwaard boven zijn hoofd vast te houden.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van de maatregel
- telefoonkosten ad € 25,00;
- reiskosten en verblijf begrafenis Turkije ad € 1.500,-
- kosten rouwkleding ad € 300,-;
- reiskosten Arnhem ad € 421,20;
- parkeerkosten Arnhem ad € 50,00;
- verblijfkosten Arnhem ad € 150,00;
- kosten hoger beroep ad € 1.500,00;
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
ontslaatverdachte van
alle rechtsvervolging;
ter beschikkingwordt
gestelden beveelt dat de ter beschikking gestelde
van overheidswege zal worden verpleegd;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 1] .
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [betrokkene 1], van een bedrag van
€ 25,00(vijfentwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
wijst af de vordering tot schadevergoedingten bedrage van
€ 2.121,20;
benadeelde partij [betrokkene 1] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij
[betrokkene 1], een bedrag
te betalen van € 25,00vijfentwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 1 dag hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 2], van een bedrag van
€ 5.000,00(vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
benadeelde partij [slachtoffer 2] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij
[slachtoffer 2], een bedrag
te betalen van € 5.000,00(vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 60 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;